meer NPO start

Hans is blij met ruimere regels voor euthanasie bij dementie, ook al kwam het voor zijn vrouw Machteld te laat

Hans is blij met ruimere regels voor euthanasie bij dementie, ook al kwam het voor zijn vrouw Machteld te laat
Hans Versnel
Bron: EenVandaag

De richtlijn voor euthanasie bij mensen met vergevorderde dementie wordt verruimd. Een momentum voor Hans Versnel. Zijn vrouw Machteld, in het verleden Kamerlid voor D66, eindigde tegen haar wil in een verpleeghuis. "Machteld had dit prachtig gevonden."

"Toen ik vanmorgen de krant las, dacht ik: 'niet wéér een artikel over euthanasie' en bladerde verder naar de kruiswoordpuzzel. Toen werd ik geappt door een vriendin die zei dat ze aan Machteld moest denken toen ze het stuk las", vertelt Hans.

Verruiming

Hans Versnel (83) verloor zijn vrouw Machteld ruim 2 jaar geleden. Zij zat op dat moment al jaren in een verpleeghuis. Iets wat zij en Hans nooit hadden gewild. Ze hadden allebei al jaren eerder een euthanasieverklaring laten opstellen.

Het betreffende artikel in de Volkskrant legt uit dat de richtlijn voor euthanasie in het geval van vergevorderde dementie wordt verruimd. Artsen zijn bij een schriftelijke wilsverklaring niet meer verplicht om bij de patiënt te checken of hij ook echt dood wil, als hij zo diep dement is dat hij niet meer kan communiceren."Machteld had dit prachtig gevonden", zegt Hans. Al denkt hij dat de discussie over het al dan niet uitvoeren van euthanasie niet zal ophouden.

Bekijk ook

'Schrikbeeld'

Machteld Versnel zat jarenlang voor D66 in de Utrechtse gemeenteraad en trad eind jaren negentig toe tot de Tweede Kamer. Hans was juist lid van de PvdA. Al in een vroeg stadium stelden ze na overleg met hun drie zoons een euthanasieverklaring op.

"Zowel Machteld als ik hebben ervaren wat het betekent als je dement bent. Dat was een schrikbeeld voor ons", vertelt Hans. "De huisarts vroeg ons waarom wij een euthanasieverklaring wilden. Toen zeiden Machteld en ik bijna in koor: 'Het verpleeghuis.'"

Wilsonbekwaam

Maar Machteld werd ook zelf dement en moest uiteindelijk toch naar het verpleeghuis. Ze werd wilsonbekwaam en leek niet uitzichtloos en ondraaglijk te lijden. Sterker, zo vertelt Hans 4 jaar geleden in EenVandaag: "Op een gegeven moment zei ze zelfs: 'Ik wil helemaal niet dood want ik heb zulke leuke kleinkinderen'."

Video: Machteld Versnel met haar familie in 2017 over euthanasie die ze had gewild

Machteld Versnel in 2017

'Blijft complex'

"Het wordt niet simpeler. Het blijft complex", zegt Constance de Vries, arts en betrokken bij het expertisecentrum euthanasie, over het nieuwe standpunt van artsenfederatie KNMG. Ze kan het weten, want ze heeft tweemaal bij een wilsonbekwame persoon euthanasie uitgevoerd. De laatste keer was een aantal maanden geleden bij een man met vergevorderde dementie, die niet meer kon communiceren.

"Wat bijzonder was aan deze zaak, was dat voor iedereen duidelijk was hoe zeer deze man aan het lijden was, ook voor het personeel in het verzorgingstehuis", vertelt De Vries. Hij was vaak boos, agressief, schopte en sloeg. Hij had dikwijls pijn, omdat hij zijn katheter uittrok, werd ontlastingsincontinent en viel vaak uit bed.

Proces duurde maanden

Na pogingen zijn lijden op andere manieren te verlichten, werd besloten tot euthanasie over te gaan. Hij had een schriftelijk wilsverklaring. Uitgebreid werd er overlegd met familie, de huisarts en verzorgenden. Het hele proces duurde maanden.

"We wisten niet in hoeverre hij dat nog zou snappen. Maar zijn kinderen communiceerden op een emotioneel niveau met hem en konden zijn non-verbale communicatie nog oppikken, denk aan een hoofdknip of handgebaar. Zo doen kinderen dat dikwijls. Afgesproken werd dat zijn dochter het hem zou vertellen als het daadwerkelijk zou gebeuren."

Luisteren

Hans Versnel en huisarts Constance de Vries in EenVandaag op NPO Radio 1

Kalm gedrag

De Vries vertelt dat op het moment dat het zover was, de man heel rustig was. Er was geen sprake van woede of agressie. "Zijn dochter stond naast hem en fluisterde hem alles wat ik vertelde over mijn handelingen in zijn oor. Voordat ik de injectie had gepakt, had hij zijn ogen al dicht."

Zijn kalme gedrag zei de arts dat hij vrede had met wat er ging gebeuren. "Ja, ergens had hij het door. Ik zeg dan niet heel hard: 'Dit is een spuit, daar gaat u aan overlijden, weet u het zeker?' Dat stadium waren we al voorbij. Maar ik vertel het wel en dan is het een spuit om voor altijd te slapen en uit het leven te gaan."

Erachter staan

Beide keren na euthanasie te hebben uitgevoerd op een wilsonbekwaam persoon ging De Vries met een opgelucht gevoel naar huis. "Als het allemaal goed is gegaan, dan weet ik zeker dat deze meneer of mevrouw dit ook zo wilde. Ik kom opgelucht thuis en dan krijg ik daar troostvoer: risotto en een glas wijn". Ze benadrukt tenslotte: "Als ik het er niet 100 procent mee eens ben, zou ik het ook niet doen."

Zelf heeft de arts ook een schriftelijke wilsverklaring. Daar staan haar eigen ideeën over ondraaglijk lijden in. Voor haar is verlies van communicatie en het kunnen lezen en muziek luisteren daarbij cruciaal. "Ik hoop dat ik het voor ik vergevorderde dementie heb te kunnen regelen. Hoop ik, he? Want je weet het niet. Er zit een adder onder het gras. Bij sommige vormen van dementie verlies je je zelfinzicht en ziektebesef. Dan zit ik toch daar waar ik nooit had willen zijn. Dat is dan het lot van het leven."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten
Gesloten winkels op zondag
Bron: ANP

Koning Willem-Alexander is jarig op 27 april, maar die datum valt dit jaar op een zondag. Vanwege de zondagsrust vieren we Koningsdag daarom op zaterdag. We vroegen wat jullie wilden weten over de zondagsrust.

Jullie vragen worden beantwoord door universitair docent staats- en bestuursrecht Lisanne Groen (Vrije Universiteit), die onderzocht hoe de zondagsrust wettelijk is geregeld en hoe daar discussie over wordt gevoerd. En door bijzonder hoogleraar Recht en Religie Paul van Sasse van IJsselt (Rijksuniversiteit Groningen).

1. Waarom is Koningsdag verplaatst van zondag naar zaterdag?

Als de verjaardag van de Nederlandse vorst op een zondag valt, verplaatsen we de viering naar zaterdag. "Dat besloot koningin Juliana al in 1980", vertelt Groen. "Zij schreef dat we Koninginnedag vieren op 30 april 'behoudens uitzonderingen in verband met zondagen'."

"Een reden gaf ze eigenlijk niet. Maar ik kan me voorstellen dat dit samenhangt met het 'rustdagkarakter' van de zondag." Dat idee van zondag als dag van rust, zonder werk of drukke activiteiten, komt uit het christendom. Zondag wordt in die religie gezien als de dag waarop God rustte na de schepping van de aarde.

Het besluit van Juliana om geen Koninginnedag te vieren op een zondag, geldt voor de huidige Koningsdag nog steeds. "Een gedeelte van in elk geval de gelovige bevolking hecht er waarde aan dat zondag een rustdag is", verklaart hoogleraar Van Sasse van IJsselt. "En de zondagsrust is nauw verbonden met de Nederlandse geschiedenis. Het zou tot rumoer en gedoe leiden wanneer je deze regel van Juliana aanpast."

Daarnaast geeft hij aan dat er ontheffingen aangevraagd moeten worden voor evenementen die op zondag vóór 13 uur 's middags plaatsvinden. "Voor Koningsdag zouden de meeste gemeenten zo'n ontheffing waarschijnlijk wel verlenen, maar het is makkelijker om de dag gewoon collectief te verplaatsen."

2. Wie heeft bepaald dat er zondagsrust voor iedereen moest komen?

"Het principe van zondagsrust wordt sinds 1815 beschermd in een heuse Zondagswet", weet Groen. "De toenmalige Koning Willem I merkte dat de zondagsrust niet in alle gemeenten even goed werd gerespecteerd. Daarom initieerde hij één centrale wet die dit in heel Nederland moest verzekeren."

"Die wet verbood het om op zondag openbare arbeid uit te oefenen en koopwaren te verkopen. Ook moesten herbergen sluiten en waren sport en spel verboden, net zoals 'openbare vermakelijkheden' als concerten en danspartijen", legt ze uit.

De komst van die Zondagswet moet je plaatsen in de tijd, vervolgt Van Sasse van IJsselt. "Na een periode van Franse overheersing werd de centralisering van het landsbestuur in Nederland voortgezet onder Koning Willem I. Landelijke wetgeving droeg daaraan bij, in elk geval op het punt van de zondagsrust. Ook wilde de koning het christendom bevorderen. De overheid kreeg zelfs de grondwettelijke opdracht dat te doen. Dit waren mede de drijfveren achter de Zondagswet."

De wet uit 1815 werd meerdere keren geprobeerd aan te passen, vertelt Groen verder. "Er stonden allerlei verboden in die niet te handhaven waren. Zo was het voeren van dieren in de wei strikt genomen verboden, terwijl dit in de praktijk wel gedaan moest worden." Pas in 1953 werd de wet daadwerkelijk aangepast. "De wet werd toen verbeterd en ook meer toegespitst op het moderne leven."

Bekijk ook

3. In hoeverre bestaat de zondagsrust nog in onze 24-uurs-economie?

De Zondagswet uit 1953 bestaat nog altijd. Ook al is het aantal christelijke Nederlanders afgenomen, en noemde in 2024 nog slechts 17 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder zichzelf rooms-katholiek. 14 procent noemde zichzelf protestants.

"Volgens de Zondagswet is het verboden om op zondag in de buurt van kerken veel lawaai te maken. De wet beschermt tegen lawaai en onrust die het gevolg is van openbare vermakelijkheden, samenkomsten, of de uitoefening van arbeid", legt Groen uit.

In de oorspronkelijke Zondagswet stonden bepalingen over werken en bedrijvigheid. "Later zijn daar aparte wetten voor gekomen: de Arbeidstijdenwet regelt het recht op rustdagen van werknemers, de Winkeltijdenwet regelt de openingstijden van winkels", vervolgt ze. Werken en winkelen op zondag worden dus niet geregeld volgens de huidige Zondagswet, maar hoogleraar Van Sasse van IJsselt vermoedt dat die wetten wel zijn voortgekomen uit de gedachte dat zondag een collectief moment van rust moet zijn.

Groen licht toe wat er in de Arbeidstijdenwet en Winkeltijdenwet staat over zondagen: "In de Arbeidstijdenwet staat dat je recht hebt op in ieder geval 13 vrije zondagen per jaar. Verder moet de werkgever het werk in principe zo organiseren dat het niet op zondag hoeft, tenzij het noodzakelijk wordt geacht vanuit uit de aard van het werk; als je bijvoorbeeld in de zorg of horeca werkt", zegt ze. "In de Winkeltijdenwet staat dat winkels in principe gesloten zijn op zon- en feestdagen, maar dat gemeenten zelf mogen beslissen of ze zich hieraan willen houden of dat ze dit toch anders willen inrichten."

info

Werken op zondag

Volgens de meest recente cijfers werkte 39,2 procent van de werknemers in 2021 regelmatig of soms op een zondag. In de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden wordt vanaf 2022 niet meer apart gevraagd naar werken op zondag, maar alleen naar werken in het weekend.

4. Steeds meer mensen moeten ook op zondag werken. Welke rechten hebben werknemers als zij zich aan de zondagsrust willen houden?

Groen: "In principe geldt dat werknemers niet op zondag hoeven te werken. Het kan zijn dat bepaalde soorten werk meebrengen dat ook op zondag moet worden gewerkt, zoals in de zorg of in het openbaar vervoer. Maar ook dan geldt dat je er als werknemer steeds met je werkgever samen uit moet komen. Overigens geldt dit ook als de werknemer liever niet op zondag wil werken om redenen die niets met religie te maken."

5. Hoe kunnen gemeenten de zondagsrust 'afdwingen', en hoeveel gemeenten doen dat?

"De Zondagswet stelt een kader voor wat wel en wat niet mag op zondag. Maar daarbinnen kunnen gemeenten verfijningen aanbrengen", zegt Van Sasse van IJsselt. "Dat is zo geregeld omdat er in Nederland veel verschillen zijn tussen gemeenten: in de ene gemeente speelt de kerk een grotere rol en is er meer behoefte aan het beschermen van de zondagsrust, dan in de andere", zegt Groen.

Zo kan het dat gemeenten verschillen in het aantal ontheffingen voor activiteiten dat zij goedkeuren. "Wat gemeenten niet mogen verbieden in het kader van de zondagsrust is sport en ontspanning", vertelt Groen. "Er is dus een zekere ondergrens. De Zondagswet beschermt zo juist ook dat je bepaalde dingen wél mag doen."

Het verlenen van ontheffingen is niet alleen een theoretische constructie, maar gebeurt in de praktijk ook wel. "In die zin is de Zondagswet een werkende wet, die nog altijd wordt gebruikt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Maar dat gebruik moet ook weer niet worden overschat: 45 procent van de gemeenten maakt helemaal geen gebruik van de wet." Dat bleek uit een onderzoek dat tien jaar geleden werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ook zijn er, voor zover Groen en Van Sasse van IJsselt weten, geen actuele voorbeelden bekend van rechtszaken op basis van handhaving van de Zondagswet.

6. Waarom wordt de zondagsrust ingeleid met luide kerkklokken? Dat is geen rust te noemen.

"Gemeenten mogen geluid van kerkklokken niet verbieden", antwoordt Groen. Het luiden van klokken voor een kerkdienst is aangemerkt als uiting van een godsdienst, en wordt dus beschermd door de Grondwet. Dat geldt ook voor andere vormen van het oproepen tot het belijden van godsdienst.

Wel mag een gemeenteraad regels instellen met betrekking tot de duur en het geluidsniveau. "Je mag dus niet heel hard en middenin de nacht klokken luiden", verduidelijkt Groen. "Klokgelui en andere gebedsoproepen mogen plaatsvinden binnen redelijke grenzen. Maar het verschilt per gemeente wat de precieze regels hiervoor zijn."

Bekijk ook

7. We hebben vrijheid van godsdienst, maar óók zondagsrust: hoe zit dat?

Volgens het principe van 'scheiding van kerk en staat' mag de overheid zich niet bemoeien met wat er in de kerk gebeurt. "Maar dat is een institutioneel beginsel: een instantie van de overheid mag zich niet bemoeien met een kerkelijke instantie. De overheid mag wél een rol spelen in de manier waarop religie zich manifesteert in de samenleving en in de manier waarop de samenleving omgaat met het respecteren van godsdienstige gevoelens van medeburgers", legt Van Sasse van IJsselt uit.

De zondagsrust is zo'n voorbeeld van omgang met religie in het publieke domein. De overheid mag zich daarom bemoeien met de zondagsrust. "Die bemoeienis is onder andere gericht op het beschermen van godsdienstvrijheid, in elk geval voor zover het gaat om bescherming van ongehinderde doorgang van de kerkdienst", vervolgt de hoogleraar. "Want dat is een grondrecht: iedereen moet vrij kunnen zijn om ook in gezamenlijkheid een religie uit te oefenen."

Het is niet zo dat de Zondagswet de godsdienstvrijheid van niet-christenen juist beperkt, zeggen Van Sasse van IJsselt en Groen. "De wet heeft expliciet niet tot doel om de 'heiliging van de zondag af te dwingen', maar om die mogelijk te maken voor degenen die daaraan behoefte hebben, door de rust op deze dag zoveel mogelijk te garanderen", zegt Groen.

"Natuurlijk komt de wet tegemoet aan gelovigen, maar de wet is er niet alleen voor hen", zegt Van Sasse van IJsselt. "De wet is nadrukkelijk niet bedoeld om kerkelijkheid te bevorderen, maar om een collectief moment van rust en ontspanning mogelijk te maken voor iedereen die daar behoefte aan heeft."

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

8. Is de zondagsrust niet een beetje achterhaald, nu minder mensen gelovig zijn?

"Je ziet dat de Zondagswet een stuk erfenis is, en dat er om die reden in de modernere tijd telkens opnieuw aan gepulkt wordt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Juridisch en praktisch gezien lijkt er niet echt een reden om de wet aan te passen."

"Een wet om de zondagsrust te beschermen is niet verplicht vanuit het recht op godsdienstvrijheid. De wens van gelovigen om op zondag te rusten verdient het gerespecteerd te worden; het houden en volgen van een eredienst moet je vanuit godsdienstvrijheid sowieso respecteren, of er nou wel of geen aparte Zondagswet is", legt de hoogleraar uit.

"Aan de andere kant is het in juridische zin ook niet erg dat er wél een aparte Zondagswet is: die wet is niet in strijd met andere wetgeving of het grondrecht op godsdienstvrijheid, dus kan prima bestaan."

Ook is in 2015 onderzocht of gemeentes in de praktijk tegen problemen met de wet aanliepen. "Daar bleek geen sprake van. Gemeenten ervaarden genoeg ruimte om beslissingen te nemen. Waarschijnlijk werd er mede daarom in coalities na 2015 geen prioriteit meer gegeven aan het afschaffen van de Zondagswet."

In die periode werd er wel flink over gediscussieerd. "Er werden zelfs een motie en wetsvoorstellen ingediend om de Zondagswet in te trekken. De zondagsrust zou dan niet langer vanuit het Rijk moeten worden geregeld, maar door gemeenten", weet Groen.

"Het heikele punt was dat er dan geen ondergrens meer zou zijn", vervolgt ze. "Gemeenten die dat willen, zouden dan veel strengere regels kunnen instellen voor wat niet mag op zondag. Uiteindelijk is daarom gezegd: we trekken 'm toch niet in, want de Zondagswet beschermt verschillende groepen mensen in wat ze op de zondag willen doen. Hij voorziet dus toch in een behoefte."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

'Je weet pas echt hoe het voelt, als je het zelf hebt meegemaakt': Merel (30) richtte een club op voor rouwende jongeren

'Je weet pas echt hoe het voelt, als je het zelf hebt meegemaakt': Merel (30) richtte een club op voor rouwende jongeren
Merel Beks (links) en de eerste borrel van Club Rauw
Bron: eigen beeld

Als je jong bent en een naaste verliest, is de kans niet zo groot dat veel mensen in je omgeving hetzelfde hebben meegemaakt. Terwijl dat juist waardevol kan zijn. Dat merkte ook Merel Beks, die een community oprichtte voor rouwende jongeren.

Toen haar vader een tijdje geleden onverwachts overleed, besloot Merel (30) haar gevoelens daarover te delen op Instagram en TikTok. Het was voor haar een manier om contact te maken met jongeren die ook iemand hadden verloren. Want hoe meelevend haar vrienden ook reageerden, begrijpen deden ze haar gevoelens niet volledig.

Iemand missen die je niet hebt gekend

"En dat is ook hartstikke logisch", vindt de Amsterdamse. "Natuurlijk probeer je je in een ander te verplaatsen, maar je weet toch pas hoe het voelt als je zelf zoiets hebt meegemaakt."

Merel verloor haar moeder op 4-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. "Het lastige als je op zo'n jonge leeftijd een ouder verliest, is dat je iemand mist die je eigenlijk niet echt hebt gekend", blikt ze terug. "Op een gegeven moment hebben mijn broertje en ik daarmee leren omgaan. We wisten niet beter."

'Nu staan we er alleen voor'

En toen overleed inmiddels bijna 3 jaar geleden plotseling hun vader. "Dan realiseer je je ineens: 'Nu staan we er alleen voor. We hebben geen ouders meer.' Dan moet je plotseling allerlei keuzes maken waar je nog nooit over na hebt gedacht."

"Ik ging volle bak in de regelmodus, in plaats van het verlies te omarmen. Ik wist niet goed waar ik het zoeken moest, wat ik moest doen", vertelt ze over de tijd na het onverwachtse overlijden. "Ik weet nog dat ik bij mezelf dacht hoe fijn het zou zijn als ik - naast mijn broer - nog iemand zou kennen die ook door zoiets heenging."

Bekijk ook

Moeilijk uit te leggen

Haar vriendinnen waren hartstikke lief voor haar, herinnert Merel zich. "Ik ben dankbaar voor hoe ze me hebben gesteund na mijn vaders dood. Zeker in het begin. Maar zij hadden natuurlijk niet met rouw te maken zoals ik dat had", legt ze uit.

Rouw komt met vlagen, ervaart zij. "In een soort golven. Het kan je ineens overvallen, waardoor je er helemaal van ondersteboven raakt. Dat gevoel kun je eigenlijk niet goed uitleggen aan iemand die dat niet heeft meegemaakt."

Niet het juiste moment

"En dan zijn er juist de momenten waarop je je goed voelt. Momenten waarop je het over leuke dingen wil hebben, gezellig wil borrelen. Als mensen dan ineens vragen hoe ik me voel, klap ik dicht. Het is voor mij dan niet het juiste moment om het erover te hebben."

Merel benadrukt dat ze het haar vriendinnen niet kwalijk neemt, als ze niet goed weten hoe ze met haar rouw om kunnen gaan. "Zelf weet ik het ook niet altijd."

Herkenning

Dat meer mensen daarmee worstelen, ontdekte ze toen ze ontzettend veel reacties kreeg op haar posts op Instagram en TikTok. "Het was bijzonder om van zoveel - voor mij onbekende - mensen te horen dat ze zich herkenden in wat ik daar vertelde over mijn rouwproces. Ik voelde me daar zo door gesteund. En ik had het idee dat zij datzelfde voelden."

Merel wilde daar iets mee. "Er bleken zoveel mensen met dezelfde behoefte te zijn. Ik dacht: 'Waarom probeer ik ze niet samen te brengen?'"

Bekijk ook

Club Rauw

En dat lukte. Eind maart organiseerde ze in Amsterdam een eerste borrel onder de naam Club Rauw, waar veertig mensen op afkwamen met als doel gelijkgestemden te ontmoeten.

"Ik zag daar zoveel herkenning, ook bij mezelf. Bizar dat er zoveel mensen zijn die op jonge leeftijd al een groot verlies hebben meegemaakt. Heel mooi dat ze de moed hadden gevonden om naar de bijeenkomst te komen."

Minder alleen met je gevoelens

Na de borrel richtte Merel een online community op, met verschillende WhatsApp-groepen waarin mensen hun verhalen kunnen delen met mensen die op eenzelfde manier verlies ervaren. Daarover willen praten of naar anderen willen luisteren. Daar bleek veel behoefte aan: binnen een week hadden bijna 400 mensen zich aangemeld.

Er is een WhatsApp-groep voor mensen die hun ouders zijn verloren, mensen die vrienden of vriendinnen zijn verloren, een voor mensen die hun partner zijn verloren. Zo kunnen mensen zich aansluiten bij de groep die bij hun ervaring past. "Het is gewoon heel fijn als je een community hebt, al is het op je telefoon, waardoor je je minder alleen voelt met je gevoelens."

Helpende hand

Ze vertelt wat ze zoal langs ziet komen in haar WhatsApp-groepen. "Iemand schreef bijvoorbeeld dat ze het extra moeilijk heeft met het overlijden van haar moeder nu ze zelf moeder wordt. Dat ze dat niet met haar kan delen. En dan zie je dat andere vrouwen die dat ook meemaakten daarop reageren. Dat ze elkaar steunen."

De appgroep voor mensen die hun partner zijn verloren is relatief klein, vertelt Merel. "Omdat het - gelukkig - niet zo vaak voorkomt dat je als 20er of 30er je partner verliest. Maar het gebeurt wel. En dan is het mooi dat, ook al zijn het maar vier mensen, dat die dan met elkaar in contact kunnen komen en elkaar een helpende hand kunnen bieden."

Bekijk ook

Beter bespreekbaar maken

"Rouw is iets wat we allemaal meemaken, vroeg of laat. Tegelijk is het iets wat we niet wíllen meemaken. Dat maakt het een zwaar onderwerp. Mensen vinden het in mijn ervaring moeilijk om erover in gesprek te gaan met elkaar. Je wil niet allerlei emoties aanwakkeren", merkt Merel.

Dat ziet ook socioloog en schrijver van het boek 'Van Harte Gecondoleerd', Ameline Ansu. Zij verloor zelf op jonge leeftijd haar beiden ouders en wil rouw beter bespreekbaar maken. "Ik vind het gek dat iets wat zoveel impact heeft op je leven, nog altijd vrij weinig ruimte krijgt in onze westerse maatschappij."

Cultuurverschil

Dat het ook anders kan, ziet Ansu binnen haar eigen familie. Haar moeder kwam uit Nederland en haar vader uit Sierra Leone. "Ik zie in die twee culturen grote verschillen, wat omgaan met rouw betreft."

"Als ik in Sierra Leone ben, is het heel vanzelfsprekend om dingen samen te doen, samen te rouwen. Mensen vertellen daar uit zichzelf anekdotes over mijn vader. Hij wordt daar heel erg in leven gehouden. Dat is niet zo met mijn moeder. Het zit gewoon veel minder in ons om dat te doen."

Steeds meer initiatieven

Al begint het ook hier, in het westen, wel een beetje te kantelen, ziet ze. Zeker onder jongeren. Ansu vindt het goed dat community's als Club Rauw bestaan. "Ik heb de laatste jaren steeds meer van dit soort initiatieven zien ontstaan, door het hele land. En iedere organisator doet het weer net een beetje anders. Wat goed is, want er is geen blauwdruk voor hoe je moet rouwen."

Het aansluiten bij dit soort initiatieven heeft verschillende functies, denkt Ansu. "Het geeft je de mogelijkheid om met gelijkgestemden te zijn. Om ervaringen uit te wisselen."

Bekijk ook

Zien dat je niet alleen bent

"Maar ook om vragen te stellen", vervolgt ze. "Als je bijvoorbeeld merkt dat je het moeilijk vindt om het overlijden van een ouder te praten, maar dat wel graag wil, dan is het fijn om een poule van mensen te hebben die je kunnen vertellen hoe zij daarmee om zijn gegaan. Dan kun je eruit pikken wat voor jou werkt."

Het kan helpen als je van iemand van je eigen leeftijd hoort hoe die iets heeft gedaan, denkt de socioloog. "Daarnaast zie je, door naar zo'n bijeenkomst te gaan, ook letterlijk dat je niet de enige bent die een groot verlies meemaakt. Dat je niet alleen bent."

Verschil per levensfase

Hoewel rouw voor iedereen anders is, ziet Ansu wel verschil tussen jonge en wat oudere mensen. "En dan vooral in hoe je omgeving reageert. Voor mijn boek heb ik verschillende mensen gesproken die als tiener een ouder verloren. Zij merkten dat ze niet zoveel steun kregen van hun omgeving als ze hadden gehoopt."

"En dan is op zich ook logisch, omdat je als je jong bent gewoon minder handvatten hebt voor hoe je met zoiets omgaat. Diezelfde vrienden gaan er, nu ze ouder zijn, veel beter mee om. Dus de levensfase waarin je zit heeft zeker invloed."

Meer bijeenkomsten

In de toekomst hoopt Merel meer offline bijeenkomsten te gaan organiseren. En dan niet alleen met lotgenoten, maar ook met experts die lezingen geven over rouw en alles wat daarbij komt kijken.

"Dat lijkt me mooi, dat mensen én gelijkgestemden kunnen ontmoeten én naar huis gaan met nieuwe handvatten voor hoe ze met hun rouw kunnen omgaan."

Bekijk ook

Het leven vieren

Zelf wil Merel, ondanks dat ze haar ouders mist, vooral het leven vieren. "Ik weet zeker dat zij ook voor mijn broer en mij zouden willen dat we gelukkig zijn. Je kunt rouw ook op een positieve, lichtere manier bespreekbaar maken."

"Dat wil ook tijdens de borrels van Club Rauw. Ik denk dat het voor mensen dan ook makkelijker wordt om erover te praten."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant