Wie wat ouder is, kan er mogelijk over meepraten: gezien worden als fragiel en niet meer geschikt voor de arbeidsmarkt. En dat terwijl er nog zoveel kan op latere leeftijd, vertellen Hans Créton en Frances Revell. Zij zijn klaar met de betutteling.

Hans, die altijd in het onderwijs heeft gewerkt, helpt op 88-jarige leeftijd nog wekelijks leerlingen die moeite hebben met natuurkunde. Ook speelt hij fanatiek jeu de boules en bridge en doet hij vrijwilligerswerk bij Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO-PCOB).

Mantelzorgen, oppassen en vrijwilligen

Actieve ouderen leven vanuit een duidelijke filosofie: je moet blijven doen waar je gelukkig van wordt, ook op latere leeftijd. Maar dat wordt ze niet altijd even makkelijk gemaakt, weet Hans.

"In beleidsnota's komen vaak drie dingen naar voren: ik mag mantelzorgen, ik mag oppassen op mijn kleinkinderen en ik mag vrijwilligerswerk doen. Maar ik mag niet de dingen doen die ik eigenlijk leuk en uitdagend vind."

'Hoe ouder, hoe zieliger'

Dit is volgens Hans vooral te merken op de arbeidsmarkt: "Nu ben ik 88, dus ik kan het al helemaal vergeten. Maar het geldt ook al met 70, 75 jaar. In die tijd heb ik ook weleens gesolliciteerd, je komt gewoon niet aan de slag."

Toch begrijpt hij dat ook. "Ik kan er ook niet over klagen, want toen ik zelf op mijn 50ste in een sollicitatiecommissie zat en iemand van 70 solliciteerde, legde ik die brief ook naast me neer. Hoe ouder je wordt, hoe zieliger. Dan hebben ze zelfs medelijden met je als je solliciteert. En dat is wel vervelend. Ik denk dat ik een hoop dingen kan en een hoop dingen niet meer mag."

Bekijk ook

Stimulerend voor achteruitgang

Hans voelt zich als oudere vaak betutteld. En te veel hulp kan negatieve gevolgen hebben, waarschuwt hij. "Het is uit goedheid geboren, maar hulp stimuleert achteruitgang." Om zelf dingen te blijven leren en kunnen, moet je ze namelijk ook echt dóén, vindt hij.

Hij geeft het omgaan met een computer of een smartphone als voorbeeld: "Kinderen en kleinkinderen doen dat natuurlijk twintig keer zo goed. Maar als zij dat voor je gaan doen, word je er steeds slechter in en kun je het op een gegeven moment niet meer."

'Ik wil zelf autorijden'

Hetzelfde geldt volgens hem voor autorijden. "Mijn kinderen vroegen als het regende of wanneer het al laat was: 'Zal ik rijden?' En in het begin zei ik daar 'ja' tegen, omdat ik niet onvriendelijk wilde zijn." Maar dat doet hij nu niet meer: "Ik wil gewoon zelf rijden om het niet af te leren."

"Het beeld is dat ouderen toch een beetje versleten zijn, afgetakeld, niet meer van deze tijd, een beetje dement. Dat nodigt uit tot betuttelen", merkt Hans. "Dan doen ze iets voor je, omdat ze vinden dat het anders te lang duurt. Ze hebben geen zin om het allemaal uit te leggen, denken dat ik het toch niet snap."

Bekijk ook

Verkleinwoordjes en langzaam praten

Ook buiten zijn eigen kringen merkt Hans dit, bijvoorbeeld bij de bank. "Dat gaat allemaal online. Daar gaan ze er in eerste instantie vanuit dat ik als 88-jarige niet goed weet hoe dat werkt en leggen ze me dingen uit alsof ik een kind ben. Met verkleinwoordjes en heel langzaam met heel makkelijke woorden."

"Kijk, ik heb het zelf ook gedaan, dus het zou een beetje hypocriet zijn om te zeggen: 'Goh, wat zijn die mensen slecht.' En ik merk dat ze na een tijdje wel inzien dat ik het allemaal best wel snap. Dan gaan zij ook normaler doen."

'Je' in plaats van 'u'

Dat mensen zich anders gaan gedragen als ze langere tijd met hem omgaan, merkt Hans ook op de school waar hij werkt. Waar de leerlingen eerst 'u' zeiden, zeggen ze inmiddels 'je'. "Je kunt zeggen dat je met 'u' respect toont voor ouderen, maar het is ook afstand nemen van."

"Mijn leerlingen roepen nu gewoon 'Hoi Hans' en ze gebruiken 'jij'. Ik hoor er gewoon bij. Dat vind ik ontzettend leuk." Hans raadt het iedereen aan om te blijven doen wat je gelukkig maakt: "Als ik niks meer doe, heb ik alleen nog maar een verleden. Dat gebeurt natuurlijk vaak, dat ouderen alleen maar over het verleden praten."

Bekijk ook

Ouderen niet altijd hulpbehoevend

Veel ouderen leven zoals Hans dat doet en zijn helemaal niet kwetsbaar, ziet bijzonder hoogleraar Robbert Gobbens. Hij houdt zich bezig met de professionalisering van de verpleging en verzorging in de ouderenzorg, "Veel 80- of 85-plussers kunnen prima zelf hun boontjes doppen."

Zijn studenten denken vaak dat ouderen mensen zijn die hulp nodig hebben, vertelt hij. "Heel snel wordt gedacht dat een oudere iemand is met een beperking, iemand die niet kan horen of zien, iemand die hulp nodig heeft. Maar dat is helemaal niet de werkelijkheid."

'Regie houden is erg belangrijk'

Het is volgens Gobbens ontzettend belangrijk voor ouderen om regie over het eigen leven te houden. "Dat is voor elk mens zo en heel veel oudere mensen zijn daar gewoon toe in staat", benadrukt hij.

De hoogleraar adviseert mensen om pas hulp aan te bieden als bekend is hoe de oudere daar zelf over denkt: "Laat ze het zo lang mogelijk zelf doen en bied hulp als iemand dat vraagt. Ga het gesprek erover aan. Het uitgangspunt moet zijn: wat wil iemand zelf en wat kan iemand nog zelf?"

Bekijk ook

Zinvolle dingen blijven doen

Toen de 71-jarige Frances 8 jaar geleden stopte met werken, viel ze in een gat. "Het ging me slecht af om alleen maar thuis te zitten, tv te kijken, laat op te staan. Je verzandt in een soort lethargie. Ik vind het daarom heel belangrijk om zinvolle dingen te bijven doen."

Ze werkte de afgelopen jaren als postbezorger, leerde Russisch met haar partner en begon met bowlen. Nu werkt ze een dag in de week in de schoolbibliotheek van haar kleinkinderen, doet ze de administratie voor het bedrijf van haar zoon en past ze regelmatig op. Daarbij helpt ze ouderen met hun belastingaangifte.

Bezorgdheid of betutteling?

Haar kinderen maken zich weleens zorgen over haar drukke agenda, vertelt Frances. Maar daar trekt ze zich weinig van aan: "Ik ben best in staat om gas terug te nemen als dat nodig is."

"Ze willen niet dat ik te veel hooi op mijn vork neem. Ze willen dat ik geniet, maar dat doe ik ook. Ik doe alles met plezier, niet omdat het moet." Betutteling wil ze de bemoeienis van haar kinderen niet noemen. "Het is zuivere bezorgdheid."

Frances Revell (71) aan het werk in een volkstuin
Bron: Eigen foto
Frances Revell (71) aan het werk in een volkstuin

Toon tegen ouderen

Hoewel ze zelf geen betutteling ervaart, ziet ze dat wel gebeuren bij ouderen die ze tijdens haar vrijwilligerswerk ontmoet. "Er zijn gevallen waarin ik de verzorgende aantref bij iemand thuis, terwijl ik kom voor de belastingaangifte", geeft Frances als voorbeeld.

"En dan hoor ik de toon waarop tegen iemand wordt gepraat", vertelt ze. "Alsof diegene er zelf nauwelijks bij is. Of niet in staat zou zijn om een normaal antwoord te geven."

Nog helder van geest

Gelukkig ziet ze ook ouderen die hier goed mee om kunnen gaan. "Ik kom bij een meneer, die zo'n 10 jaar ouder is dan ik, en die gaat er echt tegenin door een grapje te maken of bozig te doen."

Maar het blijft lastig om te zien, vindt Frances. "Die man heeft best veel zorg nodig, maar in zijn hoofd klopt alles. Dat iemand bijvoorbeeld iets later reageert wil niet zeggen dat de helderheid van geest er niet is."

Bekijk ook

'Zo hoef je niet tegen mij te praten'

Als ze zelf in de toekomst te maken krijgt met betutteling denkt ze dat ze er op dezelfde manier mee om zal gaan als deze meneer. "Ik hoop dat ik dan nog helder genoeg ben. Dat ik bijvoorbeeld zelf kan zeggen: 'Zo hoef je niet tegen mij te praten.' Ik heb bovendien twee kinderen die dat ook niet met hun moeder zouden laten gebeuren."

In de tussentijd houdt Frances vast aan haar drukke planning. Er past zelfs nog wel wat bij: "Ik ben lid geweest van een leesclub Nederlands en een leesclub Engels, die zijn allebei opgehouden te bestaan. Als ik daar tegenaan zou lopen, dan zou ik dat eigenlijk wel graag weer doen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.