Ruim een half jaar geleden – het zal ergens in de zomer zijn geweest- schreven mijn collega Pauline Veen en ik een brief aan Peter en Marjolein Nijhoff, broer en schoonzus van politieman Frans Nijhoff die op 16 april 2005 zijn gezin en zichzelf van het leven beroofde. Het Hilversumse familiedrama had ons diep getroffen.

We wilden weten hoe je als nabestaanden met zo’n verschrikkelijk drama omgaat. Peter en Marjolein hadden tot dusverre de pers ver van zich gehouden en waren nooit op dit soort verzoeken ingegaan. Maar onze brief had een gevoelige snaar geraakt.

Peter belde ons op en nodigde ons uit voor een gesprek. Een week later zaten we in de achtertuin van Peter en Marjolein aan de thee. Ze vertelden ons over hun slechte ervaringen met de pers. Over de in hun ogen schandalige rol die journalisten hadden gespeeld: fotojournalisten die uit de bosjes sprongen en foto’s van hun kinderen maakten, die bloemen legden bij het huis van hun overleden familieleden. Telelenzen die werden gebruikt tijdens de begrafenis op plekken waar het niet was toegestaan. Suggestieve en verkeerde berichtgeving: broer Frans zou overspannen zijn geweest en al maanden niet op zijn werk zijn verschenen, de jeugdzorg had het gezin al in de gaten gehouden. Allemaal klinkklare onzin, die ongecheckt in de kranten verscheen . Het absolute dieptepunt was een foto op de voorpagina van De Telegraaf, die bij de slachtoffers in de bus was gedaan, met daarop de kop ‘Vijf doden’. “Ze zijn weliswaar dood, maar ze waren tenminste wel geabonneerd op…”, omschreef Peter ons zijn gevoel over deze ‘wervende’ foto.

Tientallen journalisten hebben hem –zeker de eerste maanden- dagelijks lastig gevallen met de vraag of hij een interview wilde geven. Het was juist de kwaliteitspers die hem continu belde. De vragen gingen altijd over de waaromvraag. Peter zag psychologen in televisieprogramma’s een verklaring geven voor wat zijn broer gedaan had. Maar waar baseerden deze mensen zich op? Peter en Marjolein zelf weten nog altijd niet wat er gebeurd is. “We zijn heel kwaad geweest, maar het heeft geen zin om daar je hoofd over te breken”, zegt Marjolein. En dan de mensen op straat. Want die lezen de kranten en kijken naar de televisie. Ze durfden Peter en Marjolein niet meer aan te spreken. Tot op de dag van vandaag. Of ze oordeelden en erger nog: veroordeelden, zonder de juiste feiten te kennen.

De afgelopen maanden hebben we veelvuldig contact gehad met de familie Nijhoff. We zijn een paar keer langs geweest en vonden dat buitengewoon aangenaam. Vaak gingen de gesprekken niet meer over het verschrikkelijke drama, maar over de dingen in het dagelijks leven. Het klikte. Begin december vroegen wij hen om hun verhaal te doen voor televisie. Vertel wat je is overkomen, vertel hoe de pers en de omgeving reageerden. Ze stemden in met een gesprek, dat we twee weken later, vlak na de kerst opnamen. Ze willen vooral de buitenwereld laten zien wat je na zo’n drama–ongevraagd- overkomt en hopen daarmee dat anderen in toekomstige gevallen hetzelfde leed bespaard zal blijven.

Natuurlijk wilden wij als programmamakers niet het braafste jongetje van de klas zijn. Een deel van de reportage gaat namelijk over de dubieuze rol van de pers, een beroepsgroep waar we zelf ook onderdeel van zijn. Toch vonden wij het uiterst belangrijk om hun verhaal te vertellen. Immers: Ze veroordelen de pers niet, ze roepen de pers op om in toekomstige gevallen terughoudend te zijn. Een wijze raad. Niets meer en niets minder. Ze houden ons -journalisten- een spiegel voor en dat kan af en toe absoluut geen kwaad.

Wij hebben het gevoel dat we een evenwichtige reportage hebben gemaakt. Van NVJ-omroepsecretaris Marc Visch, de vakorganisatie voor Journalisten, kreeg ik een positieve reactie. De familie Nijhoff liet gisteren aan mijn collega Pauline weten dat ze zeer tevreden waren over de uitzending. Ze hadden veel goede reacties gehad, van hun omgeving en hun familie, en waren blij dat ze hun verhaal hebben kunnen doen. Voor hen is nu een hoofdstuk afgesloten.

Maar hoe reageerde de schrijvende pers op de reportage?

Televisierecensent Wim de Jong van De Volkskrant omschreef onze rol als “een schijnheilige voet tussen de deur”. En: “Maar wat deden broer en zus nu het gefluister op straat is afgenomen en hun rouwproces zich hopelijk alweer een hele poos voltrekt buiten de media om. Ze lieten diezelfde media in hun priv?ereld binnen”. Ook citeerde hij nog zeer selectief uit twee negatieve reacties op ons forum, terwijl de meeste berichten toch louter positief en meelevend waren. Heeft deze man wel naar dezelfde reportage gekeken?, vroeg ik mij af. Heeft deze man ?haupt wel iets begrepen van het verhaal van Peter en Marjolein, overigens niet broer en zus maar –zoals meerdere malen in de reportage werd vermeld- broer en schoonzus van Frans Nijhoff? Gaven Peter en Marjolein niet aan dat ze nog steeds niet aan rouwverwerking waren toegekomen… Gaven ze niet aan dat er geen antwoord te geven is op de waaromvraag? (De Jong: “We kwamen over mogelijke verklaringen niets te weten”).

De stap van Peter en Marjolein om voor onze camera’s hun verhaal te doen was niet alleen moedig, maar blijkbaar hard nodig. Hun oproep aan de pers luidt: baseer je op de feiten. En dat is een wijze les waar vooral Wim de Jong nog veel van kan opsteken.

Bekijk

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.