We willen ons beter bewapenen tegen Rusland, en dus stijgen de defensie-uitgaven al jaren. Volgens NAVO-topman Rutte moet daar nog veel meer bij. Maar snel extra geld uitgeven verloopt moeizaam, omdat opschalen van de defensie-industrie veel tijd kost.
Sinds de Russische inval in Oekraïne is het gevoel van oorlogsdreiging in West-Europa toegenomen. De meeste NAVO-landen zijn hun defensiebudgetten fors aan het opschroeven. Zo voldeed Nederland afgelopen jaar voor het eerst aan de NAVO-norm, die stelt dat de lidstaten tenminste 2 procent van hun begroting moeten uitgeven aan defensie.
Defensiebudget verdubbeld
Daar hebben we tien jaar over gedaan, zegt Dick Zandee, defensiespecialist bij Instituut Clingendael. "Eigenlijk is dat pas op het laatste moment bereikt, omdat zowel onder het laatste kabinet-Rutte als ook onder de huidige regering het defensiebudget behoorlijk is verhoogd."
"Dit jaar is er een budget van 22 miljard euro dat we aan defensie besteden. Dat was in 2014 maar een kleine 8 miljard, dus het is meer dan verdubbeld."
Enorme groei
Dat er meer geld beschikbaar is merken ze bij Thales Nederland, het grootste defensiebedrijf van het land en producent van onder meer hightech radarsystemen. Het bedrijf moest jarenlang inkrimpen, want rond de eeuwwisseling dacht iedereen dat de Koude Oorlog ten einde was. Europa schuilde veilig onder de paraplu van Amerika.
De laatste jaren is er sprake van een kentering, ziet CEO Gerben Edelijn. "Sinds 2019 zijn we enorm aan het groeien. Op dit moment nemen we zo'n 350 mensen per jaar aan. En dat doen we al een aantal jaren. Dus we hebben inmiddels weer zo'n 3000 medewerkers."
Bekijk ook
'Snel meer uitgeven lukt niet altijd'
Er is veel extra geld beschikbaar, maar het lukte het ministerie van Defensie afgelopen jaar niet om dat budget ook helemaal uit te geven, zegt defensiespecialist Zandee. Dat komt volgens hem juist door die snelle stijging van het defensiebudget. Dat kun je niet meteen investeren, legt hij uit.
"Het extra geld wordt deels geïnvesteerd in nieuwe infrastructuur. We zijn nu bijvoorbeeld al een paar jaar bezig met de discussie over een grote nieuwe kazerne in de Flevopolder. Je krijgt bezwaarschriften te verwerken, en noem maar op. Dat maakt het lastig om dat nieuwe geld snel uit te geven."
Achter in de wachtrij
Een ander deel van de investeringen gaat naar nieuw materieel. Denk aan munitie en tanks, maar ook geavanceerde defensiesystemen als Patriot-raketten of marineschepen. Defensie koopt dat materieel deels in bij Europese bedrijven, maar ook in de VS en Israël. Maar die landen leveren eerst aan zichzelf.
De aanschaf van materieel verloopt stroef, omdat Nederland niet de enige nieuwe klant is. Zandee: "Wat in Nederland gebeurt, gebeurt ook in andere landen. Iedereen moet nieuw materieel kopen. Iedereen moet zijn munitievoorraden aanvullen en komt daardoor in de wachtrij te staan. Als je niet snel bent en snel de contracten sluit, ben je nummer drie, vier, vijf, zes of zeven in de rij. Dan moet je twee of drie jaar wachten voordat je de munitie of het materieel krijgt."
Bekijk ook
Krappe arbeidsmarkt
De vraag naar materieel als vliegtuigen, tanks, afweergeschut en raketten stijgt enorm, maar het snel opschalen van de productiecapaciteit kent zijn grenzen. Personeel is ook schaars. Het gaat vaak om hoogtechnologisch werk, met producten die vol zitten met chips en computers. Als je wilt uitbreiden, moet je technisch geschoolde werknemers zien te vinden op een arbeidsmarkt die al onder enorme druk staat, en waarop commerciële bedrijven met elkaar concurreren om talent.
Bovendien is het ook vaak heel specialistisch werk, zegt Thales-topman Edelijn. "We zijn één van de weinige bedrijven in Europa die dit doen, dus het is niet zo dat je op de hoek van de straat allemaal mensen kunt vinden met de kennis die wij nodig hebben. Dus we moeten zorgen dat we goede mensen binnenhalen, en vervolgens moeten we al die mensen opleiden om ons specifieke vakgebied aan ze uit te leggen. En dat kost tijd, heel veel tijd."
Schaarse grondstoffen
Defensiedeskundige Zandee wijst op nog een probleem bij het snel opschalen van de defensie-industrie: de aanvoer van grondstoffen. Je kunt wel je productielijnen gereed hebben, maar als de grondstoffen niet worden aangevoerd om alles in elkaar te zetten, heb je nog steeds vertraging. Dat is lastig omdat we handelen op een wereldmarkt van grondstoffen en soms afhankelijk zijn geworden van grondstoffen uit landen als China.
Al die factoren zorgen ervoor dat het lastig is om snel op te schalen, merken ze ook bij Thales. "Wij zijn op dit moment onze radarproductie aan het verdrievoudigen. En als dat moet, kunnen we dat ook voor het zesvoudige. Niet dat dat dan morgen klaar is, dat zal wel enige tijd duren, maar dat kan wel. Maar als je nu allerlei nieuwe ontwikkelingen tegelijkertijd gaat doen, is dat veel lastiger. Daar heb je tijd voor nodig."
Bekijk ook
Iedereen zijn eigen legertje
Het doel is om de defensie-industrie op te schalen, zodat we veilig blijven in tijden van toenemende oorlogsdreiging. Meer geld uitgeven is daar niet voldoende voor, zegt Zandee. In Europa geven we teveel geld uit aan het in stand houden van nationale legertjes, en dat is volgens hem veel te inefficiënt.
"Daar heeft Rusland geen last van. Die hebben één strijdmacht, die kopen één partij materieel voor hun strijdkrachten, en hebben daardoor ook een uitstekende standaardisatie. En die hebben wij niet, want de Duitse landmacht rijdt in een ander pantservoertuig dan de Nederlandse landmacht en de Fransen rijden weer in andere voertuigen. Als we dat zouden standaardiseren in Europa wordt het per stuk veel goedkoper."
Wij de radarsystemen, Duitsland de tanks
Hoe kunnen we de productie beter verdelen als ieder land ondertussen ook zijn binnenlandse industrie wil beschermen? Het gevaar is dat ieder land het wiel opnieuw blijft uitvinden, en dat kost tijd, zegt Thales-topman Edelijn. Hij vindt dat Europese landen gebruik moeten maken van elkaars sterke punten.
Als Duitsland heel goed is in voertuigen, kopen wij tanks in Duitsland, en als wij goed zijn in radarsystemen, kunnen de Duitsers die hier bestellen. Edelijn: "Wij hebben geavanceerde luchtverdedigingssystemen ontwikkeld, samen met de Nederlandse landmacht. Daar is ook in het buitenland veel behoefte aan en we zouden er meer van kunnen maken. Maar dan moeten we er wel voor zorgen dat andere landen ze niet zelf gaan produceren en we veel tijd verliezen."
Bekijk ook
Achterhaalde wetgeving
Tot slot wijst Zandee op rigide regelgeving die het opschalen vertraagt. In feite zitten we in een situatie tussen vrede en oorlog in, maar de wetgeving is nog gebaseerd op een vredessituatie, zegt hij. De defensiespecialist pleit voor uitzonderingen op de normale wetgeving, zodat de krijgsmacht weer snel op orde kan komen.
"Denk aan grondstoffen zoals lithium of staal. Dat zou met prioriteit naar de defensie-industrie moeten gaan. Als we dat niet doen wordt het weggekocht door commerciële bedrijven en moet de defensie-industrie daar twee jaar op wachten. Dat risico kunnen we niet nemen."
Regels versoepelen
Ook de Thales-topman vindt dat sommige regelgeving de productionele slagkracht beperkt. Zo zou je tijd kunnen winnen door hele hoge eisen op het vlak van cybersecurity te versoepelen, oppert hij. Of door anders te kijken naar regels over het gebruik van gevaarlijke materialen in het productieproces van de radarsystemen.
"Er zijn allerlei regels voor welke materialen je wel of niet mag gebruiken. Dat betekent dat je daar alternatieven voor moet zoeken. Dat kost tijd. Er zijn veel van dit soort regels die goed bedoeld zijn maar wel tot vertraging leiden. Als je in tijden van oorlog zou zeggen: er is nu iets belangrijkers, ik heb nu die radar nodig. Dan zou je die regeltjes misschien tijdelijk buiten werking kunnen stellen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.