De Nederlandse leden van het Europees parlement willen een hoger salaris. Ze eisen een verhoging van hun inkomen van zo'n 12-duizend euro per jaar. De parlementariers schrijven dit in een brief aan het kabinet en aan de Tweede Kamer.
Rectificatie
Zowel in de reportage als op de website wordt een bedrag genoemd als dagvergoeding van 500 euro. Dat klopt niet. Dat moet zijn: 268 euro per dag.De fout is te verklaren door dat SP-er Meijer nog de bedragen in guldens in zijn hoofd had en niet de euro-bedragen.
Een aantal leden wil de nieuwe gedragscode pas ondertekenen, als hun salaris is verhoogd. In die gedragscode hebben de EP-ers afgesproken dat ze afzien van een dubbel pensioen en dat ze alleen werkelijk gemaakte reiskosten declareren. Over de dagvergoeding van 268 euro per dag, zijn geen afspraken gemaakt.
Vriendelijk doch dringend
Ondanks het feit dat niet alle leden de gedragscode hebben ondertekend, eisen ze nu dat hun salaris wordt opgetrokken naar het niveau van een lid van de Tweede Kamer. De EP-ers worden sinds 1997 gekort, omdat ze gebruik kunnen maken van de riante onkostenvergoedingen in Brussel.In de brief vragen ze het kabinet “vriendelijk doch dringend de kortingsregeling in heroverweging” te nemen. Alleen PvdA en SP hebben in de brief laten weten de salaris-eis niet te ondersteunen.
De betreffende brief staat hieronder ter inzage:
Aan de Minister-president,Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.Rotterdam, 25 februari 2005Geachte heer Balkenende,Geachte heer Remkes,Geachte heer Weisglas,Namens een ruime meerderheid van de in Nederland gekozen Leden van het Europees Parlement wil ik gaarne het navolgende onder uw gewaardeerde aandacht brengen en ter overweging meegeven.Wellicht hebt u uit de media kunnen vernemen dat er opnieuw een gedragscode is opgesteld voor de Nederlandse Leden van het Europees Parlement inhoudende afspraken omtrent vergoedingen voor gemaakte kosten. De afgelopen vijf jaar is bij onafhankelijke controle niet gebleken dat deze forfaitaire bedragen buitensporig zijn, zoals wel wordt gesuggereerd. Wat de media meestal niet vermelden, is dat de Nederlandse Leden van het Europees Parlement sinds 1997 door de Nederlandse overheid, overigens in strijd met het Europees Verdrag, met bijna 12.000 euro per jaar worden gekort op hun schadeloosstelling in vergelijking met hun collega's in de Tweede Kamer. Het valt te betreuren dat de Nederlandse regering tijdens het afgelopen Voorzitterschap niet in staat is gebleken om de impasse in de Raad betreffende het Ledenstatuut, dat voorziet in gelijke beloning van álle Leden van het Europees Parlement met een transparant vergoedingensysteem, te doorbreken. Het opstellen van een gedragscode voor Nederlandse Leden is ernstig bemoeilijkt door de bovenvermelde korting op onze schadeloosstelling. Veel leden zijn van mening dat deze korting ongedaan moet worden gemaakt. Voor enkele leden weegt dit zelfs zo zwaar dat zij de ondertekening van de gedragscode daarvan afhankelijk maken. Zolang het ledenstatuut hangende is, ligt het immers voor de hand dat de Leden van het Europees Parlement gelijk worden behandeld met de Leden van de nationale parlementen. Bij dezen wil ik u namens deze collega's dan ook vriendelijk, doch dringend verzoeken de kortingsregeling in heroverweging te nemen. In de preambule bij de gezamenlijke gedragscode staat dat wij er bij de Nederlandse regering en parlement op aandringen te bezien of de huidige situatie, waarbij een korting wordt toegepast, gerechtvaardigd is. De tekst van de gezamenlijke gedragscode is bijgevoegd. Ik zou het zeer op prijs stellen als U bereid zou zijn om in nader overleg te treden met een representatieve delegatie uit ons midden. Vertrouwende op uw welwillende medewerking verneem ik gaarne spoedig van u. Hoogachtend,Namens een aantal Nederlandse leden van het Europees Parlement,Dr J. Blokland, dekenPS. De delegatieleiders van de PvdA en de SP hebben te kennen gegeven dat deze brief niet mede namens hen wordt verzonden. Bijgevoegd de tekst van de gedragscode, die inmiddels door 24 leden onvoorwaardelijk is getekend, door een lid voorwaardelijk, terwijl een lid als voorwaarde vooraf opheffing van de korting vraagt. Een lid tenslotte stelt dat zijn belofte om zich aan de gedragscode te houden voldoende moet zijn en niet met een handtekening hoeft te worden bekrachtigd.
Afspraken
De Nederlandse leden maken in het kader van deze gedragscode de volgende afspraken: o De gedragscode geldt tot het moment dat Raad en Europees Parlement overeenstemming hebben bereikt over een statuut voor de leden. Vanaf het moment van dat mogelijk besluit zal de overeengekomen nieuwe regeling voor de onkosten als het uitgangspunt voor de Nederlandse leden gelden. o De Nederlandse leden zullen er bij de Nederlandse regering en parlement op aandringen te bezien of de huidige situatie waarin , anders dan bij de overige 24 lidstaten, er bij het salaris van europarlementariërs een korting wordt toegepast ten opzichte van de nationale parlementariërs, gerechtvaardigd is. o Het uitgangspunt van de gedragscode is transparantie naar de burger over het gebruik van de ontvangen onkostenvergoedingen.
De gedragscode
1. De Nederlandse leden van het Europees Parlement behouden alleen werkelijk gemaakte reiskosten. Voor reizen per auto wordt als km-kosten maximaal de opgave van ANWB/Consumentenbond gehanteerd. Er vindt vanaf boekjaar 2005 geen middeling meer plaats tussen reizen die wel en reizen die niet gedeclareerd zijn. De leden maken voor 1 oktober van het daaropvolgende jaar gebruik van de door het Parlement ingestelde regeling tot terugbetaling van het overschot van uitbetaalde reiskosten. 2. De vergoeding voor algemene uitgaven wordt uitsluitend besteed aan de ondersteuning van parlementaire werkzaamheden. 3. De vergoeding voor parlementaire medewerkers wordt conform de regels van het EP uitsluitend aangewend voor personele ondersteuning. 4. De Nederlandse Europarlementariërs nemen geen deel aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling van het Europees Parlement. 5. Eventuele inkomsten uit nevenactiviteiten worden opgenomen in het daartoe bestemde openbaar register. 6. Iedere delegatie maakt per kalenderjaar een rapportage over de wijze waarop de code wordt nageleefd , legt dit overzicht van kostenposten en terugstortingen ter beoordeling voor aan een onafhankelijke deskundige en maakt zowel deze beoordeling als de rapportage uiterlijk 1 oktober van het daaropvolgende jaar openbaar.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.