radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Erop of eronder: het eerste forensisch dierenteam

Gekeelde honden, verdronken katten en seksueel mishandelde paarden. Dit soort pervers nieuws hoor je bijna dagelijks. Wat is het verhaal erachter, wat voor mensen doen zoiets en waarom?

Sinds 2012 houdt dierenarts Monique Verkerk zich met deze materie bezig. Samen met forensisch patholoog Frank van de Goot doet als zij als enige team in Nederland forensisch onderzoek naar dieren, een soort CSI voor dieren.

Mishandeling opsporen

Bij een melding van een mishandeld dier gaat Verkerk naar de plaats delict met haar opsporingshond Bubbels. Deze kleine zwarte hond is in training om hondenkadavers op te sporen en is tot nu toe de enige hond die dit in Nederland professioneel doet. Bubbels leert nu ook andere dode dieren op te sporen. De dierenarts doet samen met Frank van de Goot ook onderzoek naar levende dieren die mishandeld zijn.

Haar grote droom lijkt dichterbij te komen dit jaar. Verkerk wil officieel forensisch dierenpatholoog worden zodat haar werk deel wordt van het officiële justitiële apparaat. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft geen dierenafdeling. Zij wil een veterinair dierenteam met faciliteiten waar zij fulltime en betaald kan werken. 

Nu doet ze het werk in haar eigen tijd met eigen middelen naast haar dierenartspraktijk. Zelf zegt ze erover: “Ik werk liever met dode dan met levende dieren.”

Vijf jaar geleden kwam de dierenarts op het idee om dit werk te gaan doen. Ze werd gegrepen door een interview met forensisch patholoog Frank van de Goot. Hij vond het raar dat dieren nooit forensisch onderzocht werden. Ze zocht contact met hem en een samenwerking was geboren. Beiden begonnen politiekorpsen aan te schrijven om te zeggen dat ze dieren wilden onderzoeken. Het was in de tijd dat de dierenpolitie werd opgericht en het idee sloeg aan.

Verkerk besluit zich te gaan bijscholen, maar een opleiding voor forensisch dierenonderzoeker is er in Nederland niet. In Florida wel. Ze hoopt binnenkort af te studeren aan de Maple Centre for Forensic Medicine aan de University of Florida. Als er dit jaar geld vrij komt voor dit in Nederland nieuwe vak, kan Verkerk ook anderen op gaan leiden tot forensisch dierenpatholoog.

Dit jaar lijkt haar droom dichterbij te komen, want Tweede Kamerlid Dion Grauss (PVV) is druk bezig het forensisch team op de politieke agenda te krijgen. Hij organiseerde onlangs een bijeenkomst in de Tweede Kamer om geld los te krijgen voor een echt forensisch dierenteam.

Hij heeft het team op de begrotingsbehandeling van Economische Zaken weten te krijgen. Grauss was ook initiatiefnemer van de dierenpolitie. Deze politie telt in Nederland 180 man. Zij leveren regelmatig zaken voor Verkerk. Andere meldingen van dierenleed komen via de Dierenambulance. 

Dierenbeulen

Anouk Duijnker is de coördinator bij de dierenpolitie. Ook zij wil een forensische dierenteam dat andere professionals kan opleiden. Zij constateert dat bij dierenmishandeling de bijvangst van ‘mensenzaken’ vaak groot is. Zo vindt je bij dierenporno-verdachten ook vaak kinderporno in huis en waar dieren gemarteld worden is vaak ook sprake van huiselijk geweld, of zelfs moord. 

Dierenmishandeling staat in het wetboek van Strafrecht en dierenbeulen worden in Nederland serieus vervolgd. Zeker sinds 2014 is dat makkelijker geworden omdat je geen letsel meer hoeft aan te tonen. Het schoppen van een hond is bijvoorbeeld strafbaar geworden.

Toch is de weg naar vervolging nog een hobbelige. Reden? Te duur, te weinig mankracht om het allemaal uit te zoeken en er is te weinig expertise. Forensisch onderzoek vergroot de pakkans op dierenbeulen behoorlijk. 

Hier staat de dierenpolitie nog in de kinderschoenen. Landen als Engeland en Amerika hebben al dertig jaar dierenpolitie. Duijnker denkt dat de politieorganisatie enorm geholpen zou zijn met het initiatief van Verkerk en de Goot. Daarmee wordt de opsporing serieus. Hier in Nederland denken we bij dierenleed vooral aan de bioindustrie. Amerika heeft geleerd dat er verbanden zijn tussen dierenleed en criminaliteit. Daar moeten we van willen leren, zegt Duijnker.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'
Tata Steel in IJmuiden stoot veel vervuilende stoffen uit
Bron: ANP

Door alle problemen met stikstof zou je denken dat de luchtkwaliteit in Nederland er slecht voor staat. Maar de lucht in Nederland wordt steeds schoner. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving. "Maar we kunnen nog niet achterover leunen."

"Er ligt een deken van luchtvervuiling over Europa, en die wordt veroorzaakt door verschillende chemische stoffen die worden uitgestoten", licht Marko Hekkert, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) toe. Het inademen van die stoffen is schadelijk voor onze gezondheid.

Europese afspraken

Stoffen als zwaveldioxide, stikstofoxide, ammoniak en fijnstof zijn een stuk minder aanwezig in de lucht dan jaren geleden, zo concludeert het PBL, dat de luchtkwaliteit samen met het RIVM onderzocht.

Dat komt doordat Europa eerder afspraken heeft gemaakt om die uitstoot te verminderen en de lucht weer schoner te krijgen. Auto's, schepen en stallen moesten minder vervuilend worden gemaakt. Afspraken met de industrie spelen een belangrijke rol. "Ze hebben nieuwe technieken ontwikkeld en geïmplementeerd, en dat heeft gewerkt. De auto's die we nu kopen zijn een stuk schoner dan 20 jaar geleden", zegt Hekkert.

Bekijk ook

Emissiedoelen in zicht

Onze lucht is nu dus een stuk schoner dan decennia geleden. En wordt ook nog schoner, zo is de verwachting. Bijvoorbeeld doordat we meer elektrisch gaan rijden. Het PBL denkt dat de kans groot is dat we de Europese emissiedoelen in 2030 gaan halen.

Waar vroeger bijvoorbeeld zwavel een groot probleem was, speelt die stof nu nauwelijks nog een rol, merkt Hekkert op. "Dat leidde tot zure regen, waardoor bossen doodgingen. Maar nu hebben we het niet eens meer genoemd in onze presentatie."

Schonere kachels

Fijnstof is nog wel een punt van aandacht. Daar is volgens het PBL wel een daling te zien, maar veel minder scherp dan bij andere stoffen. "Van fijnstof worden mensen echt ziek, maar we hebben er ook zelf veel invloed op", zegt Hekkert.

Het gebruik van houtkachels stoot bijvoorbeeld veel fijnstof uit. Wie iets aan zijn vervuiling wil doen kan een schonere kachel aanschaffen.

Bekijk ook

Levensverwachting 8 maanden korter

Voor onze gezondheid en kwaliteit van leven is de luchtkwaliteit van groot belang. De levensverwachting in Nederland wordt door de luchtvervuiling gemiddeld 8 maanden ingekort. Als deze verbetering zich doorzet, kan dit teruglopen tot 4 maanden.

"Dat klinkt misschien niet als een groot verschuil, maar het is een gemiddelde voor heel Nederland. Veel mensen overlijden hier gewoon jaren eerder door."

Landbouwsector blijft vervuilen

Maar ondanks een forse daling van de ammoniakuitstoot, liggen de landelijke doelen voor stikstofdepositie op de natuur nog ver buiten bereik. "De landbouw is de sector die nog relatief veel blijft uitstoten", zegt Hekkert.

Als het gaat om de gezondheid van de mens gaat het nu een stuk beter, maar de natuur heeft het nog zwaar. Daar zal dan ook nog hard aan gewerkt moeten worden om aan de normen te voldoen. "We kunnen nog niet achterover leunen."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'
Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel (VVD)
Bron: ANP

Nog geen 1 op de 3 Nederlanders heeft een noodpakket thuis, blijkt uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel. Veel te weinig, zegt minister David van Weel. "Dat moet naar 100 procent. Iedereen moet zichzelf 72 uur kunnen redden."

Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel vindt dat elke Nederlander zich 72 uur moet kunnen redden in geval van een crisissituatie. "Denk aan communicatie, voor als er geen mobiel netwerk is. Denk aan voedsel en drinkwater, als er geen supermarkten open zijn. Al dit soort zaken, die moet je 72 uur kunnen volhouden bij een crisis."

Van 48 naar 72 uur

Eerder was het advies om 48 uur zelfredzaam te zijn, maar dat is dus nu verhoogd met een extra dag. "Sinds de Koude Oorlog hebben we hier eigenlijk weinig aandacht aan besteed", vertelt de minister over het aanpassen van dit advies.

"Maar na Europees onderzoek waarin de 72 uur zelfredzaamheid wordt geadviseerd, hebben we besloten dat over te nemen", legt hij uit.

Bekijk ook

'Het is een kleine moeite'

Van Weel geeft als voorbeeld een crisissituatie waarin deze voorbereiding nodig is: "Ik hoop niet dat we te maken krijgen met een conflict morgen. Maar we kunnen wel te maken krijgen met rampen, met energie-uitval."

"De kans is misschien niet heel erg groot. Maar op het moment dat het zich voordoet, dan is het een hele kleine moeite om zo'n pakket aan te schaffen en heb je er veel plezier van", zegt hij.

Niet bij de buren aankloppen

28 procent van de leden van het EenVandaag Opiniepanel heeft nu een noodpakket in huis, en dat is volgens de minister te weinig. "Want iedereen die geen noodpakket heeft en wel te maken krijgt met zo'n situatie, die gaat aankloppen bij de buren."

En dat heeft gevolgen. "Als dat nu betekent dat maar een in de vier buren zo'n noodpakket heeft, dan kun je je voorstellen dat de 72 uur heel snel naar beneden gaat als je spullen moet delen met anderen. Dus als iedereen voor zichzelf zorgt, zorgen we ook voor elkaar. Daarom moet die 28 procent omhoog naar de 100 procent."

Bekijk ook

Burgers en overheid samen verantwoordelijk

Nu burgers langer voor zichzelf moeten zorgen, betekent dit dan dat de overheid zich terugtrekt? Van Weel begrijpt het sentiment, maar benadrukt dat ook de overheid aan de slag gaat. "Ik leg niet alles neer bij de burger. Het geldt ook voor lokale overheden, het geldt voor bedrijven."

"We roepen ook gemeenten op: ga je verzamelpunten inrichten, hoe je zorg je voor kwetsbare bewoners. Moet je misschien noodvoorzieningen opslaan op bepaalde locaties?", gaat hij verder. "Dus al die trajecten gaan we ook doen."

500 euro contant geld

Naast een noodpakket adviseert Van Weel burgers ook om contant geld in huis te hebben in het geval van een ramp of crisis. Banken en maatschappelijke organisaties overleggen al maanden over hoeveel cash geld mensen moeten aanhouden.

De minister doet een voorstel: "laat ik een voorschot geven. Ik denk dat met 500 euro in cash u echt ruim voldoende heeft om tijdens die 72 uur aan te schaffen wat u echt nodig heeft", zegt Van Weel tot slot.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant