De Nederlandse Taalunie pleit ervoor om emoticons te gebruiken in onze geschreven taal. Ze geven emoties weer die we met letters moeilijk kunnen uitdrukken. Een goed voorbeeld is de knipoog, waarmee direct duidelijk is dat iets niet serieus is. Op papier is ironie nog lastig weer te geven. Daarvoor zou die knipoog een mooie oplossing zijn. Toch is er voor dit probleem al eens een heus ironieteken ontworpen.
In 2007 werd tijdens de Boekenweek met het thema ‘Humor. Lof der zotheid’ een ironieteken geintroduceerd waarmee we onze taal konden verrijken. Het teken lijkt nog het meest op een uitroepteken met een bliksemschicht. Letterontwerper Bas Jacobs van Bureau Underware ontwierp het ironieteken op verzoek van het CPNB. De bedoeling was dat het echt een leesteken zou worden wat schrijvers zouden gaan gebruiken om aan te tonen dat hun tekst ironisch was.
Ironieteken werd wisselend ontvangen
Het ironieteken werd niet door iedereen positief ontvangen. Bas Jacobs: "Kees van Kooten was bijvoorbeeld fel tegen. Er ontstonden echt twee kampen. Enerzijds; het geeft je als schrijver nieuwe mogelijkheden om iets kracht bij te zetten. Anderzijds; hiermee geef je dus toe dat je tekst niet goed geschreven is want daar blijkt dan geen ironie uit." Op taalwebsite Onze Taal werd aan de lezers de vraag gesteld of het ironieteken bestaansrecht had. Een meerderheid van 84,4% vond het geen goed idee om zo'n teken in te voeren. "Veel mensen vonden het overbodig omdat we ook al een knipoogteken ;) hadden dat we online gebruikten. Anderen vonden het betuttelend", zegt Rutger Kiezebrink van Genootschap Onze Taal. Nu, elf jaar later, gebruiken we het ironieteken eigenlijk nooit. Toch maakt het het teken niet mislukt, zegt ontwerper Bas Jacobs. "We hebben een steen in de vijver gegooid. Dat was het idee. We hadden het ook niet van bovenaf op moeten leggen, dat werkt niet met taal. Zoiets komt van onderen. Als mensen iets nodig hebben dan verzinnen ze er iets voor."
Lees en luister ook
Vraag naar ironieteken
Toch komt de vraag naar een ironieteken vaak terug. Er zijn ook al meerdere pogingen gedaan om een ironieteken in te voeren. Zo is er ooit een 'terugkijkend' vraagteken (⸮) bedacht. De Franse dichter Alcanter de Brahm stelde aan het eind van de 19e eeuw diverse leestekens voor, waaronder een ironieteken. De wiskundige en schrijver Raymond Queneau volgde in de 20e eeuw met een vergelijkbare oproep. In Nederland hebben grote schrijvers als Willem Frederik Hermans, Hugo Brandt Corstius, en Harry Mulisch allemaal voor de invoering van een ironieteken gepleit. Toch heeft niemand ooit een dergelijk leesteken in zijn werk gebruikt.
Hoe introduceer je en nieuw leesteken?
Maar hoe begin je aan zoiets? Hoe bedenk je een nieuw leesteken? Jacobs: "Je bent erg gelimiteerd. Het moet een eenvoudige vorm hebben en in alle lettertypes te gebruiken zijn. Een Duitse ontwerper zei eens ‘Een goed logo moet je met je teen in het zand kunnen tekenen.’ Dat hou ik altijd graag in mijn achterhoofd." Bas Jacobs wordt nog vaak op zijn ironieteken aangesproken. Toch zou de letterontwerper graag nog eens een leesteken ontwerpen om stilte uit te kunnen drukken: "Daar hebben we niets voor wat aan alle criteria voldoet." We kennen natuurlijk wel allemaal de drie puntjes... Of een korte zin met.
Zelfs de regel afbreken is voor sommige taalliefhebbers niet genoeg...
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.