Hoe zal technologie het werk van journalisten veranderen? En hoe verandert de techniek nieuws en achtergronden voor het publiek? Vijf ontwikkelingen in de journalistiek op een rij.
EenVandaag bestaat 25 jaar. In al die jaren is er veel veranderd in de journalistiek. Nieuwe en verbeterde technologie heeft veel veranderd. Welke ontwikkelingen gaan in de toekomst de journalistiek veranderen?
Interviewrobots
In het Future Media Lab in Tilburg wordt gewerkt aan nieuwsrobots. Deze moeten er voor gaan zorgen dat standaard nieuwsberichten niet meer door mensen hoeven te worden gemaakt. Computers nemen grote hoeveelheden bestaande berichten tot zich, waardoor zij steeds meer leren over woordkeuze, grammatica en opbouw van een nieuwsbericht. In Engelstalige landen wordt hier al steeds meer gebruik van gemaakt.
Zo deed in 2014 de Los Angeles Times al geautomatiseerd verslag van een aardbeving. Ook New York Times experimenteert met geautomatiseerde nieuwsberichten door zelflerende computers.
In Nederland moeten de computers eerst nog meer Nederlandse tekst tot zich nemen om zo patronen in journalistieke taal te ontdekken. Er lopen momenteel experimenten bij het Algemeen Dagblad en het Financieele Dagblad. Er wordt nu voornamelijk getest met het opstellen van sportberichten. Deze lenen zich goed voor de test, omdat er relatief veel standaardinformatie in zit.
Ook wordt er gewerkt aan een interviewrobot, een chatbot. Deze kan, bijvoorbeeld, na een voetbalwedstrijd honderd spelers en supporters een paar korte vragen stellen waardoor de robot een sfeerimpressie krijgt, waarmee het nieuwsbericht verrijkt kan worden.
Drones
In de fotojournalistiek is de opmars van de drone niet meer te stoppen. Eric Brinkhorst is dronefotojournalist. Hij is constant op pad om de beste voorraad foto's en video's aan te leggen. Dat kunnen landschappen zijn die door de tijd heen veranderen, maar het kunnen ook nieuwsevents zijn. Tijdens de droogte van de zomer 2018 maakte hij bijzondere beelden van onder andere Naarden-Vesting. De foto's laten een duidelijk verschil zien in landschap voor, tijdens en na de droogte.
Volgens Eric Brinkhorst hangt de groei van de dronejournalistiek af van de aanpassing van wetgeving. Momenteel wordt de hoogte van een dronevlucht beperkt tot vijftig meter en mag je niet boven mensen en gebouwen vliegen. Binnenkort worden de Europese regels voor dronevluchten aangepast. Zo mag er waarschijnlijk hoger én lager gevlogen worden. Volgens Brinkhorst biedt dat perspectief voor meer verslag van nieuwswaardige gebeurtenissen.
Brinkhorst is niet bang voor meer sensatie, bijvoorbeeld in de vorm van live beelden boven een ongeluk. Wat hem betreft zijn er, net als in de schrijvende journalistiek of de gewone fotografie, morele grenzen. Met drones worden vaak grote oppervlaktes land van bovenaf opgenomen, waarbij de kans groot is dat je ongevraagd mensen filmt. Wat Brinkhorst betreft komt daarmee de privacy niet in gevaar. "Je filmt altijd met een groothoeklens en doorgaans van een afstand. Herkenbaarheid is dan doorgaans geen probleem".
Geolocation
Eind september maakte een groep online onderzoeksjournalisten en de BBC indruk met hun zoektocht naar moordzuchtige militairen in Kameroen. Al maanden lang circuleerde er een video waarin de gruwelijke moorden te zien waren van een aantal vrouwen en kinderen die door het leger werden beschuldigd van lidmaatschap van Boko Haram. Dit was aanleiding voor journalisten om op zoek te gaan naar deze militairen.
Op het eerste gezicht lijken de beelden amper aanwijzingen te gevenvoor plaatsbepaling en identificatie van de daders. Toch is het de onderzoekers gelukt om de locatie te herleiden en om enkele daders te identificeren:
De zoektocht in Kameroen is een voorbeeld van geolocation, waarbij radarbeelden, mobiele data en internettracering worden gebruikt om exacte locaties op onduidelijke beelden te achterhalen. Online onderzoeksjournalist Christiaan Triebert geeft wereldwijd trainingen in deze vorm van journalistiek. Hij is als journalist verbonden aan Bellingcat, bekend van hun gedetailleerde beeldanalyses, zoals bij de coup in Turkije in 2016 en de MH17-ramp in 2014. Triebert ziet dat hun werk steeds serieuzer wordt genomen: "Een paar jaar geleden werden online onderzoeksjournalisten nog beschouwd als de concurrent. Nu gaan steeds meer traditionele media intensieve samenwerkingen aan met groepen zoals Bellingcat." Inmiddels werken onder andere de BBC, New York Times en Washington Post samen met online onderzoeksjournalisten.
Christiaan Triebert constateert dat het online onderzoeksjournalisten niet alleen maar voor de wind gaat. Autoritair geleide landen proberen de beschikbaarheid van beeldmateriaal te blokkeren, maar daar blijft het niet bij. "We maken veel gebruik van vrij beschikbaar online beeldmateriaal. Helaas schermen commerciële partijen beeldmateriaal steeds meer af. Momenteel overweegt een bedrijf als Google om geld te vragen voor satellietbeelden." Als deze beelden niet vrij beschikbaar blijven, zal het volgens Triebert moeilijk worden om gedetailleerd journalistiek onderzoek te doen naar grote nieuwsgebeurtenissen.
Openbare politieke data
Op de school voor journalistiek wordt het een aankomend journalist netjes aangeleerd: de journalist dient de democratie. Politieke feiten zijn er dus om geopenbaard te worden door journalisten, maar laat de politiek er nu bij uitstek goed in zijn om feiten selectief te presenteren.
ICT'ers Ronald Baan en Marcel Henriquez werkten beiden jarenlang voor diverse politieke en niet-politieke organisatie waarbij de uitwisseling van data via ICT van cruciaal belang was. Met hun fascinatie voor techniek en hun passie voor het openbaren van data hebben zij zich nu ten doel gesteld om zoveel mogelijk politieke data toegankelijk te maken voor burgers, journalisten, bedrijven en politici zelf. Hun initiatief Haagse Feiten biedt de mogelijkheid om door een enorme hoeveelheid politieke data op verschillende bestuurlijke niveaus te zoeken.
Deepfakes
Openbare politieke data, geolocation, interviewrobots en drones: de ontwikkeling van de techniek geeft journalisten nieuwe middelen om effectiever op zoek te gaan naar de waarheid. Tegelijkertijd is het die techniek die voor verwarring kan zorgen over wat nu de waarheid is. Techjournalist Wouter van Noort (NRC) verwacht dat bij de journalistieke zoektocht naar de waarheid de meeste dreiging afkomstig is van zogenaamde 'deepfakes'.
Zoals computers patronen en structuren van teksten kunnen herkennen en reproduceren, zo lukt het computers ook steeds beter om de bewegingen en spraak van personen waar veel bewegend beeld van is, na te maken. Wanneer gereproduceerde beelden over de originele beelden worden gelegd kan dat een heel realistische video opleveren, waar niet meer aan te zien is dat er sprake is van manipulatie. "Je ziet nu al hoe nepnieuws vertrouwen in de pers en tussen burgers onderling kan ondermijnen. Als straks levensechte beelden van politieke gebeurtenissen of uitspraken nagemaakt kunnen worden, wordt het nog lastiger dan nu om vast te stellen of iets echt is of niet", vertelt Van Noort.
Bekende voorbeelden van deepfakes zijn tot nu toe vooral te vinden in porno. De gezichten van Hollywoodsterren als Emma Watson en Scarlett Johansson werden al eens gebruikt in seksvideo's. Het bekendste voorbeeld van een politieke deepfake is een nepspeech van oud-president Barack Obama.
Een Amerikaanse comedian en een internetondernemer werkten samen aan de manipulatie van een bestaande video. Volgens Wouter van Noort is de angst voor beeldmanipulatie niet onterecht. "Als dit zich doorzet, leidt dat er uiteindelijk toe dat niemand meer zeker weet wat er echt aan de hand is. Dat zie je nu al een beetje, maar zal een nieuwe fase in gaan als ook video en audio perfect kunnen worden nagemaakt. Bij een democratie horen verschillen van inzicht over meningen, maar als iedereen verschillende feiten krijgt, praat iedereen langs elkaar heen en vertrouwt straks niemand elkaar meer. De taak van journalisten om nep van echt te onderscheiden wordt nog veel moeilijker, en belangrijker dan nu."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.