“Mejuffrouw, mejuffrouw, het museum is gesloten vandaag.” Roept een man me na wanneer ik het Tahrirplein op loop. Het is 25 januari, vandaag wordt de derde verjaardag van de revolutie gevierd en ik ben op het Tahrirplein. De meeste Egyptenaren liggen nog te slapen.
Waar normaal tientallen toegangen tot het plein zijn, daar houden nu tanks en politieagenten de wacht. Het plein is afgesloten voor ongewenste bezoekers. Wie het plein op wil, moet door de metaaldetectoren en wordt minutieus gefouilleerd. Ik ook. Even later zal het plein omgetoverd worden tot feesttent, waar tienduizenden Sisi supporters uitbundig de overwinningen van het leger vieren, de laatste met name: de overwinning van het leger op voormalig president Mohammed Morsi. Naast die feesttent op het Tahrirplein - dat ooit het hart was van een revolutie tégen dat leger - pronkt het Egyptische museum. “Het museum zal vandaag niet meer opengaan.” Gaat de man verder. “Maar je kan de citadel bezoeken, of de Khan el Khalili markt.” Over het Islamitische museum, dat meestal als alternatief wordt aangereikt als het nationale museum gesloten is, spreekt hij niet. Begrijpelijk, want een golf van bomaanslagen de dag ervoor verwoestte zowat al haar antiquiteiten.
Ik mag van geluk spreken dat dit de boodschap is waarmee ik die ochtend werd onthaald. In het Egypte van vandaag prijs je jezelf gelukkig als je aanzien wordt als toerist. Dat ik journalist ben, verzwijg ik. Wij zijn hier niet langer welkom. Na een heftige dag van carnavaleske taferelen, in schril contrast met hevige protesten een paar straten verderop, zou ik thuiskomen bij de berichten dat opnieuw tientallen journalisten hard werden aangepakt. Soms zo hard zelfs dat ik ze enkel tijdens de bezoekuren in het ziekenhuis kan spreken.
De overheid lanceerde een ware haatcampagne tegen iedereen wie zich kritisch uitlaat over hen en het leger. Journalisten staan na de moslimbroeders bovenaan de lijst van gezochte misdadigers. Rena Netjes, een Nederlandse journaliste, maakte het van dichtbij mee. Zich van geen kwaad bewust werd ze er van de éne op de andere dag van beschuldigd lid te zijn van een terroristische cel. De reden: Ze had met een reporter van Al-Jazeera (Engels) gesproken, en dat is nu net één van de grootste mediavijanden van de gevestigde machten in Egypte.
De angstmachine draait op volle toeren in Egypte. Staatsmedia lopen om van waarschuwingen over spionnen die zich voordoen als journalisten. Ze zouden valse berichtgeving verspreiden en de terroristische organisatie van de moslimbroeders steunen. De paranoia woelt tierig, waardoor naast de veiligheidsdiensten ook gewone burgers zich steeds vaker keren tegen journalisten. Een Spaanse collega werd tijdens de feestvreugde op het Tahrirplein door tientallen kwade Egyptenaren aangevallen. Nochtans filmde hij de dolenthousiaste menigte, precies wat het staatsapparaat zou willen. Hij liet de camera draaien toen dit gebeurde, en op de beelden zie je hoe hij dertig minuten lang geslagen en geschopt wordt. “Je komt hier de lege plekjes filmen om in jouw land te vertellen dat niemand op het Tahrirplein staat.” werd hem toegeroepen. Pas als hij poedelnaakt op het plein staat, grijpt de politie – die overigens in grote getale aanwezig is – in. Opgelucht. Zou je denken. Of toch niet? Urenlang werd hij vervolgens ondervraagd door de agenten, die wilden weten wat hij had gedaan waardoor de massa zich tegen hem gekeerd had.
Hij is niet de enige. Journalisten van verschillende nationaliteiten vertelden gelijkaardige verhalen. Op die dag. Maar ook op andere dagen. Ik niet. Ik kan vertellen hoe politieagenten aan mijn deur staan en me urenlang ondervragen. Ik kan vertellen hoe een taxichauffeur me afzet bij een politiebureau in plaats van de gevraagd bestemming. Ik kan vertellen over hoe politie in burger me hardhandig de combi insleurt. Ik kan vertellen over treiteringen bij de douane. Dreigementen. Deportatie. Intimidatie. Maar dat alles is tegenwoordig niets meer. Dus ik zwijg, en prijs mezelf gelukkig.
Annabell van den Berghe is journalist en blogde eerder over de situatie in Syrië.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.