radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Carmen heeft een handicap en weet niet op welke partij ze moet stemmen: 'Maakt me verdrietig dat mensen met een beperking onzichtbaar lijken'

Carmen heeft een handicap en weet niet op welke partij ze moet stemmen: 'Maakt me verdrietig dat mensen met een beperking onzichtbaar lijken'
Carmen Vukman
Bron: eigen beeld

Bijna onzichtbaar. Zo voelt Carmen Vukman zich in de programma's van veel partijen die meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Mensen met een beperking, zoals zij heeft, worden niet zo vaak genoemd als ze zou willen. "Ik wil niet de uitzondering zijn."

De 29-jarige Carmen heeft diastrofe dysplasie, een unieke vorm van dwerggroei. Met haar 1 meter en 3 centimeter komt ze bij een persoon met een gemiddelde lengte tot aan de heup. Een van de symptomen van haar beperking is kraakbeenslijtage en dat zorgt voor steeds meer pijn, vertelt ze.

'Zwemmen of verzuipen'

Wat haar beperking voor Carmen betekent? "Het maakt me uiteraard tot wie ik ben geworden. Ik had twee opties: zwemmen of verzuipen. Ik koos voor zwemmen. Doorzetten en net dat stapje harder zetten. Mijn beperking zorgt ervoor dat ik meer levenservaring heb dan de meeste mensen van mijn leeftijd. Dat ik meer nadenk over wat ik belangrijk vind in het leven", vertelt ze.

"Ik voel altijd een soort 'haast', omdat ik niet weet hoelang ik nog kan blijven lopen en hoelang de pijn nog te dragen is met de pijnstillers die ik nu slik."

'Zij zien mijn beperking niet'

Ook uit haar werk probeert ze zoveel mogelijk te halen. Als psycho- en dramatherapeut begeleidt ze koppels en gezinnen in de specialistische ggz. Daarnaast doet als zzp'er sprekersklussen en geeft ze les aan psychiaters, seksuologen en psychotherapeuten.

"Zij zien niet mijn beperking, maar een deskundige speelse therapeut van wie ze willen leren. Dat vind ik het mooiste wat er is."

Afhankelijk van zorg

Zelf kan Carmen haar handicap niet negeren, hoe graag ze dat soms ook zou doen. "Ik kan wel zeggen 'ik voel me niet gehandicapt', maar wanneer ik 's ochtends opsta en op mijn telefoon kijk in de hoop dat mijn zorg voor die dag niet heeft afgezegd, voel ik me best gehandicapt."

Ze is 24 uur per dag afhankelijk van fysieke zorg, legt ze uit. "Zeggen zij af, dan moet ook ik mijn dag afzeggen." In zo'n geval belt ze een familielid of haar partner, maar die kunnen niet altijd mee naar haar klussen. "Dan moet ik thuisblijven en voel ik me ineens ontzettend gehandicapt."

Carmen tijdens een van haar sprekersklussen
Bron: eigen beeld
Carmen tijdens een van haar sprekersklussen

Sociaal vangnet

Carmen wil ook niet dat haar dierbaren haar verzorgenden worden. "Natuurlijk helpt mijn partner me wel eens, maar we hebben de afspraak dat zij niet mijn vaste hulp wordt. Dat zou niet bevorderlijk zijn voor onze relatie", daar is ze van overtuigd.

Ondanks dat ze zich soms bezwaard voelt als ze om hulp moet vragen, staan Carmens moeder, zusje en tante altijd voor haar klaar, vertelt ze. "Dat geeft me een heel veilig gevoel. Ik heb een sociaal vangnet, maar besef ook dat niet ieder persoon met een beperking dat heeft."

Persoonsgebonden budget

Carmen en andere mensen met een handicap kunnen aanspraak maken op het persoonsgebonden budget (pgb). Dat is een bedrag waarmee iemand zelf zorg of ondersteuning kan inkopen. Aan de ene kant is Carmen blij met dit systeem.

"Daardoor heb ik een aantal zorgverleners die er alles aan doen om zo flexibel mogelijk met mij mee te bewegen. Maar er komt ook heel veel administratief werk bij kijken. Steeds moet je aantonen dat je er nog recht op hebt. En als het geld op is is het op. Het is altijd een gepuzzel wie ik wanneer kan inzetten en wanneer ik zorg moet vragen van mijn geliefde of mijn moeder die hiervoor geen uren kunnen schrijven."

info

Per Saldo, de landelijke belangenvereniging voor mensen met een pgb, legde de verkiezingsprogramma's van verschillende politieke partijen naast elkaar, om te kijken wat hun plannen zijn rondom het persoonsgebonden budget.

'Onzichtbaar in programma's'

En nu komen de Tweede Kamerverkiezingen eraan, waarbij iedere Nederlander een stem uit mag brengen voor de volksvertegenwoordiger in wie diegene de meeste vertrouwen heeft. Maar Carmen heeft geen idee wie ze aan moet kruisen op 22 november.

"Ik heb alle partijprogramma's gelezen. Het maakt me verdrietig dat mensen met een beperking zo onzichtbaar zijn in de programma's. Als we al even genoemd worden - in het kader van pgb of het VN-verdrag Handicap - is het minimaal", volgens Carmen. Ze bekijkt de verkiezingsdebatten die nu op tv zijn met veel aandacht. "Als ik het woord 'bestaanszekerheid' hoor, zit ik op het puntje van mijn stoel: komen mensen met een beperking nu wel voorbij? Maar nee, nauwelijks. Terwijl wij al jaren geen bestaanszekerheid hebben als je kijkt wat dat volgens artikel 20 van de grondwet inhoudt: je geen zorgen hoeven maken over morgen."

Bekijk ook

Elektrische auto's en plastic taks

Ook in thema's die op het eerste gezicht niet te maken hebben met gehandicaptenzaken, ziet Carmen achteruitgang voor mensen met een beperking. "Klimaat is bijvoorbeeld een belangrijk thema op de agenda. Elektrische auto's zijn goed voor het klimaat, maar ik vraag me af of wordt gedacht aan mensen die aangepaste auto's nodig hebben. Worden die ook gemaakt in een elektrische variant? Zijn die aan te passen, zoals we dat kunnen met de huidige auto's waar we in rijden? Is dat niet te ingewikkeld met die ingebouwde computers?"

De toeslag op plastic producten is een ander voorbeeld: "Goed voor het milieu, maar niet voor mensen die van plastic rietjes afhankelijk zijn voor eten of drinken." Al wil de Tweede Kamer daar inmiddels alweer vanaf. Op 17 oktober steunde een Kamermeerderheid het voorstel van de SP om de 'plastictaks' zo snel mogelijk weer af te schaffen.

'Helaas, jij bent al arbeidsongeschikt'

In het nieuwe jaar worden veel dingen duurder voor mensen met een handicap. De eigen bijdrage voor hulp of ondersteuning uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) stijgt in 2024 naar 20,60 euro per maand. In 2023 was dat 19 euro per maand. Carmen maakt zich vooral druk over de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor mensen met een pgb. "Zorg krijgen voelt daardoor als een boete", vertelt ze.

Ook over de plannen van het demissionaire kabinet om de arbeidsongeschiktheidsverzekering verplicht te maken voor zzp'ers is ze niet te spreken. "Voor mensen met een handicap is die onbetaalbaar of onmogelijk, want verzekeringen zeggen: 'Helaas, jij bent al arbeidsongeschikt.'

Warme douche als luxe

En dan zijn er nog de stijgende kosten waar iedere Nederlander mee te maken krijgt, maar mensen met een beperking in veel gevallen nog net iets meer: de stijgende zorgpremie en de energierekening, waar we volgens vergelijkingssite Energievergelijk.nl in 2024 171 euro meer voor gaan betalen dan in 2023.

"Een warme douche tegen gewrichtspijn wordt een luxe. Een elektrische rolstoel opladen hartstikke duur. Hoe gaan wij als gehandicapten nog 'gewoon' mee kunnen doen?", vraagt Carmen zich af.

Bekijk ook

Geen concrete plannen

"Natuurlijk staan op de kieslijsten kandidaten die zich hard maken voor mensen met een beperking", erkent Carmen. "Denk aan Lisa Westerveld van GroenLinks-PvdA. Maar van bepaalde verduurzamingsmaatregelen van die partij raak ik dan weer in paniek, omdat daarin geen rekening wordt gehouden met de gevolgen voor mensen met een handicap", zegt Carmen.

Ook de BBB, VVD en het CDA doen goede pogingen in hun programma's, vindt Carmen. "Zoals een financieel vangnet voor pgb-werknemers, 'normaal mee kunnen doen als vanzelfsprekendheid', en meer oog en budget naar de zorgsector. Maar het zijn geen concrete plannen. Dat maakt me onzeker: waar doe ik goed aan? Waar doet deze groep goed aan?"

'Benoem deze groep'

Wat de politiek anders kan doen? "Begin met deze groep mensen (Nederlanders met een handicap, red.) te benoemen. En bekijk bij voorstellen voor het grote geheel, bijvoorbeeld in het kader van verduurzaming, wat de consequenties zijn voor deze groep."

"Wij willen niet de uitzondering zijn. We willen dat een algemene wet ook voor ons werkt."

Praten over, maar niet met

Wat Carmen aansnijdt is herkenbaar voor veel mensen met een beperking, zegt Rick Brink. "Erger kan het bijna niet, dan je niet gezien voelen", vindt hij. Brink, die tot eind 2020 de officieuze minister van Gehandicaptenzaken was, houdt zich als CDA-fractievoorzitter in Overijssel en met zijn adviesbureau voor beleidsmakers nog altijd veel bezig met de belangen van mensen met een beperking.

"We hebben als Nederland onze handtekening gezet onder het VN-verdrag Handicap, maar leven het nog lang niet op alle punten na", zegt hij. Een van de problemen, volgens hem? "In de politiek wordt er gepraat over mensen met een handicap, maar veel te weinig met ze. Dan kom je nooit tot goede, passende oplossingen, waardoor deze toch al kwetsbare mensen zich niet gehoord voelen."

Nieuw programma Binnenlandse Zaken

Persoonsgebonden budget, inclusief onderwijs, mantelzorg; je leest er wel over in de programma's van een aantal politieke partijen, zegt Brink. "Maar hoe die plannen uiteindelijk uitgevoerd moeten worden, dat staat er in veel gevallen niet bij. Daar gaat het mis."

Wel is hij te spreken over een nieuw programma van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), dat als doel heeft om meer mensen met een beperking in de politiek te krijgen. "Er verandert dus wel iets, maar nog niet snel genoeg."

Bekijk ook

Een diverse groep

Wat het lastig maakt, denkt Brink, is dat de groep mensen met een beperking - zo'n 2 miljoen mensen in Nederland - zo divers is. "De ene persoon is slechtziend, de ander slechthorend, nog een ander zit in een rolstoel en weer een ander heeft psychische problemen."

"Deze groepen hebben heel verschillende belangen. Dat maakt lobbyen moeilijker. Belangengroepen werken nog vaak langs elkaar heen."

'Andere politieke wind nodig'

Het zou erg helpen als er na de Tweede Kamerverkiezingen een andere politieke wind gaat waaien dan de afgelopen jaren heeft gedaan, daar is Brink van overtuigd. "We moeten af van het idee dat dingen alleen maar geld kosten. Als je aan de voorkant investeert in een baan voor iemand met een beperking, levert dat aan de achterkant hartstikke veel op. Voor die persoon en voor de samenleving."

Brinks ideaalbeeld voor de toekomst? "Dat mensen met een beperking in de politiek meepraten en -beslissen over alle zaken waar mensen zonder beperking over praten en beslissen. Dus niet alleen over gehandicaptenzaken, maar over elk thema dat de samenleving aangaat. Dan pas is er echt sprake van inclusie."

'Ik blijf nog zweven'

Wat Carmen betreft kan dat niet snel genoeg gaan. Veel mensen met een beperking kunnen niet makkelijk naar buiten om te demonstreren voor hun rechten. "Dat maakt dat we makkelijk te negeren zijn. Het kost ontzettend veel energie, die we ook kunnen steken in ons leven zo leuk mogelijk maken."

"Wij willen net als iedereen een plek hebben in dit land, dat dat vanzelfsprekend is. En dat begint wat mij betreft met de partij die op 22 november de grootste wordt. Maar wie dat moet worden... Ik blijf nog even zweven."

info

Partijprogramma's geanalyseerd

Ieder(in), de koepelorganisatie van mensen met een lichamelijke handicap, verstandelijke beperking of chronische ziekte, publiceert morgen op haar website een analyse van de verkiezingsprogramma's van 17 van de 26 politieke partijen die deelnemen aan de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

"Het VN-verdrag Handicap wordt door acht partijen benoemd, al ontbreekt vaak wel een concreet plan voor de implementatie ervan", vertelt adviseur Public Affairs Thomas Ronnes van Ieder(in). Het actief betrekken van ervaringsdeskundigen, waar ook Rick Brink naar verwijst, wordt door een aantal partijen benoemd in het programma. Namelijk door GroenLinks-PvdA, D66, Volt, ChristenUnie en BIJ1. "Het is essentieel dat mensen met een beperking en hun naasten betrokken worden bij het maken, uitvoeren en evalueren van beleid", zegt Ronnes.

Het probleem van zich niet gehoord voelen door de politiek, dat herkent Ronnes wel bij de achterban van Ieder(in). Hij noemt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als voorbeeld. "Gemeenten, die hier verantwoordelijk voor zijn, sturen vaak op kort gebruik. De gedachte is: iemand heeft het nodig totdat diegene hersteld is. Maar mensen met een beperking hebben het hun hele leven nodig. Dat vergt een andere manier van denken."

Waar het op dit moment nog misgaat, is dat er nauwelijks samenhang is als het gaat om beleid voor mensen met een beperking, zegt Ronnes. "Elk ministerie is ermee bezig, maar dat gebeurt nog te veel in hokjes." Een motie van CDA-Tweede Kamerlid Lucille Werner, die eind vorig jaar met een grote meerderheid werd aangenomen, moet daar verandering in brengen. Werner vroeg om een nationale strategie voor mensen met een beperking. Die wordt nu ontwikkeld. "Die strategie zou een game changer kunnen zijn", volgens Ronnes. "Het is belangrijk dat het volgende regeerakkoord ambitieus is over de nationale strategie en het in samenhang verbeteren van de positie van mensen met een beperking."

Gekeken naar de geanalyseerde partijprogramma's ziet Ronnes twee positieve punten voor mensen met een beperking. "Een grote meerderheid van de zeventien partijen heeft in het programma's aandacht voor de stapeling van zorgkosten. En veel partijen willen de kostendelersnorm afschaffen, waardoor het makkelijker wordt om samen te wonen met iemand."

Wat daarnaast opvalt is dat zowel VVD als NSC, de partijen die op dit moment als hoogste in de peilingen staan, in hun programma's weinig aandacht hebben voor mensen met een beperking. GroenLinks-PvdA, D66, ChristenUnie en BIJ1 schenken in de volle breedte aandacht aan de problemen waar mensen met een beperking tegenaan lopen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen
Oud-minister Ernst Kuipers en chirurgen aan het werk
Bron: EenVandaag

De vier ziekenhuizen die complexe hartoperaties bij pasgeboren baby's uitvoeren, doen dat te weinig. Dat blijkt uit nieuwe cijfers. Kinderhartchirurgen maken dus te weinig vlieguren. Oud-minister Ernst Kuipers: "We gaan tekort schieten in kwaliteit."

Uit nieuwe cijfers van de de Wetenschappelijke Vereniging voor cardio-thoracaal chirurgen (NVT) blijkt dat het Erasmus MC in Rotterdam in 2023 38 ingrepen bij pasgeboren baby's deed. Het LUMC in Leiden 51, het UMC Groningen 20 en UMC Utrecht 39. Terwijl de zogenoemde 'volumenorm' (hoeveel operaties een ziekenhuis moet uitvoeren per jaar) voor deze operaties op 60 per centrum ligt.

'Geen enkel centrum haalt de norm'

Dit schreven de kinderhartchirurgen in 2021 zelf in een rapport: 'In de volumecriteria is bekend dat uitkomsten bij kinderen die binnen 30 dagen na hun geboorte geopereerd worden, verbeteren als het centrum er meer dan 60 per jaar doet.'

Later ontstond er discussie over die 60 operaties en bepleitte de beroepsgroep dat die norm ook wel naar 40 kon. Maar toenmalig minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hielden vast aan 60. "Geen enkel centrum haalt de norm. Dat betekent dat we tekort gaan schieten", zegt Kuipers over de laatste cijfers.

Verantwoordelijkheid op je schouders

Ook zorgeconoom Marco Varkevisser van de Erasmus Universiteit Rotterdam reageert fel op de cijfers: "Als je als medische beroepsvereniging tot volumecriteria komt, dan rust er ook een verantwoordelijkheid op je schouders om te zorgen dat je aan die criteria voldoet", vindt hij.

"Niet alleen voor de medisch professionals is dat een verantwoordelijkheid, maar ook voor de ziekenhuisbestuurders en voor de zorgverzekeraars die uiteindelijk die zorg gaan inkopen."

Bekijk ook

Concentratie goed idee

In 2021 nam het kabinet het besluit om de kinderhartchirurgie te concentreren naar twee ziekenhuizen: het Erasmus MC in Rotterdam en het UMC Utrecht. Door op minder plekken te opereren, zou de kwaliteit van de zorg omhoog gaan, was de gedachte. Een meer dan logische gedachte, volgens Ernst Kuipers, die voor zijn ministerschap bestuursvoorzitter was van het Erasmus MC.

"Je weet zeker dat als je dit concentreert en de volumes per centrum omhoog brengt, dat de kwaliteit ook verbetert. Dat is keer op keer bewezen. Niet alleen in de kinderhartzorg, maar in de volle breedte in de zorg."

Strijd tussen ziekenhuizen

Maar ondanks dat eigenlijk iedereen het erover eens was dat concentratie goed zou zijn voor de zorg voor jonge patiënten met een aangeboren hartafwijking, barstte de strijd los. Artsen en bestuurders gingen pal achter hun eigen centrum staan. Ouders van patiëntjes voerden actie en de verhoudingen tussen de ziekenhuizen raakten ernstig verstoord.

"Er werd echt met modder gegooid", zegt zorgeconoom Varkevisser, die stelt dat de kwaliteit in de ziekenhuizen nog steeds hoog is. "Het gaat om een handvol chirurgen die dit soort ingewikkelde operaties met hun ziel en zaligheid doen. Ze zijn daar hun hele carrière al mee bezig. Het zijn allemaal zeer toegewijde medisch professionals. Als jouw ziekenhuis dat kwijtraakt, dan voelt het voor een aantal mensen ook alsof ze hun levenswerk uit hun handen zien wegvloeien."

info

Geen reacties van ziekenhuizen en patiëntenorganisaties

Voor dit onderzoek heeft EenVandaag veel mensen op achtergrondbasis gesproken. Geen van de bestuurders van de universitaire ziekenhuizen wilden op camera reageren. Ook de patiëntenorganisaties wilden dat niet.

Streep door de plannen

Ondertussen gebeurde er nog van alles. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kwam met een uiterst kritisch rapport, waarna Ernst Kuipers ook nog eens een ziekenhuis inwisselde: Groningen werd aangewezen als ziekenhuis om de kinderhartchirurgie te behouden, in plaats van Utrecht.

In januari 2024 zette de rechter een streep door de concentratieplannen. Kuipers en zijn voorganger Hugo de Jonge hadden weliswaar het recht zo'n concentratie op te leggen, maar onderbouwden die onvoldoende, vond de rechter.

Veel fouten gemaakt

Varkevisser vindt dat er veel fouten zijn gemaakt in het proces. "In mijn ogen is een belangrijke, misschien wel de belangrijkste, les dat aan de Kamerbrief, waarin de concentratie werd aangekondigd, een veel grondiger analyse ten grondslag had moeten liggen. Die had openbaar moeten zijn."

Want dan had de discussie over de feiten kunnen gaan, zegt Varkevisser. "Nu is er een te lange periode geweest tussen de beslissing en het hele traject, waarbij sentimenten en emoties de bovenhand hebben kunnen kunnen krijgen. En dat heeft het proces van meet af aan in de wielen gereden en ervoor gezorgd dat het ook ontspoord is."

Bekijk ook

'Gemiste kans'

Ernst Kuipers noemt het niet doorgaan van concentratie in de kinderhartchirurgie 'een gemiste kans'. "Ouders en patiënten weten gewoon dat het beter kan. En dit dossier loopt al 30 jaar. De eerste rapportage van de Gezondheidsraad destijds dateert uit 1993 met een heel helder advies: je moet concentreren en het aantal operaties en hartkatheterisaties naar minder centra brengen."

Ook na die tijd verscheen rapport op rapport met telkens dezelfde conclusie, vertelt Kuipers. "Voor veel mensen is dit echt een hoofdpijndossier."

'Nieuwe kleren van de keizer'

Maar is er dan helemaal niets gebeurd, sinds de uitspraak van de rechter? Jawel, er is een samenwerkinsgverband opgestart tussen de UMC's van Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam.

Daarnaast is er een samenwerking tussen Rotterdam en het Radboudumc in Nijmegen. Kuipers is absoluut niet onder de indruk en noemt het 'de nieuwe kleren van de keizer'. "Ik vind het een beetje triest om te constateren, maar dat is feitelijk wat we in het verleden ook deden."

Bekijk ook

'Wat als er een complicatie ontstaat?'

Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam zijn van plan om straks de artsen te laten reizen in plaats van de patiënten. Iets wat eerder nog werd bekritiseerd door de kinderhartchirurgen zelf, zegt Kuipers, die dat zelf ook een slecht idee vindt.

"Wat gebeurt er straks als er een complicatie ontstaat, terwijl dat team dan al weer is teruggereisd?"

'Terug bij af'

Varkevisser wacht de definitieve plannen van de ziekenhuizen af en vindt dat we op dit moment 'terug bij af' zijn: "Je kunt constateren dat we na drie, vier jaar heel veel ruzie, waarbij heel veel verhoudingen op scherp zijn komen te staan, uiteindelijk niet veel zijn opgeschoten. Waar we destijds mee begonnen in 2021 is eigenlijk de situatie waar we nu weer staan."

Kuipers is dat met de zorgeconoom eens: "De situatie is onveranderd met het oude. En je kunt straks al die oude rapporten met aanbevelingen om te concentreren er weer bij pakken, want die gelden nog steeds."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord
Amerikaanse Bourbon, beeld ter illustratie
Bron: ANP/AFP

Soms laat je een product in de winkel liggen. Niet om de prijs, maar uit protest tegen het bedrijf of land erachter. Nu Trump importheffingen oplegt, merken we in de chat discussie over Amerikaanse producten. We beantwoorden jullie vragen over boycots.

Jullie vragen worden beantwoord door hoogleraar Internationale Economie Harry Garretsen (Rijksuniversiteit Groningen) en historicus Maartje Janse (Universiteit Leiden).

1. Heeft het nut als ik als consument producten niet meer koop?

"Ja, een spontane consumentenboycot kan bedrijven of landen wel degelijk raken: in reputatie en in de portemonnee", begint hoogleraar Garretsen. "Je ziet dat nu bijvoorbeeld gebeuren met Tesla. Omdat sommige consumenten het niet eens zijn met het gedachtegoed van Elon Musk, keldert de verkoop van Tesla-auto's in Europa."

"Consumenten hebben een bijzonder soort macht", antwoordt historicus Janse. "Als individuele consument heb je niet zoveel invloed, maar als collectief wel. Zeker wanneer een overtuiging om producten niet te kopen breed gedeeld wordt, in Europa of zelfs wereldwijd."

Het idee achter een boycot is simpel, vervolgt ze: "Als wij samen onze krachten bundelen door dit product niet meer kopen, dan kan het bedrijf of land daar zoveel last van hebben dat ze hun strategie wijzigen. Het is een manier om invloed proberen te krijgen op beleid. En de geschiedenis laat zien dat dit kan slagen."

Janse doet als historicus onderzoek naar protesten, waaronder boycots. Ze wijst op het oudste voorbeeld dat bekend is van een grootschalige boycot. "In 1791 besloten een half miljoen Britten geen suiker meer te kopen die afkomstig was van plantages waar tot slaaf gemaakten onder dwang werkten. Mensen realiseerden zich: 'Als ik suiker koop die in zulke omstandigheden is geproduceerd, ben ik medeverantwoordelijk.' Het parlement wilde niet luisteren, dus namen burgers zelf het initiatief," vertelt ze. "Het was best een succesvolle actie: de verkoop van deze suiker daalde met een derde."

info

Waar komt de term 'boycot' vandaan?

"De term komt uit 1880, toen de Ierse Charles Boycott slachtoffer werd van een collectieve actie", weet historicus Janse. "Meneer Boycott moest huren innen, en wilde die niet verlagen. Daarom keerde het hele dorp zich tegen hem, en negeerde hem."

"Tegenwoordig boycotten we niet meer één persoon. Het kan dat iemand geen zaken weer wil doen met een ander, maar dit noemen we geen boycot meer. Een boycot is nu gericht tegen een product of land."

2. Hoeveel consumenten moeten een product boycotten voordat die zinvol is?

"In hoeverre een bedrijf of land precies geraakt wordt, hangt af van het type boycot", zegt econoom Garretsen. "In principe is een boycot een actie vanuit consumenten die het niet eens zijn met beleid, en daarover zeggen: 'Dit willen we niet meer.' Als zij besluiten producten niet meer te kopen, kan dit bedrijven of landen zeker raken."

"Daarvoor is het niet per se nodig dat miljoenen mensen stoppen met het kopen van een bepaald product", zegt hij. "Vaak blijken lagere percentages al genoeg. Net als bij protesten en demonstraties, kunnen kleinere groepen al iets in beweging zetten."

"Een kleinere groep kan de reputatie van een bedrijf of land al beïnvloeden", verklaart de hoogleraar. "Social media spelen hierin natuurlijk een rol. Daar verspreiden acties zich snel. Zelfs wanneer de omzet van een bedrijf nog niet gekelderd is, kan een bedrijf dan toch al angst voelen voor imagoschade. Het voelt zich aangesproken of genoodzaakt om beleid te veranderen, zeker wanneer het bedrijf veel concurrentie heeft."

Toch is een boycot nog effectiever als die niet alleen gebaseerd is op de vrijwilligheid van consumenten, maar ook formeel via politiek en wetgeving wordt afgedwongen, legt Garretsen uit. "Wanneer een overheid zegt: dit product mag het hele land niet meer in. Dat gebeurt bijvoorbeeld met Russische producten. Daar trekt de overheid een grens in hoe we met die producten omgaan. En is er in feite een formele boycot."

Bekijk ook

3. Is een boycot niet gewoon om jezelf beter te voelen?

"Consumenten boycotten inderdaad omdat ze zich daar beter bij voelen. Als je iets doet waarvan jij denkt dat het zin heeft, dan voel je je daar goed over", zegt Janse. Maar dit vindt ze geen reden om boycots af te schrijven. Integendeel.

"Het is wat simplistisch enkel te kijken naar het directe effect van een boycot op beleid. Want het heeft ook een grote waarde voor individuen en groepen, en die is ook belangrijk. In plaats van je machteloos te voelen, heb je het idee dat je gedrag ertoe doet."

"Een boycot gaat ook over ergens voor staan, laten zien wat je waarden zijn. Het is een expressie van wie jij als consument wil zijn", licht ze toe. "Ook kan het het groepsgevoel versterken. Een beweging om meer Europees te kopen, versterkt bijvoorbeeld niet alleen de economie, maar versterkt ook het Europese wij-gevoel."

info

Wat vinden panelleden van Amerikaanse producten?

De importheffingen die de Amerikaanse president Donald Trump wil invoeren, maken dat het imago van de Verenigde Staten een stuk slechter is geworden in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 24.000 leden van het Opiniepanel, gepubliceerd op 8 april 2025.

De helft (51 procent) kijkt negatiever naar Amerikaanse supermarktproducten dan een jaar geleden. Het boycotten van Amerikaanse producten doen een stuk minder mensen. 1 op de 5 (20 procent) zegt geen Amerikaanse producten meer te kopen.

4. Hoe moeilijk of makkelijk is het om een volledige boycot van de Verenigde Staten te realiseren?

Een volledige boycot lijkt Garretsen moeilijk te realiseren. "Oproepen om te boycotten richten zich vaak op de typisch Amerikaanse producten, zoals whiskey. Maar er zijn natuurlijk heel veel dingen die we uit de Verenigde Staten halen. Bijvoorbeeld halffabrikaten die in producten verwerkt zijn, of diensten van Google of Apple. Een volledige boycot zou ook daarover moeten gaan, maar dat wordt al snel ingewikkelder. En dan rijst de vraag of we dat wel willen."

"Een volledige boycot is bovendien niet alleen economisch, maar gaat ook over sport en cultuur", zegt Janse. Ze geeft het voorbeeld van de anti-apartheidboycots van Zuid-Afrika in de jaren 70 en 80. "Dat waren niet alleen economische acties om bijvoorbeeld geen Zuid-Afrikaanse sinaasappelen meer te consumeren."

Al vanaf 1964 mocht Zuid-Afrika niet meer meedoen aan de Olympische Spelen. "Later drongen de Verenigde Naties erop aan om alle culturele en sportieve banden met het land te verbreken. Artiesten traden er niet meer op."

"Je ziet dat er nu ook zo'n oproep tot culturele boycot is tegen Israël. Mensen zeggen: ook daar is een apartheidsregime aan het ontstaan. Universiteiten moeten niet meer met het land samenwerken. Het land moet niet meer mee mogen doen aan het Songfestival. Dit gaat dus ook verder dan het niet meer kopen van Israëlische producten."

"Ik zie Amerika nog niet zo snel in die hoek van Zuid-Afrika en Israël belanden", vervolgt ze. "Maar Amerika is zichzelf wel aan het isoleren. En de vraag is of dit ook invloed gaat hebben op culturele uitwisseling. Je hoort bijvoorbeeld al wel van mensen dat ze niet meer naar Amerika op vakantie willen gaan. Dat is ook een vorm van boycot."

Bekijk ook

5. Gaan winkels aangeven uit welke landen producten komen, bijvoorbeeld met stickers?

"Traditioneel is een boycot gericht op een product of bedrijf. Maar je ziet ook dat een boycot breder gericht kan zijn op een land: er wordt dan wel een product gekozen, maar het is eigenlijk niet om dat specifieke product te doen. Dat product staat symbool voor iets groters." Dit zie je nu met Amerikaanse producten gebeuren, volgens Garretsen.

"Het is consumenten niet per se te doen om bijvoorbeeld Amerikaanse whiskey, of McDonalds, maar dit soort producten of bedrijven symboliseren hun opvatting over waar Amerika onder Trump mee bezig is", zegt hij. "Consumenten willen een signaal afgeven tégen Trump: 'Er zijn grenzen, we pikken niet alles.'", zegt Janse hierover.

Er zijn landen waar labels op producten worden geplakt om hun herkomst aan te geven. Zo heeft Denemarken stickers die wijzen op Europese herkomst, en wordt in Canada opgeroepen om Canadian First - producten gemaakt in Canada - te kopen. "Dit zijn eigenlijk voorbeelden van een soort omgekeerde boycots, om producten uit eigen regio te kopen."

Een meerderheid van de deelnemers aan het Opiniepanel-onderzoek wil dat Nederlandse supermarkten labels plakken op Europese producten. Twee derde van de deelnemers (68 procent) lijkt dat een goed idee.

Bekijk ook

Supermarktbranche: 'Consument moet weloverwogen kunnen kiezen'

Vermelding van het land van herkomst is niet op elk product verplicht. Volgens Europese en Nederlandse regels moet de herkomst op het etiket staan in een paar situaties, bijvoorbeeld bij onbewerkt vlees, eieren, vis en zeevruchten, groente en fruit, olijfolie en honing. Ook geldt deze verplichting wanneer het ontbreken van herkomstinformatie de consument kan misleiden, bijvoorbeeld bij producten met geografische aanduidingen zoals vlaggen.

Volgens supermarktbranchevereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) moeten consumenten 'weloverwogen kunnen kiezen welk product met welke herkomst zij kopen. Het juist en volledig etiketteren van producten is daarom van belang'.

Het CBL laat weten dat supermarkten zelf verantwoordelijk zijn voor de juiste etikettering van huismerkproducten. Bij A-merken ligt die verantwoordelijkheid bij de fabrikant. Het CBL heeft verder geen informatie over individuele assortimentskeuzes en voorkeuren van consumenten in het koopgedrag wat betreft herkomst van producten.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Hoe raakt een boycot een land anders dan tegenheffingen?

"Importheffingen zijn minder moreel geladen dan een boycot", zegt Garretsen. "Die hoeven niet per se iets goeds of fouts te betekenen. Landen kunnen gewoon blijven handelen. Alleen maakt een van de twee, of beide, het duurder. Het is van een andere orde wanneer een land zegt: 'Ik wil jouw producten helemaal niet meer.'"

"De laatste stand van zaken is dat het voor Europa misschien toch lijkt mee te vallen met de Amerikaanse importheffingen. Maar wat Amerika en China nu onderling doen - steeds hogere en hogere importheffingen - gaat op den duur in de praktijk over in een boycot. Dan kunnen Chinese producten niet meer naar Amerika geëxporteerd worden, en Amerikaanse producten niet meer naar China. Als dat doorgaat, escaleert een handelsoorlog in een handelsboycot."

"De impact van boycotacties tegen Amerika lijkt op de korte termijn misschien gering", zegt Janse. "Maar als je het bredere plaatje bekijkt, dan besef je dat een boycot onderdeel is van het grotere fenomeen dat een land z'n status verliest. Amerika verliest een deel van de invloedsfeer die het na de Tweede Wereldoorlog heeft gekregen. En mensen zien Amerika niet langer vanzelfsprekend als een betrouwbaar land."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant