Het ging ruim anderhalf jaar goed met het Suriname onder een democratisch gekozen Desi Bouterse. Het Decembermoordenproces kabbelde traag voort, de president ontmoette een flink aantal collega-staatshoofden, was voorzitter van de Caribische handelsorganisatie CARICOM en ruim de helft van de Surinamers was vorige week nog dik tevreden over hun president.

De oppositie raakte langzaamaan vleugellam, onder meer dankzij de onverwacht zachtaardige toon van Bouterse en zijn stabiele economische beleid. Er waren wat perikelen over persvrijheid, maar zelfs de meest kritische columnisten in Suriname beaamden schoorvoetend dat het spijkers op laag water zoeken was.

Decembermoorden

De Decembermoorden en het proces dat in 2007 startte, speelden een achtergrondrol. De aandacht voor de zittingen in Boxel kalfde af, de krantenredacties vulden hun kolommen liever met de veelbelovende plannen van de regering: nieuwe bruggen en integratie in de regio.

Bouterse zou zichzelf en zijn kameraden ongetwijfeld gratie verlenen, mocht het tot een veroordeling komen. Hoe en wanneer, dat was een zorg voor later. Bovendien benadrukte Bouterse keer op keer om naar de toekomst te kijken in plaats van het verleden. Het lukte hem een groot deel van de gemeenschap daarin mee te krijgen. Suriname moest worden opgebouwd en iedereen deed mee.

Zijn verleden achterhaalt hem nu toch. Plots kwamen de ontwikkelingen in een stroomversnelling: de Krijgsraad zou, na vier lange jaren, eindelijk een strafeis in het Decembermoordenproces formuleren. Erger nog: een van Bouterses voormalige boezemvrienden en medecoupplegers, de zieke en gefrustreerde Ruben Rozendaal, voelde zich in de steek gelaten door zijn voormalige kameraden en stookte het vuurtje voorzichtig op. Ruim een jaar terug weigerde hij een onderscheiding die Bouterse uitdeelde aan alle coupplegers. Afgelopen december kwam hij plots op de jaarlijkse herdenkingsdienst voor de slachtoffers van de Decembermoorden. Twee maanden terug verscheen een groot interview in het tijdschrift Parbode, waarin hij aankondigde dat hij de ‘waarheid eindelijk zou gaan vertellen’.

Ten slotte getuigde hij voor de tweede keer onder ede voor de rechter in het Decembermoordenproces. Zei Rozendaal eerst nog dat Bouterse, toen legerleider, er niet bij was die nacht in Fort Zeelandia, de plek waar in de nacht van 8 op 9 december 1982 vijftien critici door het militaire regime werden geëxecuteerd; vrijdag kwam hij met een gedetailleerd verslag dat precies het tegenovergestelde luidt. Ja, Bouterse was wel op het Fort en ja, Bouterse executeerde eigenhandig vakbondsleider Cyril Daal en militair Soerindre Rambocus. Voor het eerst in dertig jaar vertelt een betrokkene dit verhaal in het openbaar. Gewetenswroeging van Rozendaal, nu hij niet lang meer te leven heeft? Over zijn motieven is het slechts speculeren, de rechter moet bepalen of Rozendaal, die overigens ook verdachte is, meineed pleegde.

Amnestiewet

Op diezelfde dag van deze getuigenis probeerden parlementariërs van Bouterses NDP in allerijl een amnestiewet door het parlement te loodsen, wat niet lukte, omdat niet genoeg volksvertegenwoordigers aanwezig waren tijdens de vergadering. Coalitiepartners Ronnie Brunswijk en Paul Somohardjo vinden het doordrukken van de wet te overhaast. Zelfs binnen de gelederen van de NDP heerst verdeeldheid.

Bouterse hield zich aanvankelijk koest, maar gooide vrijdag olie op het vuur met een speech voor zijn opgetrommelde aanhang op het centraal gelegen Onafhankelijkheidsplein. Daar zette hij Rozendaal weg als een judas die met een bord linzensoep om te kopen is.

De verhoudingen in Paramaribo staan vanouds terug op scherp. Voor het eerst tijdens zijn presidentschap gaat het niet over stijgende benzineprijzen en ander klein leed, maar spelen diepgewortelde sentimenten uit het recente verleden serieus op.

Bouterses handelen komt hem duur te staan. De internationale erkenning die hij van onder meer Frankrijk (waarmee hij samenwerkt in het oostelijke grensgebied met Frans-Guyana) en de Verenigde Staten genoot en die hij met een hoop pijn, moeite en energie het afgelopen jaar opbouwde, gooit hij te grabbel.

Kapitale inschattingsfout

Nederland zal zich opnieuw inzetten om Bouterse buitenspel te zetten. In Brussel startte het CDA alvast een lobby om een geplande bijeenkomst van het Europees parlement in Paramaribo (waar Bouterse zo graag mee schermt om te laten zien dat hij erkend wordt) tegen te houden. De ambassadeur van de VS zei in de Surinaamse media een ‘onbehaaglijk gevoel’ te hebben. Het is vreemd dat Bouterse, die tot nu toe vrij foutloos door het moeras van de Surinaamse politiek heen manoeuvreerde, nu zo’n kapitale inschattingsfout maakt.

En passant haalt Bouterse zich de woede van een flink aantal mensenrechtenorganisaties op de hals, die de amnestiewet fel veroordelen. In het kleine Suriname met amper een half miljoen inwoners en een jonge democratie in ontwikkeling slaat zoiets in als een bom.

Het brengt niet alleen de Surinaamse regering in diskrediet; bijna de helft van de kiezers stemde in 2010 op Bouterses partijcombinatie, omdat ze de oude politiek van nepotisme en corruptie beu was. Veel van hen zijn nu ongetwijfeld diep teleurgesteld. Een weg terug, naar het enige alternatief, dus de oude politiek van voormalige, inmiddels bejaarde ex-president Ronald Venetiaan en zijn Nieuw Front, is geen optie.

‘Suriname krijgt de leiders die het verdient’, roept Nederland steevast cynisch over Bouterse, of eigenlijk over het hele Surinaamse politieke bestel. Daarmee doe je het volk, dat oprecht het beste wil in een land dat sinds 1975 met vallen en opstaan haar onafhankelijkheid van Nederland beleeft, tekort. In een natie met een broze rechtsstaat zijn politici met tien schone vingers wel vaker schaars.

Hoe nu verder? De amnestiewet zal binnenkort worden behandeld in het parlement. Of toch niet. In Suriname groeit de weerstand tot zeldzame proporties. Het is, als ex-Surinamecorrespondent makkelijk praten vanaf de andere kant van de oceaan, maar Bouterse zou er, om politiek en internationaal zijn geloofwaardigheid te herwinnen, verstandig aan doen de wet te laten varen, om daarna de gevolgen te accepteren voor wat er die nacht in december ‘82 gebeurde. Misschien is spijt betuigen geen slechte optie, zijn geestelijk leider Steve Meye staat al in de startblokken.

Het slechtste wat Bouterse kon doen is almaar zwijgen en hopen dat alle wrok wel overwaait, want de moord op vijftien prominenten in een piepkleine samenleving, en daaropvolgend de vluchtelingenstroom naar Nederland, de economische ellende en internationale isolatie, dat wordt niet zomaar vergeten of vergeven. Of je nu staatshoofd bent of niet.

Foto: Annelies Verhelst

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.