De energietransitie is in volle gang. Om aan de grotere energievraag te voldoen zijn tienduizenden extra elektriciteitshuisjes nodig. Steeds vaker komen die in het gezichtsveld van buurtbewoners te staan. En dat levert weerstand op.

De elektriciteitsnetten lopen op steeds meer plekken tegen hun grenzen aan. Buurten en wijken door het hele land worden voorbereid op de komst van extra transformatorhuisjes.

Geen informatie gekregen

Michiel Jansz woont al 30 jaar met veel plezier in het Naardermeerkwartier in Naarden. Vanuit zijn huis heeft hij uitzicht op een uitlaatveldje waar hij en zijn vrouw dagelijks met hun twee honden te vinden zijn. Maar dat uitzicht kan binnenkort weleens verleden tijd zijn.

"Een week of drie geleden werd het hek van het veldje ineens verplaatst", vertelt Jansz. "Toen kwam ik er via een buurtbewoner achter dat hier mogelijk een transformatorhuisje geplaatst zou worden. Van de gemeente kreeg ik daar geen informatie over. Die verwees me door naar Liander, maar van Liander heb ik geen informatie ontvangen."

48.000 huisjes extra

Transformatorstations worden ook wel middenspanningsstations genoemd. Die zorgen ervoor dat hoge spanning van het elektriciteitsnet wordt omgezet naar 230 volt: de spanning op je stopcontact. Tot 2040 moeten 48.000 transformatorstations worden bijgebouwd om te kunnen voldoen aan de stijgende energievraag. In 2050 moet heel Nederland namelijk van het gas af zijn.

"Zonder deze huisjes kan er eigenlijk niets veranderen, want dan is er gewoon te weinig elektriciteit", stelt Huibert Baud, directeur Klant & Ontwerp bij netbeheerder Liander. "Dit huisje is echt nodig om ervoor te zorgen dat huizen in de buurt zich kunnen verwarmen met warmtepompen, dat elektrische auto's geladen kunnen worden en dat zonnepanelen hun stroom weer terug kunnen voeren."

Bekijk ook

Als een militaire operatie

Liander bouwt zelf ruim 20.000 van die huisjes, ongeveer de helft van het landelijk totaal. "We hebben de afgelopen decennia de netten af en toe een beetje uitgebreid als er nieuwe huizen gebouwd werden. En nu moeten we echt als een militaire operatie, wijk voor wijk, het land door om te zorgen dat we het net toekomstvast kunnen maken."

Dat zorgt ervoor dat een op de drie straten open moet en dat eigenlijk iedereen zo'n huisje in de wijk krijgt. Guido van Loenen is adviseur leefomgeving en geeft dagelijks advies aan overheden en bedrijven. Hij ziet de weerstand die dat oplevert.

'Leidt tot ongenoegen en frustratie'

"Eigenlijk zien we op alle vlakken de leefomgeving veranderen. Dus niet alleen buiten de stad waar windmolens moeten komen, maar ook in de stad", vertelt hij. "Hele straten moeten open voor een warmtenet, mensen moeten achter de voordeur zijn en er komt ook nog een verandering bij vanwege de elektriciteitskastjes. Hoe klein of groot die dan ook zijn; dat leidt wel tot ongenoegen en frustratie."

Zo ook bij Michiel Jansz uit Naarden. "Ik ben helemaal niet tegen het huisje zelf. Ik sta heel erg achter de energietransitie. Ik heb zelf zonnepanelen, een elektrische auto en denk na over een warmtepomp. Maar als je dit soort grote objecten in de openbare ruimte plaatst, heeft altijd iemand er last van."

Bekijk ook

Zonder vergunning of bezwaar

Veel invloed op de komst van de stations hebben buurtbewoners namelijk niet. Als een netbeheerder en gemeente het eens worden over de komst van een transformatorstation, maken ze een deal over een stukje grond. Vervolgens duurt het trekken van kabels een maand of drie, zo'n trafohuis zelf is in een dag neergezet. Bezwaar aantekenen kan niet, want de bouwwerken mogen er vanwege hun grootte zonder vergunning komen.

De grootste frustratie voor Jansz is dan dat hij van zowel Liander als de gemeente Gooise Meren niets gehoord heeft. "Wat er in Naarden specifiek gebeurd is, weet ik niet", vertelt Huibert Baud van Liander. "Waar je moet werken en waar je zo moet opschalen zoals wij nu aan het doen zijn, ben je ook aan het leren. Dus het kan zeker zo zijn dat daar fouten in gemaakt worden."

Inwoners informeren

"Als wij die signalen krijgen van inwoners, dan geven we bij Liander aan: jullie moeten die inwoners informeren. Dat is wat we hebben afgesproken", stelt Mark Marshall, die als wethouder verantwoordelijk is voor de openbare ruimte in Naarden binnen de gemeente Gooise Meren. "Daar zit verbetering in, dat moeten we ook erkennen."

Hoewel gemeenten zeggen niet veel invloed te kunnen uitoefenen, vinden experts zoals Van Loenen dat buurtbewoners bij de start van het bouwproces betrokken worden. In Nederland wordt er namelijk om elke vierkante meter gevochten en dat heeft invloed op de leefomgeving.

Bekijk ook

En, en, en

"Er is alleen maar meer concurrentie in de openbare ruimte. We moeten ons water ergens kwijt, we hebben meer groen nodig, we hebben steeds meer auto's en we vinden sociale binding belangrijk", vertelt hij. "Het is en, en, en. Je moet goed uitzoeken wat voor impact dat heeft. En dat doet je met de buurt."

Hij ziet dan ook dat een aanpak waarbij meerdere functies in de openbare ruimte gecombineerd worden als belangrijke uitdaging de komende jaren. Over het transformatorhuisje zegt hij bijvoorbeeld: "Hoe kunnen we er ook een speelvoorziening van maken, of een kunstwerk? Dat gebeurt nog te weinig."

Buurtaanpak

Liander en de gemeente Gooise Meren zeggen allebei inmiddels met een buurtaanpak bezig te zijn. Op die manier wordt de buurt vanaf het begin betrokken bij de bouwplannen en wordt die in één keer aangepakt. "Dan hoeven we als het goed is de komende twintig jaar niet meer terug te komen", vertelt Huibert Baud van Liander. Gooise Meren wil volgend jaar ook op die manier aan de slag.

Michiel Jansz heeft inmiddels een gesprek gehad met wethouder Marshall. Die laatste heeft beloofd met Liander naar de situatie te gaan kijken. "Het is nogal een verschil of je dat transformatorhuis recht voor m'n neus neerzet of daar aansluitend op die garagebox."

Er moeten bijna 50.000 transformatorhuisjes bijkomen, maar de vraag is: waar?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.