Het lijkt een onwaarschijnlijke combinatie: de kernproeven uit de jaren 50 en het ontmaskeren van kunstvervalsers. Maar de explosieve experimenteerdrang uit de vorige eeuw maakt het die laatste groep nu knap lastig.

De gemene deler tussen die twee werelden is het licht radioactieve koolstofje C14. Dit stofje heeft de eigenschap dat het zich aan alle levende organismes bindt.

C14

Door de kernproeven uit de jaren 50 verdubbelde de hoeveelheid C14 in de lucht, waardoor alle levende organismen een C14-piek kregen. Met een nauwkeurige atoomanalyse is die C14-piek terug te zien in al die organismen. Dus ook in de vezels waar een schilderdoek van wordt gemaakt of het hout waar een lijst van wordt gemaakt.

En dat helpt bij het vangen van vervalsers. Met een analyse van C14 kan bij recentere kunst vrij nauwkeurig de leeftijd van het materiaal van het kunstwerk worden bepaald.

Vervalsing in Peggy Guggenheim-collectie

Die harde les moest het Peggy Guggenheim in Venetië leren. Het museum dacht een echte Fernand Léger in het bezit te hebben, een schilderij uit de reeks 'Contraste de Formes' uit 1913-1914. Maar een C14-analyse bewees dat het doek op zijn vroegst uit 1959 kwam, nota bene 4 jaar na de dood van de kunstenaar. Duidelijk een vervalsing dus.

:LEger
Bron: EenVandaag
Het doek waarvan lang gedacht werd dat het een Léger was.

Maar slimme kunstvervalsers zitten ook niet stil en besloten al snel oude materialen op de kop te tikken om hun vervalsingen op te schilderen. Het oude hout of doek is op de markt gemakkelijk te vinden.

Lees ook

Verraden door het bindmiddel

Zo besloot ook vervalser Robert Trotter, die in 1985 een vervalsing schilderde van Sarah Honn. Haar originele werk komt uit 1866 en het doek dat Trotter voor zijn vervalsing gebruikte kwam ook uit 19de eeuw.

Nieuw Zwitsers onderzoek maakt echter ook deze vervalsingsmethode onmogelijk. Onderzoekers van het ETH in Zurich onderzochten de olie in het bindmiddel in de verf op C14. Er bestaat geen schilderij zonder bindmiddel; de olie daarin is gemaakt op basis van zaden. Die zaden dragen, als levende organismes, weer C14 met zich mee. Het onderzoek maakte duidelijk dat het bindmiddel op het kunstwerk van Trotter veel te jong was voor een kunstwerk uit 1866. Dus weer: onmiskenbaar vals. En zo blijft de stof C14 van de kernproeven het vervalsers knap lastig maken.

Radio-interview: kernproeven maken het kunstvervalsers moeilijk. Kunstjournalist Geert Sels legt precies uit hoe dat werkt.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.