Het gaat volgens staatssecretaris Blokhuis goed met de bestrijding van suikergebruik onder jongeren. Sterker nog: "We liggen voor op schema." Onzin, volgens critici. "Het is hoog tijd voor een suikertaks."
Veel landen hebben het al ingevoerd: de suikertaks, ofwel belasting op producten met veel suiker erin. 43 landen kennen de taks en ook in Nederland wordt er al een tijd voor gepleit. Maar staatssecretaris Blokhuis wil er niet aan en rekent op het Nationaal Preventieakkoord, een verzameling afspraken met het bedrijfsleven om roken, alcoholgebruik en overgewicht tegen te gaan.
Voor op schema
"We hebben duidelijke afspraken gemaakt en liggen zelfs voor op schema", zegt staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid stellig. "In 2025 moet er 30 procent minder suikerhoudende frisdrank zijn verkocht en dat zal ons lukken."
Die 30 procent minder is een van de afspraken in het Nationaal Preventieakkoord, dat Blokhuis 2 jaar geleden afsloot met 70 organisaties, waaronder supermarkten en frisdrankfabrikanten. "Alle partijen hebben hun handtekening gezet en zijn positief. We hebben een hoge ambitie, en als we de doelstelling toch niet halen, doen we er een tandje bij."
Nationaal Preventieakkoord
Overgewicht en obesitas zijn na roken de belangrijkste oorzaak van ziekten in Nederland, staat in dit akkoord. Op dit moment is ongeveer 50 procent van de volwassen Nederlanders te zwaar, het doel voor 2040 is om dat terug te dringen naar 38 procent.
In het Nationaal Preventieakkoord staan tientallen maatregelen tegen overgewicht en obesitas. Bijvoorbeeld dat fabrikanten suikerhoudende frisdranken, snoep en melkproducten gezonder maken door minder suiker toe te voegen. Daarnaast moet de Schijf van Vijf bekender worden in Nederland en wil de Rijksoverheid een nieuw voedselkeuze-logo invoeren. (Bron: Rijksoverheid.nl)
'Als het niet lukt alsnog een suikertaks'
Ondanks de stelligheid van staatssecretaris Blokhuis denkt het RIVM dat de doelstellingen in het akkoord niet worden gehaald. Er is meer nodig, zegt het instituut. Zo onderzocht het RIVM of een suikertaks zou kunnen helpen om het suikergebruik terug te dringen. Dat blijkt inderdaad het geval, maar de minister kiest er nu niet voor.
"Ik houd het bedrijfsleven eraan, en als het niet lukt dan komt er alsnog een suikertaks", zegt de staatssecretaris. "De reden dat die er nu nog niet komt, is dat er afspraken zijn die bijdragen aan suikerreductie."
Overgewicht en corona
Volgens politicoloog en onderzoeker Herman Lelieveldt kan de staatssecretaris niet veel doen, omdat hij in de tang zit bij het bedrijfsleven. "Bedrijven hebben gedreigd zich terug te trekken uit het Nationaal Preventieakkoord als er ook maar enige vorm van belasting op suiker komt", weet hij. "En de staatssecretaris geeft gehoor aan die dreigementen."
Terwijl het juist tijdens de coronacrisis belangrijk is om overgewicht aan te pakken, waarschuwt de onderzoeker. "Het is aangetoond dat er een verband is tussen overgewicht en COVID-19."
Geen betutteling
Een veelgehoord argument om geen suikertaks in te voeren, is dat het betutteling is. Maar daar kan Lelieveldt zich niet in vinden. "Het is een duwtje in de goede richting. Bedrijven geven veel geld uit aan reclame om ons te verleiden ongezonde producten te kopen. Belasting biedt een tegenwicht, helpt gezonde keuzes makkelijker maken. Suikertaks is geen verbod op ongezonde producten, ze worden alleen duurder."
De suikertaks in Engeland is volgens de onderzoeker een goed voorbeeld van hoe het kan werken. "Dankzij de belasting hebben producenten hun dranken aangepast, daardoor krijgen mensen minder suiker binnen. Maar het totaal aantal gekochte frisdranken gaat niet omlaag, de industrie maakt nog net zoveel winst. Ik zie niet waarom bedrijven ertegen zijn."
Teveel akkoorden
Om beleid te maken voor grote thema's sluit de overheid tegenwoordig akkoorden met het bedrijfsleven en dat is wat Lelieveldt betreft geen goede ontwikkeling. Hij verwijst naar het Nationaal Preventieakkoord, maar ook naar het Klimaatakkoord. "Keer op keer gebruikt het bedrijfsleven ze om afspraken af te zwakken en uit te stellen. Dat schiet niet op. En als je dan toch een akkoord sluit, betrek de consument dan ook. Die zit nu niet aan tafel."
Er wordt nu minder suikerhoudende frisdrank gedronken dan 10 jaar geleden, maar volgens Lelieveldt is dat te danken aan bewuste consumenten en niet aan het bedrijfsleven: "Het suikergehalte in frisdrank is nauwelijks omlaag gebracht. Juist dat is nodig. Scholieren drinken gemiddeld een halve liter frisdrank per dag."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.