Voor Holocaustoverlevende Albert de Leeuw is het onbegrijpelijk dat voormalig Waffen-SS'ers in Nederland nog een uitkering uit Duitsland ontvangen. "Dit is onbestaanbaar."
Albert de Leeuw is pas 5 jaar oud als zijn vader in 1941 wordt opgepakt in Amsterdam. Om te kunnen overleven weet hij via een lid van de Joodse Raad aan een baantje in het Joodse ziekenhuis te komen. Zijn dagen bestaan uit het schillen van aardappels. In de jaren die volgden na de oorlog stond Albert de Leeuw er alleen voor. Zijn vader overleed in Sobibor. Van de 164 familieleden overleefden slechts 7 de oorlog.
28 euro voor slachtoffers
Volgens Duitse wetgeving heeft de Leeuw recht op een zogenaamd gettopensioen, maar alleen over de maanden die hij feitelijk gewerkt heeft. Dit betekent dat hij per maand een schamele 28 euro ontvangt.
Het staat in schril contrast tot de 'Hitler-pensioenen', zoals de Duitse uitkeringen voor voormalig Waffen-SS'ers ook wel worden genoemd. Deze bedragen lopen volgens schattingen uiteen tussen de 400 en 1300 euro per maand. "Dat dat soort landverraders die ook misdaden tegen de menselijkheid hebben begaan dat die door de Duitsers zo verzorgd worden met een behoorlijk pensioen is onbestaanbaar", zegt De Leeuw.
Hoop op het Europees Parlement
Uit cijfers die EenVandaag eerder wist te achterhalen blijkt dat 34 hoogbejaarde Nederlanders nog altijd een aanvullend pensioen vanuit Duitsland krijgen vanwege hun dienstjaren bij de Waffen-SS.
Nog altijd blijft de Leeuw strijden voor een hogere uitkering. Hij gelooft dat het Europees Parlement hier een sleutelrol in kan spelen.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.