De politie moet duidelijkere regels krijgen voor het gebruik van camera's bij demonstraties, oordeelde Amnesty International onlangs na eigen onderzoek. We zochten uit wat de huidige regels én de bezwaren zijn.

"Voor camera's die op een vaste plek in de openbare ruimte hangen zijn er in Nederland duidelijke juridische kaders. Maar zulke wetgeving bestaat niet voor het gebruik van losse camera's door bijvoorbeeld de politie", begint Gerard Ritsema van Eck, universitair docent IT-recht over privacy en gegevensbescherming aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Politiewet zegt niks over cameragebruik

Ritsema van Eck is gespecialiseerd in de rol die opkomende technologieën spelen in de vrije uitoefening van mensenrechten in de openbare ruimte, zoals bij demonstraties.

"Zodra de politie losse camera's, bodycams, drones of mobiele telefoons gaat gebruiken, krijg je te maken met artikel 3 van de Politiewet", vertelt hij. "Maar daarin staat eigenlijk alleen dat de politie 'politietaken' mag doen. Er staat niet specifiek in wat het doel moet zijn van cameragebruik, of hoe groot de inbreuk daarvan op burgers mag zijn."

Voor openbare orde en veiligheid

De politie mag incidenteel cameratoezicht inzetten om de politietaak - zoals beschreven in artikel 3 van de Politiewet - goed te kunnen uitvoeren, legt een woordvoerder van de politie uit. Maar er zijn geen wetten of richtlijnen specifiek voor de inzet van camera's bij demonstraties, bevestigt die.

"Bij het overgrote deel van de demonstraties worden geen camera's gebruikt", benadrukt de woordvoerder. "In gevallen dat het wel wordt gedaan, stellen de camera's de politie in staat om de openbare orde beter te handhaven én de veiligheid van de demonstranten te waarborgen. Een cameradrone geeft bijvoorbeeld een goed overzichtsbeeld waarmee veranderingen sneller en duidelijker gezien worden."

Weinig transparantie

Ritsema van Eck legt uit wat de kritiek van Amnesty is. "Het kan gerechtvaardigd zijn dat de politie ergens met een camera filmt, bijvoorbeeld voor de veiligheid van demonstranten of voor 'crowdcontrol'. Maar de politie is niet transparant over de situaties waarbij camera's worden ingezet, met welk precieze doel, en op welke juridische afwegingen dat is gebaseerd."

"Dat gebrek aan transparantie maakt het moeilijk voor burgers om de politie ter verantwoording te roepen over het cameragebruik in een specifieke situatie, en om eventueel naar een rechter te stappen." Dat terwijl demonstranten soms twijfels hebben over de manier waarop zij door de politie gefilmd worden, blijkt uit het onderzoek van de Nederlandse tak van Amnesty International.

Gevolgd tot metrostation

In het onderzoek staan verschillende anekdotes beschreven, onder andere van een demonstrant die gefilmd werd door een surveillanceauto toen hij en kleine groepjes andere demonstranten wegliepen van de demonstratie naar een metrostation toe, twintig minuten verderop, vertelt Ritsema van Eck.

Dat soort anekdotes laten volgens hem zien dat cameragebruik bij demonstraties bepaalde mensenrechten kan schenden. "Het gaat dan ten eerste om het recht op privacy, en ten tweede om het recht om te demonstreren."

Recht op privacy

De universitair docent vervolgt: "Elke keer dat een overheid gegevens van jou als burger verwerkt, is dat in principe een inbreuk op jouw privacy. En als die inbreuk niet te rechtvaardigen is, dan wordt het een schending."

"Je zou kunnen zeggen: zo'n camera ziet alleen maar de bovenkanten van hoofden van mensen die dichtbij staan, maar ik denk dat mensen dan de stand van de technologie onderschatten", legt de privacydeskundige uit. "De camera's van de politie kunnen veel meer details oppikken dan goedkope camera's van consumenten. En dat maakt echt uit voor de beoordeling van de mate waarin inbreuk op de privacy plaatsvindt."

Recht om te demonstreren

Cameragebruik kan ook het recht om te demonstreren schenden, gaat de rechtsdeskundige verder. "Mensen hebben het recht om vrij hun mening te uiten, ook als je daarmee de openbare orde tot op zekere hoogte verstoort, of als je een mening hebt die de staat liever niet wil horen."

"De politie kan er dan zijn om je te beschermen, en daar kan een stukje surveillance bij komen. Maar wanneer demonstranten het gevoel krijgen dat de politie hen ziet als mogelijk gevaar omdát zij demonstrant zijn, worden sommigen bang om überhaupt nog te demonstreren. En dat zit het recht op vrije meningsuiting in de weg."

Niemand kan politie verplichten

De woordvoerder van de politie legt uit dat er voorafgaand aan een demonstratie een inschatting wordt gemaakt van eventuele risico's voor de veiligheid. Ook wordt afgewogen of "de inzet van camera's niet meer dan een geringe inbreuk maakt op het leven van een persoon."

"Er is alleen geen toets aan de voorkant die bepaalt wat wel mag en wat niet", zegt Ritsema van Eck. "En er is niemand die de politie op dit moment kan verplichten om transparanter te zijn over keuzes. Ik ben daarom geneigd om te zeggen: zolang er geen goede transparantie is en zolang die 'toets' er niet is, moet je ervan uitgaan dat de rechtvaardiging niet in orde is. Dan ligt het voordeel van de twijfel aan de kant van de burger."

Amnesty wil nooit gezichtsherkenning

Sommige vormen van surveillance schenden volgens Amnesty altijd mensenrechten. In het onderzoek wordt bijvoorbeeld het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie voor identificatie genoemd. Dat moet volgens de mensenrechtenorganisatie volledig worden verboden.

"Het gaat bij gezichtsherkenningstechnologie niet alleen om het gefilmd worden, maar ook om de mogelijkheden om personen te herkennen op die beelden", verklaart Ritsema van Eck.

Demonstranten Extinction Rebellion herkend

"We weten dat gezichtsherkenningstechnologie in ieder geval bij één demonstratie is ingezet", vertelt de rechtsdeskundige. Namelijk bij een demonstratie van Extinction Rebellion waarbij werd rondgefietst op het privéjet-gedeelte van Schiphol.

"De marechaussee heeft toen waarschuwingsbrieven verstuurd naar de demonstranten waarin stond dat ze hen herkend hadden met behulp van gezichtsherkenningstechnologie." Er waren na die demonstratie ook mensen herkend door de technologie die helemaal niet bij de demonstratie aanwezig waren.

Herkennen in politiedatabase

De woordvoerder van de politie bevestigt dat gezichtsherkenningstechnologie gebruikt kan worden bij demonstraties, maar alleen als er bepaalde strafbare feiten zijn gepleegd: "Als er bruikbaar beeldmateriaal bestaat, dan kan de politie achteraf die beelden vergelijken met afbeeldingen van veroordeelden en verdachten in de database CATCH Strafrecht."

In deze database staan 868.900 mensen die in Nederland veroordeeld of verdacht zijn van een strafbaar feit waarvoor minimaal 4 jaar staat.

Toetsingscommissie

Elk ander gebruik dan CATCH moet de politie voorleggen aan een toetsingscommissie met juridische, technische en ethische expertise. Hiervoor is een inzetkader ontwikkeld die openbaar is. Bij een positief oordeel kan door een officier van justitie alsnog worden afgezien van de daadwerkelijke toepassing van gezichtsherkenningstechnologie.

"Maar dit geldt dus bij strafbare feiten in algemene zin. Het maakt niet uit waar of wanneer het strafbare feit is gepleegd, bij een demonstratie, een voetbalwedstrijd, in een winkel of ergens anders", zegt de woordvoerder.

Live gezichtsherkenning wordt verboden

De woordvoerder van de politie benadrukt dat er nooit live gezichtsherkenning wordt toegepast. Dat live herkennen zal in december ook officieel verboden worden.

"Als onderdeel van de AI Act van de Europese Unie wordt het verboden voor de politie om aan live gezichtsherkenning te doen", weet Ritsema van Eck, "tenzij daar een goed juridisch kader voor komt met uitzonderingen. Maar Nederland heeft zo'n kader nog niet."

Gezichtsherkenning achteraf gebruiken

Het vorige kabinet heeft mede vanwege de aankomende AI Act al wel de intentie uitgesproken om een juridisch kader te maken voor het achteraf gebruik van gezichtsherkenningstechnologieën, zoals de politie nu soms nog wel doet, gaat de rechtsdeskundige verder.

"Want alhoewel de AI Act het achteraf herkennen van gezichten op camerabeelden niet verbiedt, maakt die wel duidelijk dat ook achteraf gebruik een hoog risico kan opleveren voor de politie."

Opnieuw juridisch vacuüm

"Het duurt vaak heel lang voordat wetgeving aanhaakt bij nieuwe technologie", besluit Ritsema van Eck. "Voor camera's op vaste plekken is er wetgeving gekomen na veel maatschappelijk debat in de jaren '80 en '90. Toen waren er in het Verenigd Koninkrijk tijdens The Troubles veel camera's opgehangen, en de discussie daarover waaide over naar de rest van Europa en leidde tot wetgeving, ook in Nederland."

"Inmiddels zijn de cameratechnologieën verder ontwikkeld en is er opnieuw een juridisch vacuüm." Om dat vacuüm te dichten, zijn rapporten zoals die van Amnesty volgens de rechtsdeskundige belangrijk. "Die brengen het publieke debat op gang, zodat we daarna tot nieuwe, breedgedragen wetgeving kunnen komen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.