De technische sector doet er alles aan om statushouders zoals Ahmad en Mohamed te laten instromen. Want er is een groot tekort en maar 40 procent van de statushouders werkt. "Zowel voor de economie als de statushouder is het gezond dat we een brug slaan."
Inmiddels zijn er tussen de 300 en 400 statushouders succesvol ingestroomd in de technische sector, vertelt Doekle Terpstra. Hij is voorzitter van Techniek Nederland, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche. "Dat vind ik echt een prestatie, want het gaat niet vanzelf."
Bureaucratische rompslomp
"In de technische sector hebben we vooral veel familiebedrijven die zich verantwoordelijk voelen voor wat er maatschappelijk allemaal gebeurt. Mede daardoor zitten we als technische sector in de voorhoede als het om werkende statushouders gaat," vertelt Terpstra.
Maar een statushouder in dienst nemen is niet één groot feest, zegt Terpstra. "Statushouders kunnen een oorlogstrauma hebben, of ze worstelen met de taal of hebben nog geen woning. Ook de kosten en de bureaucratische rompslomp zijn hoog, en voor rekening van de werkgever."
Statushouders
Tot de statushouders rekenen we alle personen die een verblijfsvergunning hebben ontvangen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Er zijn nu 178.000 statushouders in Nederland, en 40 procent van hen heeft een baan.
70 procent van hen werkt in deeltijd en 81 procent heeft een tijdelijk contract. De laatste anderhalf jaar is het aantal werkende statushouders gestagneerd.
Financiële verplichtingen
Dat moet anders, vindt Terpstra. Het zou werkgevers helpen als zij van hun financiële en bureaucratische verplichtingen werden ontzien.
"Dan houden ze meer tijd en energie over om statushouders goed te laten landen in een bedrijf."
'Ik wil iets bijdragen'
Twee statushouders die sinds kort in de technische sector werken zijn Mohamed Alkhaled en Ahmad Frzat uit Syrië. Mohamed leert en werkt op mbo 4-niveau en Ahmad op mbo 2-niveau bij de BRI Groep, een installatiebedrijf. Ze zijn aan het werk in een oude tabaksfabriek die lang heeft leeg gestaan. "We bouwen hier kleine kantoorunits in", vertelt Achmad.
Ahmad is al 7 jaar in Nederland en studeerde in Syrië elektrotechniek. Door zijn vlucht naar Nederland kon hij zijn opleiding in Syrië niet afmaken. Dat hij nu kan werken is voor Ahmad heel belangrijk. "Ik wil iets bijdragen."
Erbij horen
Maar tijdens zijn 2 jaar in het azc kon dat niet, vertelt hij. "Ze zeiden: je moet wachten op een vergunning. En dat duurde lang. Ondertussen leerde ik Nederlands en heb ik de gemeente gevraagd of ik vrijwilligerswerk mocht doen. Want niets doen, dat is echt heel erg."
Ook Mohamed vluchtte voor het oorlogsgeweld in Syrië, waar hij elektrotechniek aan de universiteit studeerde. 3 jaar geleden kwam hij naar Nederland. Hij werkt nu 5 dagen en gaat 2 avonden naar school. "Door school en werk heb ik het gevoel dat ik er helemaal bij hoor."
Cultuur is een dingetje
Op de werkplaats worden Ahmad en Mohamed begeleid door Michael Rosman. "Er is een cultuurdingetje, ze brengen andere normen en waarden hierheen. Maar met veel dingen en grapjes zitten we gelukkig op één lijn", vertelt hij.
Al met al is hij positief verrast, zegt Rosman. "Niks is te gek voor ze. Ze luisteren goed en zijn bereid te helpen. Of je nu in Syrië of in Nederland kabels trekt, het gaat op dezelfde manier."
25 open vacatures
Ook directeur Dennis Roomer is blij met Ahmad en Mohamed. Personeel vinden is voor hem een groot probleem. Hij heeft op dit moment 25 vacatures open staan.
"We kunnen nu niet groeien en moeten veel nee verkopen aan klanten," vertelt hij. "Maar ik investeer ook in statushouders, omdat ik vind dat mensen met een verblijfsvergunning de kans moeten krijgen in Nederland aan het werk te gaan en diploma's te halen."
Lasten verdelen
Roomer vindt wel dat de overheid meer kan doen om het aannemen van statushouders makkelijker te maken. "Ik begrijp dat werkgevers nu terugdeinzen. Op dit moment moeten wij als werkgever opdraaien voor alle kosten, de hele inwerkperiode, de opleiding, de lasten, alles ligt bij ons."
"Als we die lasten verdelen met de overheid, wordt het voor veel werkgevers aantrekkelijker om statushouders in dienst te nemen. Ik denk aan een subsidieregeling."
'Niet gezond'
Ook vindt Roomer dat veel statushouders te lang moeten wachten voordat ze mogen werken. "Dat is echt niet gezond. Er zijn veel mensen die al veel eerder kunnen en willen werken."
Het zou daarom voor iedereen beter zijn als deze en andere barrières worden weggehaald, vindt Roomer. "Ik denk dat we ons hard moeten maken voor minder bureaucratie. Want dat is goed voor de mensen en voor onze economie," zegt hij.
Over 10 jaar projectleider
Gelukkig hebben Ahmad en Mohamed hun draai gevonden bij het installatiebedrijf in Den Haag. Dit jaar wil Ahmad alsnog zijn diploma te halen. "Ik hoop dan volgend jaar mijn diploma op niveau 3 te behalen en dan als het kan, niveau 4."
Mohamed wil na zijn mbo nog naar het hbo. Zijn begeleider, én collega, Michael heeft er alle vertrouwen in. "Misschien wordt Mohamed over 10 jaar wel mijn projectleider, dan gaat hij mij dingen leren en vertellen wat ik moet doen. Dat is het beste wat je kan doen toch, elkaar helpen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.