Wie op zoek gaat naar een oppas, komt al snel uit bij een vrouw. Daan Herbschleb (34) breekt met die ongeschreven regel. Hij is 'manny' van beroep en dat bevalt hem hartstikke goed.
Professioneel oppasser is Daan nog niet zijn hele carrière: lange tijd had hij een baan in de marketing. Tijdens de coronapandemie besefte hij dat dat misschien toch niet zijn droombaan was. "Ik dacht: ik moet iets gaan doen wat ik écht leuk vind."
Van de marketing naar een oppasbaan
En dat was met kinderen werken. Terugkijkend kwam die keuze niet uit de lucht vallen: "Vroeger heb ik ook opgepast en zomerkampen geleid. Ik merkte eigenlijk altijd al dat dat me goed afging en dat kinderen goed op me reageerden."
Toen hij nadacht over die carrièreswitch kwam er werk in de buitenschoolse opvang op zijn pad, met een focus op de natuur. "Na school gingen we dan direct het bos in."
'Stigma op mannen die oppassen'
Inmiddels is Daan ook zijn eigen buitenschoolse 'bosclub' aan het opzetten. Daarnaast is hij beschikbaar als 'manny' via een oppasbureau in Amsterdam.
Misschien is dat niet de meest voor de hand liggende keuze als man, maar gekke reacties krijgt hij er niet op. "Mensen reageren over het algemeen heel positief. Maar je weet natuurlijk wel dat er een stigma is over mannen en oppaswerk."
Balans in de maatschappij
Toch vindt Daan het heel belangrijk dat júíst ook mannen dit werk doen. "Ik merk dat het in de educatie heel hard nodig is dat er meer mannen komen. Kinderen zien vooral juffen. Ik denk wel dat dat een probleem is."
Ligt het aan hem, dan zou de verdeling tussen mannen en vrouwen veel meer in balans zijn. "Net als dat je dat wil op elk vlak in de maatschappij."
'Vrouwelijke invloed dominant'
Emeritus hoogleraar Pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam Louis Tavecchio bevestigt dat kinderen tijdens hun opvoeding over het algemeen meer te maken krijgen met vrouwen dan met mannen.
"De vrouwelijke invloed in de opvoeding is van jongs af aan dominant", zegt hij. Denk aan de oppas, vrouwelijke medewerkers op de kinderopvang, de buitenschoolse opvang en de basisschool. Ook thuis (in gezinnen met hetero-ouders) is de moeder gemiddeld gezien nog altijd het meest aanwezig.
'Beide invloeden noodzakelijk'
Volgens Tavecchio is het juist belangrijk om een balans te creëren in de opvoeding. "Mannelijke en vrouwelijke invloed zijn beide belangrijk tijdens de opvoeding. Zoek een mooie mengvorm."
Die mannelijke en vrouwelijke invloed hoeven niet per se van de ouders te komen, benadrukt hij. Er zijn immers ook stellen die niet aan dat plaatje voldoen. Maar dan nog steeds kun je volgens hem die balans creëren: opvoeden gebeurt ook door de oppas, op het kinderdagverblijf, op school en op de bso.
Actief meedoen
Op dit moment past Daan op een tweeling van 10 jaar. Hij denkt er heel bewust over na wat hij wel en niet doet, als hij bij de jongens in de buurt is. "Ik vind het belangrijk dat ik actief met ze meedoe en niet passief op mijn telefoon zit. Met dat laatste geef je een verkeerd voorbeeld aan de kinderen."
Hij merkt dat zijn oppaskinderen veel gamen, maar dat moedigt hij zelf liever niet aan. "Ze doen dat het liefst de hele tijd. Ik moet echt mijn best doen om ze naar buiten te krijgen." In Daans ervaring vinden ze dat ook hartstikke leuk, als ze eenmaal de deur uit zijn.
Buitenschoolse bosclub
In contact zijn met de natuur vindt hij ook heel belangrijk, zeker voor kinderen. Met zijn eigen buitenschoolse 'bosclub', buitenschoolse opvang in het bos, hoopt hij daaraan bij te dragen.
Zodra de kinderen uit school komen, kunnen ze samen met hem ontdekken en spelen in de natuur. "In bomen klimmen, survival skills ontwikkelen: zowel ik als de kinderen krijgen daar veel energie van. We komen altijd met positieve energie het bos uit."
'Vrouwen meer risicomijdend'
Het is een goed voorbeeld van wat juist een mannelijke oppas kan brengen, volgens hoogleraar Tavecchio. ''Mannen moedigen het kind vaak eerder aan om de eigen grenzen te verkennen en verleggen. Veel vrouwen - niet alle vrouwen natuurlijk - zijn eerder geneigd om wat voorzichtiger te zijn. Ze zijn wat meer risicomijdend en zeggen sneller 'nee'."
Tavecchio's conclusie is juist dat je allebei die invloeden nodig hebt als je opgroeit. Toch kiezen we als samenleving sneller voor een vrouwelijke oppas, weet Tavecchio uit onderzoek. ''We laten opvoeding en zorg liever aan vrouwen over, omdat we denken dat zij het beter kunnen."
132 nannies, 2 mannen
Naast dat ouders sneller voor een vrouw kiezen, hebben ouders die graag een man willen ook simpelweg minder keuze. Daan is bijvoorbeeld een van de weinige 'mannies' bij zijn oppasbureau. En ook op het platform Babysits, waar ouders door heel Nederland oppassers kunnen vinden, staan 132 nannies ingeschreven. Twee van hen zijn man.
Bij het online platform Oppasland, dat een stuk groter is, zagen ze de afgelopen 2 jaar wel een lichte toename in het aantal aanmeldingen van mannelijke oppassen: begin 2022 was 2 procent van de nannies man, begin 2024 was dat 6 procent. Dat betekent dat via het platform 827 mannen actief waren in die periode en 12.893 vrouwen.
Angst voor veiligheid
Dat we als samenleving denken dat een vrouw een betere keuze is, heeft volgens Tavecchio ook te maken met veiligheid. Of eigenlijk de angst dat die in het geding komt.
"Het kleeft aan de man dat er een mogelijkheid is dat hij dit beroep heeft gekozen, zodat hij de gelegenheid krijgt om vervelende dingen met kinderen te doen. Terwijl dat iets is wat je moeilijk bij voorbaat kunt vaststellen."
Werk verdient niet goed
Met die opvatting heeft Daan geen ervaring: wantrouwende ouders is hij nog niet tegengekomen. Hij ziet wel een andere reden waarom mannen minder snel een oppasbaan nemen. Hij denkt dat dat komt doordat het werk niet zo heel goed verdient.
"Ook al heeft iemand echt een passie om met kinderen te werken, de achterliggende gedachte blijft dat de man veel geld moet verdienen om het gezin te dragen", zo hoort Daan als hij het er met mannen in zijn omgeving over heeft.
'Verandering is mogelijk'
Tavecchio verwacht niet dat de verdeling tussen mannen en vrouwen in de oppaswereld of in het onderwijs ooit helemaal gelijk zal zijn. Maar de verhouding kan volgens hem wel minder scheef worden. In veel beroepen lukt het namelijk wel om meer diversiteit te creëren.
"Kijk naar vrachtwagenchauffeurs, 25 jaar geleden was er misschien één op de honderd vrouw en nu is dat aantal behoorlijk gestegen. Zo zie je dat in een beroep dat tientallen jaren lang als 'mannelijk' werd gezien, het toch mogelijk is om dat te veranderen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.