Parkeergarages, voetbalstadions: de laatste jaren werden we geconfronteerd met onverwachte instortingen. Experts maken zich grote zorgen over de bouwveiligheid. "Zorg voor stevig en deskundig bouwtoezicht, voordat het weer misgaat!"

Falend bouwtoezicht. Dat is volgens emeritus hoogleraar constructieleer Rob Nijsse de oorzaak van een aantal instortingen van publieke gebouwen in de afgelopen jaren. "Dat is een forse uitspraak, maar ik kan het stuk voor stuk onderbouwen."

'Had voorkomen moeten worden'

In mei dit jaar ging het mis in Nieuwegein, waar een deel van de parkeergarage van het St. Antonius Ziekenhuis instortte. Dit doordat de bouten in de oprijplaten niet goed waren vastgedraaid.

In verschillende voetbalstadions bezweek daarnaast de fundering. Het dak van het AFAS-stadion van voetbalclub AZ in Alkmaar stortte in door een slechte las. En de tribune van het Goffertstadion van NEC in Nijmegen begaf het doordat er op een aantal cruciale plekken te weinig wapening in het beton zat. "Dit had voorkomen moeten worden", zegt Nijsse.

Betrouwbaar bouwtoezicht

Daarom luidt hij de noodklok. "Breng betrouwbaar en deskundig bouwtoezicht terug. Niet voor alle gebouwen, maar wel voor alle publieke gebouwen, zoals een ziekenhuis, een parkeergarage of een stadion", wil hij.

"Plekken waar veel mensen komen en waar een instorting een groot risico vormt voor ernstige ongelukken."

Nieuwe wet

Sinds de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) begin dit jaar, gelden er nieuwe regels om de bouwkwaliteit te versterken. Bouwcontrole op locatie is door deze wet niet langer alleen de taak van een gemeente, maar ook van een commerciële kwaliteitsborger.

Als een kwaliteitsborger constateert dat er dingen misgaan op de bouwplaats, is het nog wel de gemeentelijke dienst die de bouw kan stilleggen. Dit geldt in eerste instantie alleen voor eenvoudigere gebouwen, zoals woningen en kleinere bedrijfspanden.

Kleinere rol voor de gemeente

Voor complexere projecten, zoals grote kantoren en ziekenhuizen, blijven voorlopig de oude controles door gemeenten gelden. Maar de komende jaren zal ook bij deze gebouwen de commerciële kwaliteitsborger gaan controleren.

Met de nieuwe wetgeving wordt de rol van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht dus steeds kleiner. En dat vindt Nijsse 'verre van ideaal'. "Alles wat een mens maakt of doet, moet gecontroleerd worden door iemand anders. Er moeten vreemde ogen komen die kritisch kunnen kijken naar de voortgang in de bouw. Een onafhankelijk toezichthouder van de overheid kan dit het beste, want die heeft geen commercieel belang."

Controle door provincie

Daarom moet het bouwtoezicht gereorganiseerd worden, volgens Nijsse. "Er is maar één partij die echt tanden heeft om te bijten, namelijk de overheid die ons allen vertegenwoordigt. We moeten het toezicht niet meer op gemeentelijk niveau, maar op regionaal niveau regelen. Zodat een sterk overheidsorgaan de macht en kracht heeft om die maatschappelijk belangrijke gebouwen te controleren."

Dit heeft een positieve invloed op de bouwveiligheid, zegt hij. "Dan weten de aannemers dat ze worden gecontroleerd en de ontwerpers dat hun plannen en berekeningen kritisch worden nagekeken. Zo sluiten we de veiligheidscirkel weer. Het gaat geld kosten, maar het is belangrijk voor onze maatschappelijke veiligheid."

'Plat gepolderd'

Directeur Wico Ankersmit van de Vereniging Bouw- & Woningtoezicht Nederland deelt de zorg van de hoogleraar. "Wij zijn als gemeenten heel kritisch op de huidige wetgeving rond die kwaliteitsborging", zegt hij.

"Er is jaren gedaan over het opstellen van deze wet. En nu is er een omstreden wet waarvan niemand boos wordt, maar die ook niemand echt blij maakt. Waarvan je je kan afvragen wat die nou echt doet. De wet is in 12 jaar een beetje plat gepolderd."

'Controle niet aan markt overlaten'

Net als Nijsse vindt Ankersmit het een slecht idee dat commerciële kwaliteitsborgers ook toezicht gaan houden op grotere publieke gebouwen. "Die zijn onderdeel van private partijen die opereren op de commerciële markt."

"In grote maatschappelijke gebouwen komen veel bezoekers en dat brengt een publieksrisico met zich mee. Het lokale bestuur staat voor de veiligheid van haar inwoners en dus die bezoekers. Maar bij private partijen kan de markt een rol spelen, daarom vinden wij het lastig om die controle aan hen over te laten."

Duitsland als voorbeeld

Zou het dan een idee zijn om de aannemer hoofdelijk aansprakelijk te maken, zoals in Duitsland gebeurt? Volgens Ankersmit heeft dit in Nederland geen kans van slagen.

"Dit komt door het systeem waarin we vastzitten. In Duitsland zijn er hoge opleidingseisen verbonden aan het beroep aannemer, daar moet je met een 'meisterbrief' verklaren dat je 'meister' bent in jouw ambacht. Maar in Nederland kan iedereen aannemer worden. Dat baart mij, in combinatie met die private kwaliteitsborger, wel zorgen."

Educatie voor alle betrokkenen

Net als Nijsse pleit ook Ankersmit voor steviger bouw- en woningtoezicht met voldoende kennis en expertise. Naast dat hij kritisch is op de nieuwe wetgeving, ziet hij ook goede dingen: "Door de nieuwe regelgeving kan de aannemer meer aansprakelijk worden gesteld, dat vind ik al een goede ontwikkeling."

Daarbij is het volgens hem essentieel om permanent educatie te bieden aan alle mensen die bij bouw- en woningtoezicht werken. "Bouwmaterialen en de regelgeving veranderen elk jaar, door bijscholing worden toezichthouders op basis van de meest actuele regelgeving getoetst."

Momentopname

Als toezichthouder bij de gemeente Utrecht voert Max de Ruiter inspecties uit op bouwlocaties. "Dat blijven steekproeven. Wij kunnen er niet de hele tijd bij zijn tijdens de bouw."

Het is volgens hem erg belangrijk om als toezichthouder een relatie op te bouwen met de aannemer. "Dan weet je wat je aan elkaar hebt. Daardoor zal de aannemer ervoor zorgen dat alles in orde is."

Toezicht door gemeenten

De Ruiter benadrukt het belang van onafhankelijk toezicht door de gemeente. "Wij hebben als bevoegd gezag niks te maken met de belangen van de aannemer en initiatiefnemer. Wij zullen een aannemer dus altijd kritisch aanspreken en de bouw eventueel stoppen als dat nodig is."

"Ook bij kwaliteitsborgers mag je ervan uitgaan dat ze onafhankelijk toezicht houden, maar het is niet bij de wet vastgelegd dat zij fysiek op de bouw aanwezig moeten zijn zoals ik", vertelt De Ruiter.

De praktijk

De Ruiter kiest ervoor om op belangrijke momenten aanwezig te zijn. "Het aantal controlemomenten verschilt per project. Als toezichthouder mag ik zelf bepalen wanneer en hoe vaak ik langskom."

"Ik kom bijvoorbeeld sowieso als er beton wordt gestort. Want in beton zit wapening en het is erg belangrijk om te controleren of de berekende wapening ook daadwerkelijk in de betonconstructie is aangebracht. Als het beton er uiteindelijk inzit is dat natuurlijk niet meer te zien."

audio-play
Falend bouwtoezicht is volgens experts de oorzaak van een aantal instortingen van publieke gebouwen in de afgelopen jaren

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.