Dat boodschappen flink duurder zijn geworden, zal niemand zijn ontgaan. En de prijzen blijven doorstijgen: sinds september 2021 is de prijs van het gemiddelde boodschappenmandje met 31 procent gestegen, blijkt uit nieuwe cijfers van marktonderzoeker GfK.
GfK houdt sinds september 2021 bij hoe duur de boodschappen bij negen verschillende supermarkten zijn. Het bureau bekijkt hoeveel consumenten gemiddeld moeten betalen voor hetzelfde boodschappenmandje met 55 basisproducten, van zowel A-merken als huismerken. Aanbiedingen worden niet meegerekend.
131 euro voor boodschappenmandje
Uit het onderzoek blijkt dat het boodschappenmandje, met producten als brood, melk en schoonmaakmiddelen, in de laatste 11 maanden 18 procent procent duurder is geworden. Waar de basisproducten vorig jaar samen nog 111 euro kostten, is de kassabon volgens GfK nu gestegen naar 131 euro. Als je de huidige prijzen vergelijkt met september 2021 is de stijging zelfs 31 procent.
Producten die het afgelopen jaar het hardst in prijs stegen, zijn olie (32 procent), toiletpapier (31 procent), hondenvoer in blik (31 procent) en spaghetti (29 procent). Maar niet alles is duurder geworden: voor toiletreinigers, vloeibare toiletzeep en batterijen betaal je juist minder.
Doen supermarkten wel genoeg?
Doen supermarkten eigenlijk wel genoeg om hun producten betaalbaar te houden? Uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 30.000 consumenten uit het Opiniepanel blijkt dat veel mensen denken van niet: 86 procent vertrouwt er niet op dat supermarkten hun best doen om hun prijzen zo laag mogelijk te houden.
Als reden daarvoor wordt vaak naar de winst van Ahold Delhaize gewezen: de eigenaar van Albert Heijn boekte vorig jaar 1,5 miljard euro winst. Een winststijging van 13 procent zorgde voor de hoogste nettowinst in 10 jaar tijd voor het bedrijf. Het supermarktconcern laat in een reactie weten er alles aan te doen de prijs voor de consument zo laag mogelijk te houden.
'Tientallen procenten minder winst'
Ook het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de brancheorganisatie voor supermarkten, benadrukt dat de kostenstijgingen niet volledig worden afgewenteld op de consument. Directeur Marc Jansen wil het beeld dat de bedrijven hoge winsten behalen nuanceren: "Veel supermarkten hebben niet te maken met aandeelhouders."
"Je moet ook goed beseffen dat de winstcomponent van supermarkten maar 1 tot 2 procent van de omzet is", legt hij uit. Supermarkten proberen volgens hem een deel van de pijn voor consumenten weg te nemen 'door lagere winsten te accepteren voor henzelf'. Ze hebben daarom 'tot tientallen procenten minder' winst gemaakt, beweert hij.
Kosten 'voor een deel' doorberekend
De CBL-directeur vertelt dat de inkoopkosten voor supermarkten 75 tot 80 procent van de totale omzet zijn. "Dus het is belangrijk om daarin voordelig te blijven." Er wordt volgens hem soms dan ook 'stevig' onderhandeld met leveranciers, zeker als een hogere inkoopprijs 'niet verklaarbaar' is. "Maar we zien toch wel dat heel veel kosten niet anders kunnen dan doorberekend worden."
Jansen legt uit dat supermarkten tussen twee partijen in zitten: "Fabrikanten, leveranciers, boeren en tuinders willen meer voor hun producten vanwege de gestegen kosten, en consumenten willen niet te veel betalen. Daar moet je elke dag een oplossing voor bedenken." Hij benadrukt dat consumenten 'voor een deel' opdraaien voor de hogere kosten die in de hele keten gemaakt worden.
'Mensen kunnen huismerk kiezen'
Hij wijst erop dat mensen ook zelf kunnen besparen op hun boodschappen: "De consument heeft in de winkel de keuze uit dure producten en goedkopere producten, zoals huismerken. Voor honderden producten zijn duizenden alternatieven." Mensen hebben keuze, wil Jansen maar zeggen: "Je kunt ook het huismerk proberen."
En veel mensen zoeken al naar alternatieven voor de dure boodschappen, weet marktonderzoeker Eric Harmsen van GfK. "Als gevolg van de hoge prijzen zien wij in het onderzoek dat mensen vaker naar verschillende supermarkten gaan, op zoek naar aanbiedingen of lagere prijzen. We zien tegelijk dat eigen merken het veel beter doen dan merkproducten."
Beschikbaar inkomen gestegen
Tegelijkertijd wordt natuurlijk ook niet iedereen even hard geraakt door de aanhoudende hoge inflatie. Zo is het beschikbaar inkomen van de gemiddelde Nederlander in 2022 met 2 procent gestegen, heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekend. Volgens economisch commentator Martin Visser heeft dat met een aantal zaken te maken.
"Er is sprake van een loonstijging, mede door nieuwe cao-akkoorden. Mensen zijn meer uren gaan werken en dus ook meer gaan verdienen. "Bovendien zijn meer mensen aan werk gekomen afgelopen jaar, door de gunstige arbeidsmarkt", legt hij het gestegen beschikbaar inkomen uit.
'Niet het hele verhaal'
Toch vertelt dit volgens Visser niet het hele verhaal: "De cijfers vertellen namelijk niet waarom mensen meer zijn gaan werken. Dat kan zijn om de boodschappen of energierekening te kunnen blijven betalen. Dus een hoger beschikbaar inkomen zegt niet direct dat iemand meer geld te besteden heeft."
Bovendien gaan dit soort cijfers over gemiddelden, benadrukt hij. "Er is een groep waar de financiële klappen vallen en die het niet meer zelf kunnen opvangen. Deze mensen zijn erg gecompenseerd door de overheid, maar als die steun volgend jaar wegvalt, wordt de groep die de eindjes niet meer aan elkaar kan knopen groter. Het is afwachten wat er gaat gebeuren."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.