Eén op de drie gamers (35%) voelt zich wel eens agressief of opgefokt na het spelen van een game. En een vijfde (19%) houdt soms een rotgevoel over aan iets heftigs in een game. Toch zijn jongeren (83%) tegen een algeheel verbod op gewelddadige games. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 1900 jongeren, van wie er 1400 zeker wekelijks gamen. 

Gewelddadige games hebben nu, net als films, een adviesleeftijd (16+ of 18+). Ruim de helft van de gamers (61%) speelde wel eens een game waarvoor ze eigenlijk te jong waren. Een derde (36%) heeft wel eens geprobeerd deze games te kopen op minderjarige leeftijd, en dat lukt bijna altijd. Om een identiteitsbewijs wordt volgens 73 procent nooit gevraagd. En zelfs al zou de controle strenger zijn, ondervangt dit slechts een deel van het probleem: veel jongeren downloaden hun games of lenen die van anderen.

Dan ook horrorfilms verbieden?

Veel jongeren wijzen er op dat een causaal verband tussen gewelddadige games en agressief gedrag nog altijd ter discussie staat. Ook vragen ze zich af waar de grens getrokken wordt als zulke games verboden worden. Zoals een jongere het verwoordt: “Totale betutteling, je kan alles wel gaan verbieden. Mogen ze ook de Bijbel, Thora en Koran verbieden voor hun gewelddadige passages. Of boeken als Vijftig tinten grijs en horrorfilms.”

Tijdbegrenzer slecht plan

Ook een tijdbegrenzer op games vinden zes op de tien jongeren (60%) een slecht plan. Een vaak genoemd argument, in de woorden van een gamer: “Zelf zou ik het ontzettend frustrerend vinden als een spel er na twee uur mee stopt als het net heel spannend is. Dan worden mensen juist agressief.” Ook denken jongeren dat gamers het systeem zullen omzeilen, bijvoorbeeld door tussendoor een andere game te spelen. Bovendien vinden ze dat de verantwoordelijkheid bij de gamer en zijn ouders ligt. De thuiswonende gamers zeggen echter in grote meerderheid (89%) dat ze geen afspraken hebben met hun ouders over het aantal uur dat ze mogen gamen.

Gamen ten koste van school en slaap

Gamers ervaren zowel nadelen als voordelen van het spelen. Bij tweederde (64%) gaat het gamen wel eens ten koste van school of studie en bij een derde (35%) ten koste van de nachtrust. Eén op de vijf gamers (20%) noemt zichzelf ook daadwerkelijk -een beetje- verslaafd. Aan de andere kant: één op de drie gamers (31%) heeft beter leren samenwerken en driekwart (72%) heeft beter Engels leren spreken door het spelen van computerspellen.

De uitslag van dit onderzoek is 17 januari 2014 in de uitzending van Radio EenVandaag gebracht. Luister het radio-item over gamen hier terug.

Over dit onderzoek

Aan dit online onderzoek, gehouden van 14 t/m 17 januari 2014, deden 1914 jongeren mee. Onder hen waren 1419 gamers (= jongeren die aangeven minstens wekelijks te gamen). De uitslag van de peiling is na weging representatief voor drie variabelen, namelijk leeftijd, geslacht en spreiding over het land.

Lees ook