Zorgpersoneel worstelt met verdeling coronabonus: 'Al snel duidelijk dat er voor mij geen bonus in zat'

Wie komt er in aanmerking voor de coronabonus van 1000 euro en wie niet? Over die vraag is onrust ontstaan onder werkgevers en zorgpersoneel. "Of je nou een schoonmaker bent, een huismeester, een arts of een fysiotherapeut, je doet allemaal je best."

In verpleeghuis De Vijverhof in Harmelen is het nieuws over de coronabonus met gemengde gevoelens ontvangen. "Corona heeft er hier flink ingehakt", vertelt verpleegarts Suzanne Lans. "We hebben vanaf het begin ontzettend hard gewerkt. Heel veel uren gemaakt, alles om corona zoveel mogelijk buiten de deur te houden."

Onderscheid in waardering

Toch kan Suzanne geen aanspraak maken op de bonusregeling, omdat ze werkzaam is als arts. "Al snel werd duidelijk dat er voor mij geen bonus inzat. En daar moeten we het mee doen. Ik vind het heel erg jammer dat er onderscheid wordt gemaakt tussen medewerkers binnen dezelfde sector."

Ze geeft aan dat ze met z'n allen keihard hebben gewerkt al die maanden. "Van schoonmaak tot receptie tot administratie en directie. En ook wij als artsen hebben een steentje bijgedragen. Ik vind het jammer dat er een onderscheid wordt gemaakt in waardering."

Onduidelijk voor ondersteunend personeel

"Het is hier een hele drukke tijd geweest. De werkdruk was enorm en we moesten heel veel ad hoc doen," vertelt Ton Beringen, die in het verpleeghuis werkzaam is als huismeester. Voor hem is nog onduidelijk of hij aansprak kan maken op de tegemoetkoming van duizend euro.

"Ik ben ondersteunend personeel", legt hij uit. "Maar als het bed kapot is, dan kunnen de bewoners niet meer de goede verzorging krijgen. Of als het licht kapot is dan liggen ze allemaal in het donker."

'Allemaal even hard gewerkt'

"Ik hoop dat ik de bonus krijg", zegt hij. "Ik heb het wel gehoord maar of het gaat gebeuren moet ik nog zien. Het gebaar is mooi maar ik vind wel dat onderscheid tussen collega's echt niet kan."

Want wat hem betreft heeft iedereen even hard gewerkt. "En nog steeds. Of je nou een schoonmaker bent, een huismeester, een arts of een fysiotherapeut, je doet allemaal je best. Je doet het voor de bewoners."

Speciaal loket

Aan werkgevers in de zorg wordt de komende tijd gevraagd om duidelijk te maken hoeveel personeel in aanmerking komt voor de bonus. Vervolgens zal dit getoetst worden door de overheid en het geld verstrekt worden via een speciaal loket, dat op 1 oktober open moet gaan.

Maar zo'n lijst levert ook weer problemen op, vindt Trudy Prins. Ze is bestuurder van zorgcentrum de Vijverhof en heeft grote bezwaren bij het opstellen hiervan. "Natuurlijk is het fijn dat we een bonus krijgen. Maar ik moet nu beslissen wie hard genoeg gewerkt heeft om een bonus te verdienen maar er worden ook groepen uitgesloten."

'Dit creëert verdeeldheid'

Verpleegkundige Anique Landzaad is er ook niet gelukkig mee dat de verantwoordelijkheid van de verdeling vooral bij de ziekenhuizen komt te liggen. "Dit creëert verdeeldheid", waarschuwt ze. "Het zet de ziekenhuizen voor het blok. Het is zó'n grijs gebied, dat je niet kan kiezen wie er hard heeft gewerkt en wie zich kapot heeft gewerkt."

Volgens Anique is de timing wel bijzonder. Vorige week werd er in de Tweede Kamer een motie afgewezen voor een structureel betere beloning voor het zorgpersoneel. "Ik kijk een gegeven paard niet in de bek," vervolgt ze. "Maar dit voelt als een zoethoudertje. Wat ik liever zie gebeuren, is dat er structurele verbeteringen komen om mensen aan te trekken in de zorg. Liever een betere CAO dan een bonus."

500 miljoen meer

"Onze artsen hebben keihard moeten werken om dag en nacht hebben tests af te nemen", vindt Prins. "Ik zie echt echt geen grond waarom ik die groep moet uitsluiten. Ik heb ook mensen op kantoor die er dag en nacht aan hebben gewerkt om te zorgen dat wij hier beschermingsmateriaal hebben. Dat vind ik een koninklijke onderscheiding waardig."

Volgens Prins moet de overheid zonder voorbehoud over de brug komen. "Ik vind dat de minister met zijn collega-ministers in de nationale portemonnee moet kijken. Die lijkt oneindig voor alle commerciële bedrijven die miljarden investeringen krijgen. Hij heeft nog 500 miljoen meer nodig om een bonus uit te keren aan al het zorgverlenend personeel. Daar kan hij vast wel iets voor vinden."

'Werkgevers hebben hier het beste zicht op'

De initiatiefnemer van de zorgbonus, Femke Merel van Kooten-Arissen, snapt op haar beurt niet hoe de commotie kon ontstaan. "De werkgevers hebben hier in mijn optiek het beste zicht op", zegt het oud-PvdD-Kamerlid. "Hoe moeilijk is het om even uit te zoeken wie er extra inzet hebben geleverd, dat door te geven, zodat die mensen de bonus krijgen?"

Volgens Van Kooten-Arissen is er bij deze regeling geen sprake van een plafond. "De minister gaat uit van 800.000 mensen, maar hij heeft ook duidelijk gezegd: als het er meer zijn, zijn het er meer."

'Minister moet gewoon leveren'

John Kerstens (PvdA) is kritischer. Hij snapt niet dat de minister er 14 weken over moest doen om 'met een regeling te komen die niet af is en bovendien een recept is voor ellende'.

"Ik snap dat werkgevers daarvoor bedanken", vervolgt hij. "De minister moet gewoon leveren. Als-ie nog langer treuzelt, zijn er straks geen mensen meer over in de zorg. Zoals het er nu naar uitziet, worden de eerste bonussen sowieso pas meer dan een half jaar nadat de Kamer daartoe opdracht gaf uitbetaalt. Beschamend."

Geen tegemoetkoming maar splijtzwam

'Zorgverleners hebben tijdens de coronacrisis extra hard gewerkt. Daar willen we als Tweede Kamer een mooi financieel gebaar tegenover stellen, zegt Vera Bergkamp (D66). Maar zoals het nu gaat, lijkt dit gebaar onder te sneeuwen door onduidelijkheid in de uitvoering."

"Eerst was onduidelijk of de bonus ook impact zou hebben op toeslagen die mensen ontvangen", legt ze uit. "Dat moest Minister de Jonge herstellen door een tweet. Nu is blijkbaar onduidelijk welke zorgmedewerkers wel en niet een bonus ontvangen. Daarmee dreigt dit gebaar geen tegemoetkoming, maar een splijtzwam te worden. Wij roepen de minister dan ook op om dit snel en goed te regelen."

Niet definitief

Een woordvoerder van het ministerie benadrukt dat de regeling nog niet definitief is. "Wij willen nog voor de zomervakantie komen met een precieze afbakening van de doelgroep; de selectie gebeurt dus door ons."

"De regeling werken wij uit samen met de werkgevers, want we willen niet dat dit zorgt voor een extra administratieve last. De uitvoering ligt niet bij werkgevers." Voor het zomerreces moet er een plan van aanpak liggen.