radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Waarom lokale initiatieven volgens deze hoogleraar dé oplossing zijn voor de vastgelopen ouderenzorg

Waarom lokale initiatieven volgens deze hoogleraar dé oplossing zijn voor de vastgelopen ouderenzorg
De toekomst van de ouderenzorg ligt bij lokale initiatieven, denkt hoogleraar Marcel Canoy
Bron: EenVandaag

De ouderenzorg blijft alleen voor iedereen beschikbaar als we die organiseren in zorgzame gemeenschappen. Dat zijn dorps- en wijkinitiatieven die zich bezighouden met welzijn, zorg en wonen. Gezondheidseconoom Marcel Canoy deed er onderzoek naar.

Verpleeghuizen zijn overvol en de thuiszorg kampt met een groot personeelstekort. Tegelijkertijd bestaan er in ons land allerlei initiatieven die laten zien hoe de ouderenzorg beter georganiseerd kan worden, ziet gezondheidseconoom Canoy. Hij overhandigt morgen een bundel met geslaagde burgerinitiatieven op het gebeid van wonen en zorg van ouderen aan de Tweede Kamer.

Terug naar lokaal

De hoogleraar is ervan overtuigd dat de zorg voor ouderen lokaal organiseren, zoals dat vroeger gebeurde, een oplossing biedt voor de vastgelopen ouderenzorg. "Ongeveer de hele wetenschappelijke wereld is het erover eens: de toekomst ligt bij de zorgzame gemeenschappen."

Een voorbeeld van zo'n geslaagde zorgzame gemeenschap is een monumentaal klooster in Dongen, dat nu bewoond wordt door vitale en minder vitale ouderen. Er wordt zorg aangeboden, maar het doet niet aan als een zorginstelling.

Bekijk ook

Geen medisch team maar een leefcoach

De zorg die geboden wordt in het Dongense klooster lijkt kostenbesparend. Dit komt omdat er niet continu gebruik wordt gemaakt van een medisch team, maar van een leefcoach die voor meerdere bewoners de zorg regelt. Zo overziet deze coach voor welke financiële ondersteuning een bewoner in aanmerking komt en speelt een rol in het aanvragen.

Met bewoners van het klooster en hun familie wordt steeds besproken of ze er nog kunnen blijven wonen en wat daar specifiek voor nodig is. Omdat de leefcoach niet steeds weer grote stapels formulieren in te vullen om de zorg te regelen, zou dit bijna 40 euro per cliënt minder kosten dan het gemiddelde gebruik van ouderenzorg.

Waar ouderen in de toekomst moeten wonen, nu vergrijzing toeneemt

Woningcorporatie

Initiatieven zoals in Dongen vragen om genoeg geschikte woningen. Canoy zegt dat woningcorporaties daar een positieve rol in kunnen spelen. Woningcorporatie Habion heeft in Hilversum bijvoorbeeld een oud-verpleeghuis zo aangepast dat er nu ouderen kunnen wonen, zonder dat het nog lijkt op een zorginstelling. De woonruimtes en de gezamenlijke ruimte zijn zo huiselijk mogelijk ingericht.

Het idee is dat mensen er gaan wonen en niet meer hoeven te verhuizen. Wanneer mensen intrekken wordt er besproken wat mensen zelf nog kunnen en aan welke hulp en zorg ze behoefte hebben. Ook als bewoners achteruit gaan wordt ernaar gestreefd ter plekke de juiste zorg aan te beiden, eventueel ook de zwaardere verpleegzorg.

Bekijk ook

Van het kastje naar de muur

Makkelijk is het niet, om initiatieven als het klooster in Dongen en het omgebouwde verpleeghuis in Hilversum van de grond te krijgen. De bekostiging van ouderenzorg moet vaak uit verschillende potjes komen. Dat belemmert vaak dit soort initiatieven, zegt Canoy.

"Het meest in het oog springende obstakel waar initiatiefnemers tegenaan lopen zijn de verschillende financieringsbronnen waaruit activiteiten betaald worden. Dat leidt regelmatig tot frustraties omdat zij van het kastje naar de muur gestuurd worden. Mede door het niet structureel financieren van bewezen succesvolle initiatieven."

'Het betaalt zich terug'

Canoy doet daarom een beroep op de politiek en zorgverzekeraars om te leren van bewezen succesvolle initiatieven: "Laat financiering niet een sta-in-de-weg zijn."

"Niets is dodelijker voor zo'n initiatief dan wanneer een zorgverzekeraar geen betaaltitel kan vinden of een gemeente het bij nader inzien toch te ingewikkeld vindt. Zorg voor permanente financiering, want de investering gaat zich geheid terugbetalen."

In deze reportage legt gezondheidseconoom Marcel Canoy uit waarom zorgzame gemeenschappen de toekomst zijn
info

Vragen? Stel ze!

Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen, stuur ons dan een appje op telefoonnummer 06-22468988.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'
Tata Steel in IJmuiden stoot veel vervuilende stoffen uit
Bron: ANP

Door alle problemen met stikstof zou je denken dat de luchtkwaliteit in Nederland er slecht voor staat. Maar de lucht in Nederland wordt steeds schoner. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving. "Maar we kunnen nog niet achterover leunen."

"Er ligt een deken van luchtvervuiling over Europa, en die wordt veroorzaakt door verschillende chemische stoffen die worden uitgestoten", licht Marko Hekkert, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) toe. Het inademen van die stoffen is schadelijk voor onze gezondheid.

Europese afspraken

Stoffen als zwaveldioxide, stikstofoxide, ammoniak en fijnstof zijn een stuk minder aanwezig in de lucht dan jaren geleden, zo concludeert het PBL, dat de luchtkwaliteit samen met het RIVM onderzocht.

Dat komt doordat Europa eerder afspraken heeft gemaakt om die uitstoot te verminderen en de lucht weer schoner te krijgen. Auto's, schepen en stallen moesten minder vervuilend worden gemaakt. Afspraken met de industrie spelen een belangrijke rol. "Ze hebben nieuwe technieken ontwikkeld en geïmplementeerd, en dat heeft gewerkt. De auto's die we nu kopen zijn een stuk schoner dan 20 jaar geleden", zegt Hekkert.

Bekijk ook

Emissiedoelen in zicht

Onze lucht is nu dus een stuk schoner dan decennia geleden. En wordt ook nog schoner, zo is de verwachting. Bijvoorbeeld doordat we meer elektrisch gaan rijden. Het PBL denkt dat de kans groot is dat we de Europese emissiedoelen in 2030 gaan halen.

Waar vroeger bijvoorbeeld zwavel een groot probleem was, speelt die stof nu nauwelijks nog een rol, merkt Hekkert op. "Dat leidde tot zure regen, waardoor bossen doodgingen. Maar nu hebben we het niet eens meer genoemd in onze presentatie."

Schonere kachels

Fijnstof is nog wel een punt van aandacht. Daar is volgens het PBL wel een daling te zien, maar veel minder scherp dan bij andere stoffen. "Van fijnstof worden mensen echt ziek, maar we hebben er ook zelf veel invloed op", zegt Hekkert.

Het gebruik van houtkachels stoot bijvoorbeeld veel fijnstof uit. Wie iets aan zijn vervuiling wil doen kan een schonere kachel aanschaffen.

Bekijk ook

Levensverwachting 8 maanden korter

Voor onze gezondheid en kwaliteit van leven is de luchtkwaliteit van groot belang. De levensverwachting in Nederland wordt door de luchtvervuiling gemiddeld 8 maanden ingekort. Als deze verbetering zich doorzet, kan dit teruglopen tot 4 maanden.

"Dat klinkt misschien niet als een groot verschuil, maar het is een gemiddelde voor heel Nederland. Veel mensen overlijden hier gewoon jaren eerder door."

Landbouwsector blijft vervuilen

Maar ondanks een forse daling van de ammoniakuitstoot, liggen de landelijke doelen voor stikstofdepositie op de natuur nog ver buiten bereik. "De landbouw is de sector die nog relatief veel blijft uitstoten", zegt Hekkert.

Als het gaat om de gezondheid van de mens gaat het nu een stuk beter, maar de natuur heeft het nog zwaar. Daar zal dan ook nog hard aan gewerkt moeten worden om aan de normen te voldoen. "We kunnen nog niet achterover leunen."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'
Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel (VVD)
Bron: ANP

Nog geen 1 op de 3 Nederlanders heeft een noodpakket thuis, blijkt uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel. Veel te weinig, zegt minister David van Weel. "Dat moet naar 100 procent. Iedereen moet zichzelf 72 uur kunnen redden."

Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel vindt dat elke Nederlander zich 72 uur moet kunnen redden in geval van een crisissituatie. "Denk aan communicatie, voor als er geen mobiel netwerk is. Denk aan voedsel en drinkwater, als er geen supermarkten open zijn. Al dit soort zaken, die moet je 72 uur kunnen volhouden bij een crisis."

Van 48 naar 72 uur

Eerder was het advies om 48 uur zelfredzaam te zijn, maar dat is dus nu verhoogd met een extra dag. "Sinds de Koude Oorlog hebben we hier eigenlijk weinig aandacht aan besteed", vertelt de minister over het aanpassen van dit advies.

"Maar na Europees onderzoek waarin de 72 uur zelfredzaamheid wordt geadviseerd, hebben we besloten dat over te nemen", legt hij uit.

Bekijk ook

'Het is een kleine moeite'

Van Weel geeft als voorbeeld een crisissituatie waarin deze voorbereiding nodig is: "Ik hoop niet dat we te maken krijgen met een conflict morgen. Maar we kunnen wel te maken krijgen met rampen, met energie-uitval."

"De kans is misschien niet heel erg groot. Maar op het moment dat het zich voordoet, dan is het een hele kleine moeite om zo'n pakket aan te schaffen en heb je er veel plezier van", zegt hij.

Niet bij de buren aankloppen

28 procent van de leden van het EenVandaag Opiniepanel heeft nu een noodpakket in huis, en dat is volgens de minister te weinig. "Want iedereen die geen noodpakket heeft en wel te maken krijgt met zo'n situatie, die gaat aankloppen bij de buren."

En dat heeft gevolgen. "Als dat nu betekent dat maar een in de vier buren zo'n noodpakket heeft, dan kun je je voorstellen dat de 72 uur heel snel naar beneden gaat als je spullen moet delen met anderen. Dus als iedereen voor zichzelf zorgt, zorgen we ook voor elkaar. Daarom moet die 28 procent omhoog naar de 100 procent."

Bekijk ook

Burgers en overheid samen verantwoordelijk

Nu burgers langer voor zichzelf moeten zorgen, betekent dit dan dat de overheid zich terugtrekt? Van Weel begrijpt het sentiment, maar benadrukt dat ook de overheid aan de slag gaat. "Ik leg niet alles neer bij de burger. Het geldt ook voor lokale overheden, het geldt voor bedrijven."

"We roepen ook gemeenten op: ga je verzamelpunten inrichten, hoe je zorg je voor kwetsbare bewoners. Moet je misschien noodvoorzieningen opslaan op bepaalde locaties?", gaat hij verder. "Dus al die trajecten gaan we ook doen."

500 euro contant geld

Naast een noodpakket adviseert Van Weel burgers ook om contant geld in huis te hebben in het geval van een ramp of crisis. Banken en maatschappelijke organisaties overleggen al maanden over hoeveel cash geld mensen moeten aanhouden.

De minister doet een voorstel: "laat ik een voorschot geven. Ik denk dat met 500 euro in cash u echt ruim voldoende heeft om tijdens die 72 uur aan te schaffen wat u echt nodig heeft", zegt Van Weel tot slot.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant