Jarenlang waren de Marker Wadden niet meer dan een saaie modderpoel. Inmiddels weten tientallen verschillende vogelsoorten én duizenden dagjesmensen de eilanden te vinden. Maar er is ook kritiek.
Sinds de opening van de Marker Wadden op 8 september vorig jaar mogen ook dagjesmensen aanmeren in de haven op het eerste van de vijf eilanden. Het is het enige eiland waar bezoekers welkom zijn, de andere vier zijn alleen toegankelijk voor dieren. Dit jaar bezochten al 11.000 mensen het gebied.
'Bezoek helpt om de natuur te beschermen'
Het deels openstellen van het vogelparadijs voor publiek stuitte aanvankelijk op kritiek. Een jaar later staat geestelijk vader van de Marker Wadden Roel Posthoorn van Natuurmonumenten nog steeds achter het besluit ook mensen toe te laten. "Ik zie hier veel mensen met een grote glimlach rondwandelen."
En natuurlijk blijft het niet alleen bij die glimlach van de bezoekers, ook de natuur vaart er volgens Posthoorn wel bij. "De natuur heeft heel veel baat bij een beetje liefde van de mensen. Vandaar dat we hebben gezegd: Mensen zijn welkom op de Marker Wadden, dit helpt om de natuur beter te beschermen."
Lange termijn
Willem Goudswaard van de IJsselmeer-vereniging is minder blij met de komst van het nieuwe land in het Markermeer. "Natuurlijk, ik zie ook dat er meer vogels zijn gekomen en de eilandjes zijn op zich prachtig.
En de methode om slib te gebruiken om de Marker Wadden op te bouwen vind hij 'heel inventief'. "Maar hoe pakt de aanwezigheid van die duizenden vogels op langere termijn uit voor de vis-stand?", vraagt hij kritisch.
Via de achterdeur toch een Markerwaard
Goudswaard pleit daarom voor een pas op de plaats. "Ik ben zeker niet tegen vooruitgang maar ik mis hier een instantie die het totaalplaatje in de gaten houdt. Nu is er weer een plan om nóg eens tienduizend hectare aan Markerwad aan te leggen. Als dat doorgaat offeren we een aanzienlijk deel van het Markermeer op. En dat is erg.
"Omdat we het water hard nodig hebben voor ons zoetwatervoorraad en als buffer voor droge maar ook natte tijden. We winnen zand en leggen zonne- en windparken aan, maar wat betekent het als we zoveel water opofferen op langere termijn? Dat weten we nog helemaal niet." De balans is maar moeilijk te vinden en is makkelijk verstoord, vindt hij. "Gelukkig is het Markermeer nu nog open water, maar we moeten niet via een achterdeur alsnog een Markerwaard proberen aan te leggen."
Door mensen gemaakt
Want die Markerwaard, de plannen om het Markermeer in z'n geheel in te polderen stuitten in de jaren 70 op flinke weerstand. Uiteindelijk werd besloten het gebied niet droog te maken, waardoor een groot waterbekken ontstond. Maar daardoor ontstonden weer nieuwe problemen. "Het Markermeer slibde al jaren dicht doordat het slib niet meer kon worden afgevoerd naar zee", vertelt Posthoorn. De verbinding tussen land en water was zoekgeraakt door de aanleg van de Afsluitdijk en de Houtribdijk."
Volgens Posthoorn was het een mooi open water 'maar met een beroerde natuur -en waterkwaliteit'. En dus moest er actie ondernomen worden. "In een speciale slibgeul verzamelden we na elke storm overtollig slib en daarmee zijn we nieuw land gaan maken." De Marker Wadden zijn dus helemaal door mensen gemaakt, met het idee dat de natuur het mag overnemen. "Vanaf nu gaat het landschap gekneed en veranderd worden door de natuur."
De Marker Wadden
De Marker Wadden behoren tot de grootste natuurprojecten van West-Europa. De intentie is om een natuur- en recreatiegebied van 10.000 hectare aan te leggen: 4500 hectare boven water en 5500 onder water. Voor het opspuiten van de vijf eilandjes kreeg Natuurmonumenten 15 miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij en 40 miljoen van de overheid. Het hele project kost 300 miljoen euro.
Zand- en modderbak
En dat nieuwe land trekt bezoekers. Natuurliefhebbers, dagjesmensen, maar ook onderzoekers. Zo ook ecoloog Marloes van den Akker van de Radboud-universiteit. Ze doet promotie-onderzoek naar de ontwikkeling van moerassen en is al tweeëneenhalf jaar aan het werk op de Markerwadden.
"Toen ik begon was het nog echt een zand- en modderbak. Je kon er niet lopen, niet zwemmen en niet varen. Er was alleen een laag slib. We moesten werken in droogpakken, we kropen en we lagen op bodyboards. Dus dat je hier nu al kunt lopen is heel fijn voor het onderzoek."
Natuur de goede kant op duwen
En Roel Posthoorn is daar trots op. "Veel mensen zeiden 'het kan helemaal niet, je kunt de natuur niet weer tot bloei brengen'. Maar dat kan wel. Als we alles op alles zetten, kunnen we wel degelijk de natuur de goede kant op duwen.
Posthoorn noemt het 'typisch Nederlands': van blubber land maken. "We leven op de rand van land en water, maar de natuur is hier altijd erg beïnvloed door mensenhanden. Ik heb er vrede mee dat het zo gaat. En de vogels gelukkig ook."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.