radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Sam stelt genderkliniek aansprakelijk voor verkeerde diagnose: 'In transitie gaan was niet de oplossing voor mijn problemen'

Sam stelt genderkliniek aansprakelijk voor verkeerde diagnose: 'In transitie gaan was niet de oplossing voor mijn problemen'
Sam
Bron: EenVandaag

Is het onvrede over zijn biologische geslacht of is Sam ongelukkig door andere oorzaken? Hij krijgt de diagnose genderdysforie, maar vindt achteraf dat er voor zijn andere problemen te weinig oog was bij de behandelaren van de genderkliniek.

Sam* stelt het Amsterdam UMC, waar de genderkliniek van het VU Medisch Centrum onder valt, daarom nu aansprakelijk, omdat hij vindt dat er geen goede diagnose is gesteld. En hij is niet de enige: zijn advocaat behandelt nu tien zaken rondom transgenderzorg, waarvan er twee gaan over het stellen van een verkeerde diagnose.

Geobsedeerd met vrouw-zijn

De afgelopen jaren gaat Sam, inmiddels 25 jaar, in transitie van man naar vrouw en wordt behandeld met vrouwelijke hormonen. Hij raakt geobsedeerd met zijn lichaam en is alleen nog bezig met ervoor zorgen dat hij er overtuigend genoeg uitziet als vrouw en dat anderen niet zullen merken dat hij als jongen is geboren. Hij ondergaat daarvoor meerdere cosmetische ingrepen.

Maar door het leven gaan als vrouw brengt hem niet meer zelfvertrouwen, zelfwaardering of geluk. Sterker nog: het maakt zijn depressieve klachten eerder erger. Zo ontstaat bij Sam twijfel of dit leven als vrouw wel de oplossing kan zijn voor zijn sombere gevoelens. En of genderdysforie wel zijn meest wezenlijke probleem is, want er speelt namelijk meer.

'In de knoop met mezelf'

Sam worstelt flink met zichzelf als hij op zijn 16de denkt dat hij transgender is. "Er was toen een uitzending op televisie met een transjongen die zijn verhaal deelde", blikt hij terug. "En dat was in een periode waarin ik me al heel ongelukkig voelde, ik zat heel erg in de knoop met mezelf."

In die tijd komt Sam er ook achter dat hij op mannen valt. Het is iets waar de tienerjongen het erg moeilijk mee heeft en wat hij 'absoluut niet' wil. "Ook had ik heel veel moeite met mezelf als persoon: ik vond mezelf walgelijk, ik haatte mezelf en ik dacht dat ik een verschrikkelijk persoon was."

Een nieuw persoon worden

"Ik had ook het idee dat iedereen mij zo zag en daardoor ben ik heel erg op zoek gegaan naar wat er mis met mij zou kunnen zijn, wat ik moest veranderen", legt hij uit. "Het zien van die transjongen op tv gaf mij het idee dat dit een kans was om een nieuw soort persoon te worden. Iemand die wél goed was en wél leuk was."

Sam zoekt daarom hulp bij het genderteam van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Er volgen een aantal gesprekken, waarna de diagnose genderdysforie wordt gesteld: een sterk gevoel van onvrede met het geslacht waarmee iemand is geboren en opgegroeid. Wel wordt besloten om nog niet met behandeling te starten.

Bekijk ook

'Jij bent transgender, punt'

Dat verandert als Sam naar Amsterdam verhuist en bij de genderkliniek van het VU Medisch Centrum (VUmc) terechtkomt. "De bedoeling was dat de diagnostiek daar opnieuw zou plaatsvinden, maar ik heb niet echt het idee dat dat is gebeurd", blikt hij terug.

"Eigenlijk vanaf het begin al toen ik bij het VU rondliep, was het van: 'Oh, jij bent transgender, punt.'" Of genderdysforie wel zijn belangrijkste probleem is, wordt volgens Sam niet meer onderzocht tijdens de behandeling. "Van meet af aan is het proces in Amsterdam gericht op het voldoen aan de voorwaarden voor transitie."

Geen oog voor andere zaken

Terwijl er meer zaken zijn die op de achtergrond spelen bij Sam: zo vindt hij bijvoorbeeld moeizaam aansluiting bij leeftijdgenoten en gaan zijn ouders in die periode uit elkaar. Maar de impact van al deze dingen op hoe Sam zich voelt, lijkt volgens hem nauwelijks een rol te spelen in de gesprekken met behandelaars.

"Ze zeiden bijvoorbeeld wel: 'We zien niet zozeer dat je veel lijdt onder man-zijn.' Dan zei ik dat ik dat inmiddels redelijk van mij af kon zetten, omdat ik uitzicht had op een behandeling in de vorm van een transitie. In mijn hoofd dacht ik namelijk dat er daarmee een oplossing zou komen voor mijn problemen", legt Sam uit. "Hier hebben ze vervolgens nooit op doorgevraagd. Er is nooit op een of andere manier tegengas gegeven."

Bekijk ook

Zelf beslissen vanaf 16 jaar

Sam erkent dat hij de transitie zelf wilde en daar ook duidelijk over was tegen zijn behandelaars. En volgens de Wet op de Geneeskundige Behandel Overeenkomst (WGBO) mag iemand vanaf 16 jaar zelf beslissen om een behandeling wel of niet te ondergaan.

Maar volgens hem doet dat niet af aan het feit dat de psychologen in het genderteam tegengas hadden kunnen geven. "Ze hadden me moeten helpen om naar het hele plaatje te kijken en niet alleen die transitie." Hij vindt bovendien dat zijn ouders te weinig zijn betrokken en dat zijn moeder niet genoeg gehoord is toen zij haar twijfels uitte over het proces.

Weer gestopt met transitie

Als Sam op zijn 22ste op het punt staat om opnieuw een cosmetische ingreep te laten doen, komt hij tot de conclusie dat zijn transitie naar vrouw niet de oplossing is. Hij besluit te stoppen met het gebruik van vrouwelijke hormonen en zegt 'nee' als hij later door het ziekenhuis wordt opgeroepen voor de geslachtsbevestigende operatie.

Inmiddels leeft Sam alweer 3 jaar als man en gaat het stukje bij beetje beter met hem. "Het had niet veel gescheeld of ik had de geslachtsoperatie gehad. Als ik daarover nadenk, kan ik daar heel naar van worden. Ik ben echt door het oog van de naald gekropen, heb ik het idee."

Genderkliniek Amsterdam UMC aansprakelijk gesteld voor verkeerde diagnose

Richtlijn voor transgenderzorg

Of de ervaringen van Sam vaker voorkomen, is niet duidelijk. In de richtlijn, de zogenoemde Kwaliteitsstandaard Medische Transgenderzorg, is afgesproken dat de diagnostiek van genderdysforie bij kinderen en jongeren moet worden uitgevoerd door een psycholoog, psychiater of orthopedagoog.

Er staat ook dat tieners en jongvolwassenen alleen in aanmerking komen voor een genderbevestigende hormoonbehandeling als 'nevenproblemen op psychologisch, medisch of sociaal vlak (...) voldoende onder controle zijn, zodat de situatie en het functioneren van de adolescent stabiel genoeg zijn om met behandeling met cross-sex hormonen te starten en te overzien'.

'Problemen omdat je trans bent'

Sam betwijfelt of dat laatste bij hem het geval is geweest. Bovendien laat zijn ervaring volgens hem zien dat de behandelaars er vaak van uitgaan dat de (mentale) problemen van patiënten veroorzaakt worden door het feit dat iemand zich niet identificeert met zijn of haar geslacht en door de reactie van de omgeving hierop.

"Iemand wordt gepest, mishandeld, verwaarloosd, etcetera omdat hij of zij trans is. Of iemand heeft een ongezonde obsessie met zijn of haar uiterlijk of geslachtsdelen omdat hij of zij trans is. Andere mogelijke oorzaken worden niet bekeken of onderzocht", stelt Sam vast.

Bekijk ook

Procedures voor zorgvuldigheid

Robert Vermeiren is kinderpsychiater in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en behandelt zelf geen kinderen met genderproblematiek, maar wel kinderen met andere psychische kwetsbaarheden als autisme en eetstoornissen. Hij wijst erop dat er in Nederland procedures zijn die de zorgvuldigheid bij dit soort behandelingen moeten waarborgen.

Hij benadrukt dat het belangrijk is om mogelijke genderdysforie serieus te nemen. "Als een kind of jongere met een intens verhaal naar ons komt, zijn wij als behandelaars natuurlijk geneigd daarnaar te luisteren en er rekening mee te houden. Als we dat niet zouden doen, zouden we heel veel jongeren in de kou laten staan."

'Nadenken over waar de grens ligt'

"Tegelijkertijd, horende dat er verhalen zijn van jongeren die achteraf zeggen: 'Jullie hebben te veel naar mij geluisterd', vind ik dat ook belangrijk", voegt hij daaraan toe. "En denk ik dat we wel moeten gaan nadenken over: waar ligt de grens en hoe gaan we dat dan doen?"

Voor Sams gevoel is er bij hem wel een grens overschreden. Hij vindt dat er fouten zijn gemaakt. "Als zij voorzichtiger waren geweest, en mij niet alleen maar hadden aangemoedigd en bevestigd, dan was ik zelf ook veel kritischer geweest en had ik het misschien wel nooit gedaan." Samen met een lotgenoot - die in transitie ging van meisje naar jongen, maar ook weer terugging - stelt hij het ziekenhuis aansprakelijk voor het stellen van een verkeerde diagnose.

Kinderpsychiater Robert Vermeiren van het Leids Universitair Medisch Centrum
Bron: EenVandaag
Kinderpsychiater Robert Vermeiren van het Leids Universitair Medisch Centrum

Schadevergoeding én erkenning

Ze willen een schadevergoeding, maar vooral ook erkenning. Zodat er iets verandert en anderen niet hetzelfde kan overkomen, legt hij tot slot uit. "Want jongeren die niet zo'n transitie in moeten, omdat ze daar helemaal geen voordeel mee hebben en het hun problemen alleen maar erger maakt, kunnen er nu toch in belanden."

Amsterdam UMC zegt in een schriftelijke reactie niet op individuele casussen in te kunnen gaan, maar laat weten zorgvuldig en volgens de medisch professionele standaard te werken. Het ziekenhuis heeft de aansprakelijkheid afgewezen. Dat betekent dat Sam en zijn advocaat op zoek moeten naar een medisch deskundige die voor beide partijen aanvaardbaar is en onafhankelijk onderzoek kan doen naar hoe de behandeling is verlopen.

*Sam is een verzonnen naam. Zijn echte naam is bekend bij de redactie.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen
Zorgreservist Bart Hilt
Bron: EenVandaag

Bij een crisis of ramp kan medisch personeel schaars zijn. Om dat op te vangen, gaat Defensie samenwerken met de Nationale Zorgreserve. Hoe versterken dit soort initiatieven de weerbaarheid van Nederland? "Overheid kan het niet meer alleen aan."

Zorgreservisten kunnen nu worden ingezet als Defensiepersoneel naar het buitenland moet, bijvoorbeeld bij een oorlogsdreiging. Het zijn gediplomeerde vrijwilligers, vaak oud-zorgmedewerkers, die zichzelf aanmelden en op momenten van crisis worden opgeroepen om bij te springen.

Coronacrisis

Bart Hilt is zo'n zorgreservist. Hilt heeft onder andere bij de brandweer, ambulance en huisartsenpost gewerkt. Hij werd voor het eerst ingezet tijdens de coronacrisis.

"Toen was er een oproep via Facebook en daar heb ik toen op gereageerd", legt hij uit. "Er werd gekeken in welke regio je woonde en welke ziekenhuizen mensen nodig hadden. En toen ben ik ondersteunend geweest aan de verpleging."

'Samenwerking goed idee'

De samenwerking tussen Defensie en de Nationale Zorgreserve is volgens Hilt dan ook een goed idee. "Als je kijkt naar alle brandhaarden die we in de wereld hebben, kan je er op deze manier echt voor elkaar zijn."

Middenin de coronacrisis wordt het Nationale Zorgreserve opgericht, als burgerinitiatief, legt directeur Charlotte de Schepper uit. "Een aantal burgers dacht toen, 'goh, steeds meer mensen worden ziek, maar ook steeds meer hulpverleners worden ziek. Hoe kunnen wij helpen?' En die hebben de handen ineengeslagen." Inmiddels wordt het gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid.

Bekijk ook

Tekort opvullen

Mocht Defensie beroep doen op de zorgreservisten, zijn ze puur bedoeld als achtervang.

"Wij worden dan niet uitgezonden naar het buitenland. Maar de medisch specialisten van het leger wel, waardoor er een tekort is aan medisch personeel in de bases van Defensie. En die plaatsen gaan wij dan opvullen", legt Hilt uit.

Voordelen burgerinitiatief

Ook Jaap Donker, directeur van de veiligheidsregio Utrecht, ziet de voordelen van het initiatief.

"Als Defensie in het buitenland meer moet doen en de situatie hier schaars is, of als we bijvoorbeeld slachtoffers vanuit het buitenland moeten verzorgen, hebben we iedereen keihard nodig."

'Overheid kan het niet meer alleen'

Het is volgens Donker duidelijk waarom dit nu van belang is. Het gaat daarbij ook niet om de zorg alleen, legt hij uit.

"Op dit moment zie je dat de kans op een lange stroomuitval, of een natuurbrand heel reëel is. Dat willen we niet, maar we moeten ons voorbereiden." En dat kan de overheid niet meer alleen. "We staan voor ongekende uitdagingen, daarbij hebben we mensen nodig die initiatief nemen."

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Bekijk ook

Zelfredzaam worden

De samenwerking is één stap richting het verbeteren van onze zelfredzaamheid. Maar er is werk aan de winkel op het gebied van weerbaarheid, ziet Donker.

"We zijn gewend dat als er iets misgaat, dat de overheid komt helpen. Maar we zien dat de risico's die we lopen zo groot zijn, dat kan de overheid niet aan. We moeten zelf en samen redzaam worden."

Onvoldoende voorbereid op crisis

Nederlanders voelen de urgentie nog onvoldoende, volgens Donker. "We zijn opgevoed met het idee dat het nooit meer oorlog zou worden en dat alles goed gaat, maar we moeten ons voorbereiden op andere scenario's."

Vandaag presenteerde de Europese Commissie plannen die ertoe moeten leiden dat de Europese Unie voorbereid is op verschillende soorten crises.

Krachten lokaal bundelen

Maar hoe? Volgens Donker ligt de kracht ook vooral in dit soort initiatieven. "Gelukkig zijn er veel instanties die daarbij helpen. Mochten mensen willen bijdragen, meld je dan, zodat we de initiatieven aan elkaar knopen en ons kunnen voorbereiden op iets wat hopelijk nooit voorkomt."

Donker zet zich vooral op lokaal niveau in. "Als de stroom er bijvoorbeeld lang af ligt, hebben mensen behoefte aan informatie." Dat zou in de vorm van lokale 'noodsteunpunten' gerealiseerd kunnen worden. "We willen op logische plekken in de samenleving, zoals brandweerkazernes, een stemlokaal of een buurthuis, dat mensen daar terecht kunnen in nood."

Bekijk ook

Kijk naar elkaar om

We zullen het uiteindelijk vooral met elkaar moeten doen, zegt zorgreservist Bart Hilt. "Ik zie het als een soort roeping. Elkaar ondersteunen en elkaar helpen. Daar waar het tekort is, moet je elkaar aanvullen."

Ook Jaap Donker zegt: "We moeten ook kijken hoe het met de buurman of kwetsbaren in de straat is. Hoe kunnen we samen de schouders eronder zetten? Hoe kunnen we in donkere periodes elkaar hier doorheen loodsen?"

Beter voorbereid dan achteraf problemen

Toch hoopt Hilt binnenkort nog niet ingezet te worden. "Dat zou het mooiste zijn. Hoe minder dat we nodig zijn, hoe beter het eigenlijk is. Maar ja, je kan beter zorgen dat je iets achter de hand hebt, als dat je te laat bent en je in de problemen raakt."

Tot nu toe hebben 4.000 zorgprofessionals zich gemeld bij de Nationale Zorgreserve. Ze hopen te groeien naar een bestand van zo'n 5.000 mensen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Amerika blijft druk op Groenland opvoeren met bezoek vicepresident JD Vance: 'Er is angst voor wat er gaat komen'

Amerika blijft druk op Groenland opvoeren met bezoek vicepresident JD Vance: 'Er is angst voor wat er gaat komen'
De Amerikaanse vicepresident JD Vance brengt deze week een bezoek aan Groenland.
Bron: AFP

De Amerikaanse president Trump voert de druk rondom de koop van Groenland op. Hij wil het eiland vanwege de strategische ligging en bodemschatten en stuurt daarom vicepresident JD Vance op pad voor een bezoek. "Dit is voor de meeste Denen een shock."

"Het is een grote stressfactor en je mag het niet onderschatten", zegt Clingendael-onderzoeker Karen van Loon over de huidige situatie.

Bondgenootschap onder druk

Van Loon is gespecialiseerd in geopolitiek in het Noordpoolgebied en bredere veiligheids- en defensievraagstukken en ziet hoe Donald Trump met zijn uitspraken en het bezoek van vicepresident JD Vance, het bondgenootschap tussen Amerika en Denemarken onder druk zet.

Groenland valt op dit moment, tot hun grote ongenoegen, nog onder het Deense koninkrijk.

Denen in schok door bezoek Vance

Het had een bezoek moeten zijn waarbij alleen de vrouw van JD Vance, Second Lady Usha Vance, aanwezig zou zijn. "Ze zou bezoekjes afleggen aan verschillende Groenlandse gemeenschappen, maar die bezoeken zijn nu afgelast. Het blijft nu bij een bezoek aan de Amerikaanse luchtmachtbasis", zegt Van Loon.

"Wat er nu gebeurt is voor de meeste Denen echt een schok. Je kan wel spreken van een ernstige vertrouwensbreuk", vertelt de onderzoeker.

Bekijk ook

'Groenland niet te koop'

Vicepresident Vance zal nu namelijk wel aanwezig zijn bij het bezoek en hoogstwaarschijnlijk gesprekken voeren met diplomaten.

En dat terwijl Denemarken al meerdere keren heeft aangegeven geen interesse te hebben in het verzoek van Trump. Ze zijn niet van plan om Groenland 'over te dragen' aan de Verenigde Staten.

'Hij wil niet loslaten'

Toch blijft Trump aandringen. De uitspraken die vanuit de Verenigde Staten blijven komen hebben een impact op zowel de Denen als Groenlanders. Ze zijn niet gewend dat een president blijft aandringen.

"Vroeger hebben ze het ook wel eens gevraagd, maar werd het losgelaten", zegt Van Loon. Volgens de onderzoeker werd Trump tijdens zijn eerste termijn zelfs uitgelachen toen hij het balletje opgooide. "Het leek toen absurd, maar sinds hij voor de tweede keer president is, is het duidelijk dat hij het niet wil loslaten."

Bekijk ook

Toch onderhandelen

Maar juist door die houding moeten Deense en Amerikaanse onderhandelaren nu toch met elkaar om tafel gaan zitten. "Om een consensus te vinden en niet te vergeten om Groenland bij dit proces te betrekken", legt de onderzoeker uit.

"Want", vervolgt Van Loon, "Groenland is wel een regio die in zeer grote mate zelfbestuur heeft binnen het Koninkrijk Denemarken." De twee landen kunnen dus niet zonder inspraak van het hoofd van het eiland een beslissing maken. Dit vooral omdat Groenland onafhankelijk wil zijn, ook van Denemarken.

Angst in Groenland

De angst in Groenland is op dit moment dus groot, weet Van Loon. Ze willen hun onafhankelijkheid van Denemarken niet inruilen voor afhankelijkheid van Amerika. "Het gevoel is daar heel sterk. Er is angst voor wat er komen gaat."

"Ze hebben al een heel lang proces afgelegd met Denemarken en dat dekolonisatieproces is nog steeds bezig", gaat de onderzoeker verder.

Bekijk ook

Respectloos

"Ze zijn er heel duidelijk in dat ze geen Amerikanen willen worden." En dat is vooral te zien aan alle standpunten die hun regering op dit moment inneemt.

Zo liet de Groenlandse premier Múte Bourup Egede de afgelopen maanden al publiekelijk weten dat het eiland niet te koop is, en dat hij Trump respectloos vindt.

'Rol van de EU is beperkt'

Kan de Europese Unie nog iets betekenen in deze noodgedwongen onderhandelingen, aangezien Denemarken een lidstaat is? "Dat is een lastig verhaal", antwoordt Van Loon. "Denemarken is lid van de EU maar Groenland niet. Ze hebben in de jaren 80 een opt-out gehad."

Maar aangezien de EU wel nog steeds investeert in Groenland - onder andere in onderwijs en gezondheid - én een paar jaar geleden een mineralendeal heeft gesloten, zou de EU wel een bemiddelende rol kunnen spelen, denkt de onderzoeker. "Dus er is een rol voor de EU, maar die blijft wel beperkt."

Amerika blijft druk op Groenland opvoeren met bezoek vicepresident JD Vance: 'Er is angst voor wat er gaat komen'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant