radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Pesticiden op perkplanten in tuincentra slecht voor natuur en biodiversiteit: tuinbranche werkt aan keurmerk

Pesticiden op perkplanten in tuincentra slecht voor natuur en biodiversiteit: tuinbranche werkt aan keurmerk
Klanten in een tuincentrum
Bron: ANP

Viooltjes en narcissen: leuk voor in de tuin, slecht voor de natuur. Instanties werken samen aan een keurmerk om consumenten inzicht te geven in de milieubelasting van eenjarige planten. "Het is lastig te bepalen welke milieuvriendelijk is en welke niet."

De zon schijnt, we zijn meer buiten en fleuren onze tuin graag op met wat kleur. Maar op perkplanten in tuincentra die nu weer veel te koop zijn, zitten nog altijd gevaarlijke pesticiden.

Slecht voor de natuur

"Een quick fix", noemt Liedewij Loorbach het. Zij verkoopt bewust biologische planten. "Ik snap dat mensen snel wat kleur in hun tuin willen. Toch is het jammer, want er zitten pesticiden op, er wordt veel energie voor gebruikt, en het is een wegwerpproduct: het gaat maar één seizoen mee."

De plantjes zijn vaak spotgoedkoop, maar het kost ons als maatschappij volgens Loorbach veel. "Het gaat ten koste van de biodiversiteit als je pesticiden gebruikt voor deze plantjes", zegt ze. "En het is voor de consument niet duidelijk genoeg dat het slecht is voor de natuur."

Bekijk ook

'Ook wij moeten verduurzamen'

Directeur Frank van der Heide van Tuinbranche Nederland vertelt hoe het gebruik van dit soort middelen op perkplanten werkt. "Als je kijkt naar het kweken van bloemen en planten, dan zijn er regels verbonden aan welke gewassenmiddelen zijn toegestaan. Het gebruik van de middelen is in sommige gevallen ook nodig. Een teler gebruikt het niet voor zijn lol."

Van der Heide zegt dat er alleen middelen gebruikt worden die toegelaten zijn. "Al zijn er wel een aantal middelen toegelaten waarover discussie is. Wat is nou het effect voor de natuur bij het gebruik van dat middel? Voor dit soort middelen hebben we de ambitie om ze ook uit te faseren. We realiseren ons dat ook wij moeten verduurzamen."

Steekproef

Tuincentra testen elk jaar door middel van een steekproef welke gewasmiddelen er terug te vinden zijn op hun planten. Als ze erachter komen dat telers middelen gebruiken die niet toegestaan zijn, dan krijgen zij een waarschuwing.

Als kwekers van planten na een eerste waarschuwing illegale bestrijdingsmiddelen blijven gebruiken, worden zij uitgesloten van levering aan alle aangesloten tuincentra.

info

Wat zijn pesticiden?

Pesticiden zijn chemische stoffen die worden gebruikt om onkruid, insecten, schimmels en andere ziekteverwekkers te bestrijden die schade kunnen veroorzaken aan gewassen of andere planten. Ze worden vaak gebruikt in de landbouw om te voorkomen dat plaaginsecten en onkruid de oogst vernietigen en om de productiviteit van gewassen te verhogen.

Pesticiden kunnen schadelijke effecten hebben op het milieu en de gezondheid van mens en dier. De middelen kunnen zich ophopen in de bodem en het water, wat kan leiden tot verontreiniging en schade aan het ecosysteem. Bovendien kunnen ze ook een risico vormen voor de gezondheid van mensen en dieren die worden blootgesteld aan deze stoffen.

Steekproef

Pesticide Action Network (PAN) deed vorig jaar een eigen steekproef. Ze kochten 12 planten bij drie verschillende tuincentra. Daar namen ze monsters van om te kijken of er gifstoffen op de plant zaten. In de 12 monsters werden 42 verschillende bestrijdingsmiddelen gevonden. Daarbij werden ook verboden en zeer schadelijke pesticiden voor bijen en insecten aangetroffen.

Blootstelling aan de nectar van deze planten kan directe schade opleveren voor bijen en andere insecten. PAN concludeert dat de tuincentra onvoldoende grip hebben op de teeltmethoden van hun leveranciers en dat de zelfcontrole van de branche niet werkt.

Bekijk ook

Werken aan een keurmerk

De branche geeft toe dat het voor de consument, die graag wat meer kleur in de tuin wil, niet duidelijk is hoe schadelijk plantjes voor de natuur kunnen zijn. Daarom werken allerlei instanties aan een keurmerk om de consument inzicht te geven in de milieubelasting van perkplanten.

Het keurmerk moet aangeven welke milieuvriendelijk zijn en welke niet. Wanneer dit keurmerk er gaat komen, is nog niet duidelijk, volgens Frank van der Heide. "Het classificeren daarvan is niet eenvoudig, dat regel je niet zomaar"

Bekijk hier de reportage over dit onderwerp

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'
Tata Steel in IJmuiden stoot veel vervuilende stoffen uit
Bron: ANP

Door alle problemen met stikstof zou je denken dat de luchtkwaliteit in Nederland er slecht voor staat. Maar de lucht in Nederland wordt steeds schoner. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving. "Maar we kunnen nog niet achterover leunen."

"Er ligt een deken van luchtvervuiling over Europa, en die wordt veroorzaakt door verschillende chemische stoffen die worden uitgestoten", licht Marko Hekkert, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) toe. Het inademen van die stoffen is schadelijk voor onze gezondheid.

Europese afspraken

Stoffen als zwaveldioxide, stikstofoxide, ammoniak en fijnstof zijn een stuk minder aanwezig in de lucht dan jaren geleden, zo concludeert het PBL, dat de luchtkwaliteit samen met het RIVM onderzocht.

Dat komt doordat Europa eerder afspraken heeft gemaakt om die uitstoot te verminderen en de lucht weer schoner te krijgen. Auto's, schepen en stallen moesten minder vervuilend worden gemaakt. Afspraken met de industrie spelen een belangrijke rol. "Ze hebben nieuwe technieken ontwikkeld en geïmplementeerd, en dat heeft gewerkt. De auto's die we nu kopen zijn een stuk schoner dan 20 jaar geleden", zegt Hekkert.

Bekijk ook

Emissiedoelen in zicht

Onze lucht is nu dus een stuk schoner dan decennia geleden. En wordt ook nog schoner, zo is de verwachting. Bijvoorbeeld doordat we meer elektrisch gaan rijden. Het PBL denkt dat de kans groot is dat we de Europese emissiedoelen in 2030 gaan halen.

Waar vroeger bijvoorbeeld zwavel een groot probleem was, speelt die stof nu nauwelijks nog een rol, merkt Hekkert op. "Dat leidde tot zure regen, waardoor bossen doodgingen. Maar nu hebben we het niet eens meer genoemd in onze presentatie."

Schonere kachels

Fijnstof is nog wel een punt van aandacht. Daar is volgens het PBL wel een daling te zien, maar veel minder scherp dan bij andere stoffen. "Van fijnstof worden mensen echt ziek, maar we hebben er ook zelf veel invloed op", zegt Hekkert.

Het gebruik van houtkachels stoot bijvoorbeeld veel fijnstof uit. Wie iets aan zijn vervuiling wil doen kan een schonere kachel aanschaffen.

Bekijk ook

Levensverwachting 8 maanden korter

Voor onze gezondheid en kwaliteit van leven is de luchtkwaliteit van groot belang. De levensverwachting in Nederland wordt door de luchtvervuiling gemiddeld 8 maanden ingekort. Als deze verbetering zich doorzet, kan dit teruglopen tot 4 maanden.

"Dat klinkt misschien niet als een groot verschuil, maar het is een gemiddelde voor heel Nederland. Veel mensen overlijden hier gewoon jaren eerder door."

Landbouwsector blijft vervuilen

Maar ondanks een forse daling van de ammoniakuitstoot, liggen de landelijke doelen voor stikstofdepositie op de natuur nog ver buiten bereik. "De landbouw is de sector die nog relatief veel blijft uitstoten", zegt Hekkert.

Als het gaat om de gezondheid van de mens gaat het nu een stuk beter, maar de natuur heeft het nog zwaar. Daar zal dan ook nog hard aan gewerkt moeten worden om aan de normen te voldoen. "We kunnen nog niet achterover leunen."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'
Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel (VVD)
Bron: ANP

Nog geen 1 op de 3 Nederlanders heeft een noodpakket thuis, blijkt uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel. Veel te weinig, zegt minister David van Weel. "Dat moet naar 100 procent. Iedereen moet zichzelf 72 uur kunnen redden."

Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel vindt dat elke Nederlander zich 72 uur moet kunnen redden in geval van een crisissituatie. "Denk aan communicatie, voor als er geen mobiel netwerk is. Denk aan voedsel en drinkwater, als er geen supermarkten open zijn. Al dit soort zaken, die moet je 72 uur kunnen volhouden bij een crisis."

Van 48 naar 72 uur

Eerder was het advies om 48 uur zelfredzaam te zijn, maar dat is dus nu verhoogd met een extra dag. "Sinds de Koude Oorlog hebben we hier eigenlijk weinig aandacht aan besteed", vertelt de minister over het aanpassen van dit advies.

"Maar na Europees onderzoek waarin de 72 uur zelfredzaamheid wordt geadviseerd, hebben we besloten dat over te nemen", legt hij uit.

Bekijk ook

'Het is een kleine moeite'

Van Weel geeft als voorbeeld een crisissituatie waarin deze voorbereiding nodig is: "Ik hoop niet dat we te maken krijgen met een conflict morgen. Maar we kunnen wel te maken krijgen met rampen, met energie-uitval."

"De kans is misschien niet heel erg groot. Maar op het moment dat het zich voordoet, dan is het een hele kleine moeite om zo'n pakket aan te schaffen en heb je er veel plezier van", zegt hij.

Niet bij de buren aankloppen

28 procent van de leden van het EenVandaag Opiniepanel heeft nu een noodpakket in huis, en dat is volgens de minister te weinig. "Want iedereen die geen noodpakket heeft en wel te maken krijgt met zo'n situatie, die gaat aankloppen bij de buren."

En dat heeft gevolgen. "Als dat nu betekent dat maar een in de vier buren zo'n noodpakket heeft, dan kun je je voorstellen dat de 72 uur heel snel naar beneden gaat als je spullen moet delen met anderen. Dus als iedereen voor zichzelf zorgt, zorgen we ook voor elkaar. Daarom moet die 28 procent omhoog naar de 100 procent."

Bekijk ook

Burgers en overheid samen verantwoordelijk

Nu burgers langer voor zichzelf moeten zorgen, betekent dit dan dat de overheid zich terugtrekt? Van Weel begrijpt het sentiment, maar benadrukt dat ook de overheid aan de slag gaat. "Ik leg niet alles neer bij de burger. Het geldt ook voor lokale overheden, het geldt voor bedrijven."

"We roepen ook gemeenten op: ga je verzamelpunten inrichten, hoe je zorg je voor kwetsbare bewoners. Moet je misschien noodvoorzieningen opslaan op bepaalde locaties?", gaat hij verder. "Dus al die trajecten gaan we ook doen."

500 euro contant geld

Naast een noodpakket adviseert Van Weel burgers ook om contant geld in huis te hebben in het geval van een ramp of crisis. Banken en maatschappelijke organisaties overleggen al maanden over hoeveel cash geld mensen moeten aanhouden.

De minister doet een voorstel: "laat ik een voorschot geven. Ik denk dat met 500 euro in cash u echt ruim voldoende heeft om tijdens die 72 uur aan te schaffen wat u echt nodig heeft", zegt Van Weel tot slot.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant