Dreigt er een nieuw hoofdstuk te worden toegevoegd aan het hoofdpijndossier van het Elektronisch Patiëntendossier? De Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO), in sommige opzichten de opvolger van het Patiëntendossier, dreigt een hele dure app te worden die niemand gaat gebruiken. Dat schrijven Trouw en De Groene Amsterdammer. Als dat gebeurt, zou de overheid weinig terugzien van een investering van bijna een half miljard.
De Persoonlijke Gezondheidsomgeving is een platform waarop elke Nederlander zijn medische dossier in zou moeten kunnen zien. Daarbij horen gegevens zoals die van je huisarts, specialisten in het ziekenhuis of fysiotherapeuten. Die zorgverleners hebben zelf geen toegang tot je dossier, tenzij jij ze daar toestemming voor geeft.
Investico-onderzoeksjournalist Belia Heilbron stuitte bij toeval op het onderwerp van de PGO. Ze onderzocht wat er na het mislukken van het Elektronisch Patientendossier werd gedaan aan de uitwisseling van medische gegevens tussen zorginstellingen. De journaliste, die gespecialiseerd is in mislukte ICT-projecten van de overheid, ging meteen op onderzoek uit.
'Verwachtingen minister Bruins onrealistisch'
De kosten van de ontwikkeling van de Persoonlijke Gezondheidsomgeving worden geraamd op meer dan een half miljard. Dat levert ons ook wat op, want volgens minister Bruins zorgt de invoering van de PGO voor wel 4,6 miljard euro aan besparingen in de zorg. "Onrealistisch", zegt journaliste Heilbron. "Er zou twee miljard worden bespaard op langdurig chronisch zieken, maar de onderzoekers waar men zich op baseert hebben die claim zelf alweer ingetrokken." In het meest positieve scenario, stellen die onderzoekers nu, bedraagt de besparing nog 800 miljoen. "Maar daarvoor zijn wel 6 miljoen gebruikers nodig', vertelt Heilbron, "Dat vond zelfs de Patiëntenfederatie een wel erg optimistische inschatting."
Voor massaal gebruik van het platform is het in ieder geval een voorwaarde dat huisartsen, artsen en andere zorgverleners ook allemaal mee zullen werken. Heilbron heeft een enquête gehouden onder zorgverleners en verwacht niet veel enthousiasme. "Er zijn onder die zorgverleners veel zorgen over de privacy van de patient en de administratieve lasten die er voor de zorgverlener bijkomen."
Privacy te belangrijk
Huisarts Peter Vonk is uitgesproken negatief over de PGO. Hij verwacht niet dat patiënten zitten te wachten op het platform. Zijn patiënten, voornamelijk studenten, zijn zich zeer bewust van hun privacy. "Sommigen willen niet eens hun emailadres opgeven. En als mijn publiek het al niet wil, zal het hele land het al helemaal niet willen", zegt Vonk. Daarnaast benadrukt de huisarts dat er ook nog eens veel laaggeletterde mensen zijn, mensen die nog niet goed geïntegreerd zijn, of mensen die heel oud zijn. Allemaal doelgroepen die niet goed met zo'n platform om kunnen gaan.
De minister hoopt in twee jaar voor alle mensen hun medisch dossier online inzichtelijk te krijgen. Huisarts Vonk: "Ik moet er diep van zuchten. Dat gaat niet gebeuren."
In buitenland ook geen succes
Journaliste Belia Heilbron deelt zijn scepsis. "Als we kijken naar het buitenland, waar zulke platforms soms al zijn ingevoerd, geeft dat weinig reden tot hoop. In Frankrijk bijvoorbeeld gebruikt slechts 1,5 procent van de chronische patienten het platform."
Ondertussen lukt het zorginstellingen nog steeds niet goed om hun medische informatie uit te wisselen. "Dat is het grootste probleem van allemaal", zegt Heilbron, "Artsen lopen nog steeds te faxen, of MRI-scans op CD-rommetjes te zetten. Het wordt tijd dat de overheid hier de regie in neemt."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.