Tegen Samir A. is vijftien jaar cel geëist. Volgens het Openbaar Ministerie wilde hij aanslagen op politici en het gebouw van de inlichtingendienst AIVD plegen. Morgen is de uitspraak tegen hem en vijf medeverdachten. Maar wat is eigenlijk de aanklacht van het OM en wat is de bewijslast in de piranha-strafzaak?
EénVandaag spreekt met Fred Teeven, oud-officier van justitie en VVD-Kamerlid, Ahmed Marcouch, voorzitter van stadsdeel Slotervaart, en arabist Hans Jansen.In de piranha-zaak is vijftien jaar tegen Samir A. en Mohammed C. geëist, en twaalf jaar tegen Noureddine El F. Zij zouden samen met andere verdachten een terroristische organisatie vormen. De strafeisen zijn hoger dan bij 'gewone' strafzaken. Dit komt door de nieuwe wet 'Terroristische Misdrijven'. Die wet legt zwaardere straffen op bij misdrijven met een terroristisch oogmerk. Het OM eist lange gevangenisstraffen om de samenleving tegen terreurverdachten te beschermen.De hoofdverdachten in de piranha-zaak bezaten vuurwapens, vormden gezamenlijk een criminele organisatie, rekruteerden anderen voor de gewapende strijd en troffen voorbereidingen om aanslagen te plegen tegen politici en de inlichtingendienst AIVD.Volgens de aanklagers is de terreurcel een voortzetting van de Hofstadgroep. De hoofdverdachten zouden in één klap een grote vrees willen aanjagen bij de Nederlandse bevolking en een begin maken met het omverwerpen van de democratie door bewindslieden te vermoorden.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.