Elk jaar wordt er op de stoep van verslaggever Caroline van den Heuvel een vaasje neergezet voor twee zussen die in 1943 werden vermoord in Auschwitz.
Het is voor Caroline en haar buren al jaren een groot raadsel: wie zet rond 4 mei toch altijd dat bloemetje op de stoep? En wat is er bekend over de twee zussen die er hebben gewoond?
Mysterie
Elk jaar op 4 mei zet iemand ongezien een vaasje bloemen neer bij de struikelstenen voor Clara en Bertha de Metz. Midden op de stoep. Het vaasje staat daar dan ongeveer een week. Mensen lopen eromheen, staan er bij stil, lezen de namen en gaan weer door. Lang heeft Caroline gedacht dat de huidige bewoner van het pand het vaasje daar neerzet, maar dat bleek niet zo te zijn.
Caroline ontdekte dat haar buurvrouw Heather Kurzbauer het net zo'n mysterie vindt als zijzelf. "Samen met buurtbewoners hebben we weleens zitten fantaseren om een camera op te hangen om de bloemenzetter 'te betrappen'. Maar waarom zou je zo'n mooi raadsel op willen lossen? Dus we hebben het er maar bij gelaten."
Struikelen om te herdenken
Het huis op de Plantage Muidergracht staat in het hart van de Amsterdamse Plantagebuurt, wat tot de Tweede Wereldoorlog een Joodse buurt was. Van de 140.000 Joden die in Nederland woonden, zijn er zo'n 107.000 gedeporteerd. Slechts 5200 van hen kwamen levend terug. De zussen Clara en Bertha niet.
Voor hun voormalige woonhuis liggen twee struikelstenen, met hun naam, geboorte- en sterfdatum erop gegraveerd. In heel Nederland liggen duizenden van die 'stolpersteine', als onderdeel van een project van de Duitse beeldend kunstenaar Gunter Demnig. Met de stenen worden Joden die tijdens de oorlog werden weggevoerd naar de vernietigingskampen herdacht op de plek waar ze woonden. Alleen al in Amsterdam liggen er in totaal zo'n 650.
Eigen initiatief
De kleine gedenkstenen liggen in de straat van Caroline door een initiatief van Heather zelf. Zij diende ongeveer 8 jaar geleden een aanvraag in bij de gemeente voor de struikelstenen, omdat ze door een toevallige ontmoeting ontdekte dat het pand onlosmakelijk verbonden is met de Tweede Wereldoorlog.
"Het huis was onbewoonbaar toen wij het kochten", vertelt Heather. Ze stond een paar weken na de aankoop samen met haar man voor het huis te overleggen hoe zij het enorme project aan zouden pakken toen er een man in een Jaguar stopte. "Er stapte een goed geklede man uit. Het leek net of hij naar binnen wilde lopen." Heather vertelde de man dat ze hem graag een kop koffie aan had willen bieden, maar dat het huis onder water stond.
Verraders in de straat
De man stelde zich voor als meneer Van Beek. "Hij had een heel chique accent en vertelde dat hij in 1942 in dit huis was geboren. "Ik dacht deze man is volslagen mesjogge," zegt Heather. Maar hij ging verder met praten en wist veel meer van de geschiedenis van de straat. De man vertelde zich niet verbonden te voelen met de Joodse geschiedenis en dat hij ver weg woonde, maar toevallig in de buurt moest zijn. "Mijn tweelingdochters zijn net begonnen met een studie aan de Universiteit van Amsterdam. Hun poes was ziek en die moest naar de dierenarts hier om de hoek. Daarom ben ik hier", vertelde hij haar.
"Mijn vader was Joods", vertelde van Beek. "En mijn moeder was dat niet. Mijn vader is in de oorlog verraden door mensen die daar woonden. Daar aan de overkant. Maar dat gebouw is nu afgebroken. Na het verraad is mijn vader opgehaald en doorgestuurd naar verschillende werkkampen in Duitsland. Hij is niet meer teruggekomen. We hebben nooit meer iets van hem gehoord." Omdat zijn moeder niet Joods was, kwam meneer Van Beek veilig de oorlog door.
Zussen Clara en Bertha
Ook vertelde hij aan Heather over de twee zussen. "Op de eerste etage van ons huis, dit huis, woonden heel leuke, lieve oude mensen. Twee zusters. Elke week bakten ze iets lekkers voor ons gezin op de begane grond."
Volgens meneer Van Beek waren het hele vrome orthodoxe Joden. "Op de wekelijkse rustdag mag je volgens de traditie geen licht aandoen", maar de zussen hadden hier een list op bedacht. "Clara en Bertha betaalden dan een niet-Joods jochie om het licht aan te doen, maar soms hadden ze geen geld om dat jongetje te betalen. Hij had zijn hondje zo getraind dat hij opsprong om aan het touwtje van de lamp te trekken, zodat het licht toch aan ging."
Bekijk ook
Oorlogsgeschiedenis
Heather wilde aanvankelijk niets over de oorlogsgeschiedenis van haar huis weten. "Het idee dat twee oude vrouwen midden in de nacht hier uit hun huis zijn weggehaald, vind ik eng en creepy." Toch heeft ze na de levendige verhalen van meneer Van Beek een beeld van Clara en Bertha gekregen.
"Het zijn mensen voor mij geworden en niet alleen maar slachtoffers. Sinds de struikelstenen er liggen, zeg ik altijd hallo en goedendag als ik thuiskom. En als het regent zeg ik: 'Sorry, het regent op jullie.' Ik doe alsof zij mogen doorleven."
Geen vaasje?
Is het misschien meneer Van Beek, die elk jaar het vaasje neerzet bij de struikelsteen? Toen de twee buurvrouwen vanmorgen keken, stond er voor het eerst in 8 jaar géén vaasje. "Wat is hier gebeurd met onze bloemenlegger? In quarantaine vanwege corona? Of erger?", vroegen de buurvrouwen zich af.
Ze besloten zelf een bloemetje neer te zetten bij het kleine monumentje op de stoep, zodat de de buurt weer even stil kan staan bij de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Maar toen ze later weer gingen kijken, stond er tóch weer een vaasje bij. Niemand zag het gebeuren, maar het vertrouwde vaasje staat er weer. En het blijft dus nog altijd een raadsel wie het neerzet.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.