radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Emigreren naar Spanje omdat het leven daar goedkoper is, Nicole deed het met haar gezin: 'Minder gaan werken kon niet in Nederland'

Emigreren naar Spanje omdat het leven daar goedkoper is, Nicole deed het met haar gezin: 'Minder gaan werken kon niet in Nederland'
Nicole met haar kinderen
Bron: eigen beeld

Het leven in Nederland is voor veel mensen duur. Minder werken omdat je meer tijd met je gezin wil doorbrengen zit er lang niet voor iedereen in. Voor Nicole Wolbert, haar man en twee kinderen was dat de reden om naar het zuiden van Spanje te emigreren.

En ze zijn niet de enigen. Spanje is na België en Duitsland het derde land waar in Nederland geboren mensen naartoe emigreren, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Samen thuis tijdens corona

"Als je een leuk 'Ik Vertrek-verhaal' zoekt, zit je bij ons niet goed", lacht Nicole. "Het ging - en gaat - eigenlijk allemaal heel goed, dat is hartstikke saaie televisie." Het idee om vanuit het Overijsselse Hengelo naar een ander land te verhuizen, was voor haar en haar partner Jordy al jaren een droom. Dat gevoel werd versterkt tijdens de coronalockdowns.

"We kwamen thuis te zitten met de kinderen en merkten hoe fijn we het vonden om zoveel tijd door te brengen met z'n vieren." Maar toen eindigde de pandemie en ging de wereld weer open. Jordy moest weer naar kantoor en Nicole naar haar cliënten in de gehandicaptenzorg en op pad voor haar fotografieklussen die ze ernaast deed.

Minder werken niet mogelijk

"Op dat moment realiseerden we ons dat we minder wilden gaan werken, zodat we meer tijd met elkaar en met de kinderen zouden kunnen doorbrengen. Maar ondanks dat we beiden een prima salaris verdienden, was minderen financieel niet mogelijk met de kosten die we hadden. We zijn toen gaan onderzoeken hoe dat wél zou kunnen en kwamen in Spanje terecht", vertelt Nicole.

"Het leven is daar zoveel goedkoper, ontdekten we. In elk geval voor ons." In januari 2022 gingen Jordy en Nicole met een makelaar op pad in de bergachtige regio Andalusië, in het zuiden van Spanje. De maand erna namen ze hun twee kinderen mee. En in april van dat jaar kochten ze hun woning in het dorpje Villanueva de Algaidas.

info

Kosten Spanje vs. Nederland

  • Zorgverzekering: in Nederland betaal je in 2024 gemiddeld 146 euro aan zorgpremie voor de basisverzekering. Kinderen zijn tot hun 18de gratis verzekerd. In Spanje betaal je 0 euro als je in loondienst bent, dan ben je automatisch verzekerd. Als zzp'er betaal je maandelijks minimaal 289 euro aan sociale premies. Dat bedrag wordt opgebouwd, als starter betaal je minder.
  • Controle bij de tandarts: in Nederland betaal je in 2024 26,75 euro voor een periodieke controle. In Spanje betaal je niets voor een controle bij de tandarts.
  • Gas: in Nederland komen die in 2024 neer op gemiddeld 1.893,01 euro per jaar (153,25 euro per maand). Nicole en Jordy kopen in de winter drie gasflessen per maand (16 euro per stuk) voor hun gaskachels. In de zomer gaat er een halve fles doorheen.
  • Elektriciteit: in Nederland betaal je in 2024 gemiddeld 790,62 euro per jaar (65,89 euro per maand). In Spanje betalen Nicole en Jordy nu 100 euro per maand. Dit vanwege airconditioning en het zwembad bij hun huis.
  • Stookkosten houtkachel: In Spanje maakt het gezin gebruik van gratis hout. In Nederland betaal je zo'n 90 euro voor een kuub droog haardhout.
  • Motorrijtuigenbelasting: in Nederland betaalden Nicole en Jordy 180 euro per maand voor hun Land Rover-dieselauto, in Spanje 90 euro per jaar. Ook zijn de brandstofprijzen er lager.
  • Uiteten met het gezin: In hun huidige woonplaats gaat het gezin uiteten voor ongeveer 60 euro, in Hengelo betaalden ze ongeveer 90 euro.
  • Biertje in het café: in Nederland betaalde je vorig jaar gemiddeld 3,20 euro voor een biertje in het café. In Spanje is dat 1,50 euro inclusief olijven.
  • Boodschappen: uiteraard verschilt dit per gezin, maar het Nibud denkt bij een gezin met een of twee kinderen op een budget van 105 tot 150 euro per week (2023). Nicole en Jordy geven ongeveer 160 euro per week uit aan boodschappen.

'Ik mis Nederland eigenlijk niet zo'

Niet voor alle gezinsleden was emigreren even makkelijk, vertelt Nicole. "Onze dochter Vajèn, die inmiddels 10 jaar is, vond het in het begin helemaal niet leuk om haar woonplaats en school te moeten verlaten. Dat snapten we ook. Onze zoon Mason (7) had er minder moeite mee, waarschijnlijk omdat hij nog erg jong was."

Zelf waren Nicole en Jordy natuurlijk ook onzeker. "'Zal het allemaal wel goed gaan, met alles regelen, met ons, met de kinderen?' vroegen we ons af. Je verlaat toch je stabiele basis. Maar het is me alles meegevallen", vertelt ze. "Ik mis Nederland eigenlijk niet zo. Het is ook relatief dichtbij, dus familie en vrienden kunnen makkelijk op bezoek komen en andersom."

Gezin
Bron: eigen beeld
Het gezin op het strand in Spanje

Alleen maar Spaans spreken

De kinderen zijn inmiddels aardig gewend. Het eerste jaar gaven Nicole en Jordy ze thuisonderwijs en sinds afgelopen september gaan ze naar school in hun woonplaats Villanueva de Algaidas. Ook zitten ze bij plaatselijke sportclubs.

Engels wordt daar niet gesproken, nergens eigenlijk, "maar gelukkig leren ze de taal heel snel." Zelf heeft Nicole daar meer moeite mee. Ze heeft naar eigen zeggen niet zo'n talenknobbel, maar langzaam begint het te komen.

Bekijk ook

Buiten in plaats van binnen

Dat ze de taal nu beetje bij beetje onder de knie krijgt, zorgt er ook voor dat het sociale leven meer op gang komt, vertelt Nicole. "Mensen zijn heel gastvrij en je ziet elkaar veel, omdat een groot deel van het leven zich door het klimaat buiten afspeelt in plaats van binnenshuis, zoals in Nederland."

"Veel inwoners verbouwen hier hun eigen groente en fruit en wisselen dat met elkaar uit. Op dit moment ligt het aanrecht vol met citroenen van de buurman, die zijn nu in het seizoen", lacht ze.

'Sowieso pas je je leven erop aan'

Hun geld verdienen ze nu grotendeels met de verhuur van het appartement dat bij hun huis hoort. Nicole heeft daarnaast de fotografie weer een beetje opgepakt en ondersteunt mensen vanuit huis bij een gezondere levensstijl. Bij hun huis is ook een olijfboomgaard. Afgelopen maand plukten ze daar voor het eerst olijven van om ze vervolgens te persen. De olie wil het stel gaan verkopen in Nederland.

Of ze ooit nog teruggaan naar Nederland, betwijfelt Nicole. Dat het door klimaatverandering steeds heter wordt in Zuid-Spanje - afgelopen zomer steeg het kwik tot boven de 40 graden - zorgt er ook niet voor dat ze aan vertrekken denken. "Ons huis heeft hele dikke muren en voor alle ramen hangt goede zonnewering. Sowieso pas je je leven erop aan. Tot een uur of 11 ben je buiten en dan pas weer na 19 uur. Het is niet voor niets dat we hier aan siësta doen."

info

Emigratie in cijfers

De afgelopen 10 jaar is het aantal mensen dat vanuit Nederland emigreerde steeds een beetje toegenomen. In 2012 ging het om 144.500 mensen, in 2022 om 179.300 mensen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Van alle emigranten die in 2022 vertrokken, had 16,5 procent een Nederlandse achtergrond. Dat waren 29.643 personen. Daarnaast was 8,2 procent van de emigranten in Nederland geboren, maar had minstens één ouder uit het buitenland (de tweede generatie). Dat waren 14.748 personen.

Van de emigranten die in Nederland geboren zijn, verhuist het grootste deel naar België (14,1 procent) of Duitsland (11,5 procent). Ook Spanje en Groot-Brittannië zijn populair. Bij emigranten met een tweede generatie-migratieachtergrond staan Turkije en Polen ook in de top 10. Deze landen zijn minder populair onder emigranten met een Nederlandse achtergrond.

'Ontzettend veel geluk'

Nicole vindt het belangrijk om te benadrukken dat ze zich realiseert dat wat zij met haar gezin doet zeker niet voor iedereen haalbaar is. Want hoewel het voor hen als nieuwkomers in Spanje goed toeven is, en de kosten er veel lager liggen dan in Nederland, is armoede een groot probleem in het Zuid-Europese land.

Volgens onderzoeksbureau Eurostat leefde in 2023 26 procent van de Spanjaarden in armoede. Dat heeft alles te maken met de stijgende kosten, waar ook Spanje mee te maken heeft. Daar heb je minder last van als je bent verhuisd vanuit een land waar die kosten nog hoger liggen. "Wat dat betreft hebben wij ontzettend veel geluk dat dit mogelijk is."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen
Oud-minister Ernst Kuiper en chirurgen aan het werk
Bron: EenVandaag

De vier ziekenhuizen die complexe hartoperaties bij pasgeboren baby's uitvoeren, doen dat te weinig. Dat blijkt uit nieuwe cijfers. Kinderhartchirurgen maken dus te weinig vlieguren. Oud-minister Ernst Kuipers: "We gaan tekort schieten in kwaliteit."

Uit nieuwe cijfers van de de Wetenschappelijke Vereniging voor cardio-thoracaal chirurgen (NVT) blijkt dat het Erasmus MC in Rotterdam in 2023 38 ingrepen bij pasgeboren baby's deed. Het LUMC in Leiden 51, het UMC Groningen 20 en UMC Utrecht 39. Terwijl de zogenoemde 'volumenorm' (hoeveel operaties een ziekenhuis moet uitvoeren per jaar) voor deze operaties op 60 per centrum ligt.

'Geen enkel centrum haalt de norm'

Dit schreven de kinderhartchirurgen in 2021 zelf in een rapport: 'In de volumecriteria is bekend dat uitkomsten bij kinderen die binnen 30 dagen na hun geboorte geopereerd worden, verbeteren als het centrum er meer dan 60 per jaar doet.'

Later ontstond er discussie over die 60 operaties en bepleitte de beroepsgroep dat die norm ook wel naar 40 kon. Maar toenmalig minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hielden vast aan 60. "Geen enkel centrum haalt de norm. Dat betekent dat we tekort gaan schieten", zegt Kuipers over de laatste cijfers.

Verantwoordelijkheid op je schouders

Ook zorgeconoom Marco Varkevisser van de Erasmus Universiteit Rotterdam reageert fel op de cijfers: "Als je als medische beroepsvereniging tot volumecriteria komt, dan rust er ook een verantwoordelijkheid op je schouders om te zorgen dat je aan die criteria voldoet", vindt hij.

"Niet alleen voor de medisch professionals is dat een verantwoordelijkheid, maar ook voor de ziekenhuisbestuurders en voor de zorgverzekeraars die uiteindelijk die zorg gaan inkopen."

Bekijk ook

Concentratie goed idee

In 2021 nam het kabinet het besluit om de kinderhartchirurgie te concentreren naar twee ziekenhuizen: het Erasmus MC in Rotterdam en het UMC Utrecht. Door op minder plekken te opereren, zou de kwaliteit van de zorg omhoog gaan, was de gedachte. Een meer dan logische gedachte, volgens Ernst Kuipers, die voor zijn ministerschap bestuursvoorzitter was van het Erasmus MC.

"Je weet zeker dat als je dit concentreert en de volumes per centrum omhoog brengt, dat de kwaliteit ook verbetert. Dat is keer op keer bewezen. Niet alleen in de kinderhartzorg, maar in de volle breedte in de zorg."

Strijd tussen ziekenhuizen

Maar ondanks dat eigenlijk iedereen het erover eens was dat concentratie goed zou zijn voor de zorg voor jonge patiënten met een aangeboren hartafwijking, barstte de strijd los. Artsen en bestuurders gingen pal achter hun eigen centrum staan. Ouders van patiëntjes voerden actie en de verhoudingen tussen de ziekenhuizen raakten ernstig verstoord.

"Er werd echt met modder gegooid", zegt zorgeconoom Varkevisser, die stelt dat de kwaliteit in de ziekenhuizen nog steeds hoog is. "Het gaat om een handvol chirurgen die dit soort ingewikkelde operaties met hun ziel en zaligheid doen. Ze zijn daar hun hele carrière al mee bezig. Het zijn allemaal zeer toegewijde medisch professionals. Als jouw ziekenhuis dat kwijtraakt, dan voelt het voor een aantal mensen ook alsof ze hun levenswerk uit hun handen zien wegvloeien."

info

Geen reacties van ziekenhuizen en patiëntenorganisaties

Voor dit onderzoek heeft EenVandaag veel mensen op achtergrondbasis gesproken. Geen van de bestuurders van de universitaire ziekenhuizen wilden op camera reageren. Ook de patiëntenorganisaties wilden dat niet.

Streep door de plannen

Ondertussen gebeurde er nog van alles. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kwam met een uiterst kritisch rapport, waarna Ernst Kuipers ook nog eens een ziekenhuis inwisselde: Groningen werd aangewezen als ziekenhuis om de kinderhartchirurgie te behouden, in plaats van Utrecht.

In januari 2024 zette de rechter een streep door de concentratieplannen. Kuipers en zijn voorganger Hugo de Jonge hadden weliswaar het recht zo'n concentratie op te leggen, maar onderbouwden die onvoldoende, vond de rechter.

Veel fouten gemaakt

Varkevisser vindt dat er veel fouten zijn gemaakt in het proces. "In mijn ogen is een belangrijke, misschien wel de belangrijkste, les dat aan de Kamerbrief, waarin de concentratie werd aangekondigd, een veel grondiger analyse ten grondslag had moeten liggen. Die had openbaar moeten zijn."

Want dan had de discussie over de feiten kunnen gaan, zegt Varkevisser. "Nu is er een te lange periode geweest tussen de beslissing en het hele traject, waarbij sentimenten en emoties de bovenhand hebben kunnen kunnen krijgen. En dat heeft het proces van meet af aan in de wielen gereden en ervoor gezorgd dat het ook ontspoord is."

Bekijk ook

'Gemiste kans'

Ernst Kuipers noemt het niet doorgaan van concentratie in de kinderhartchirurgie 'een gemiste kans'. "Ouders en patiënten weten gewoon dat het beter kan. En dit dossier loopt al 30 jaar. De eerste rapportage van de Gezondheidsraad destijds dateert uit 1993 met een heel helder advies: je moet concentreren en het aantal operaties en hartkatheterisaties naar minder centra brengen."

Ook na die tijd verscheen rapport op rapport met telkens dezelfde conclusie, vertelt Kuipers. "Voor veel mensen is dit echt een hoofdpijndossier."

'Nieuwe kleren van de keizer'

Maar is er dan helemaal niets gebeurd, sinds de uitspraak van de rechter? Jawel, er is een samenwerkinsgverband opgestart tussen de UMC's van Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam.

Daarnaast is er een samenwerking tussen Rotterdam en het Radboudumc in Nijmegen. Kuipers is absoluut niet onder de indruk en noemt het 'de nieuwe kleren van de keizer'. "Ik vind het een beetje triest om te constateren, maar dat is feitelijk wat we in het verleden ook deden."

Bekijk ook

'Wat als er een complicatie ontstaat?'

Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam zijn van plan om straks de artsen te laten reizen in plaats van de patiënten. Iets wat eerder nog werd bekritiseerd door de kinderhartchirurgen zelf, zegt Kuipers, die dat zelf ook een slecht idee vindt.

"Wat gebeurt er straks als er een complicatie ontstaat, terwijl dat team dan al weer is teruggereisd?"

'Terug bij af'

Varkevisser wacht de definitieve plannen van de ziekenhuizen af en vindt dat we op dit moment 'terug bij af' zijn: "Je kunt constateren dat we na drie, vier jaar heel veel ruzie, waarbij heel veel verhoudingen op scherp zijn komen te staan, uiteindelijk niet veel zijn opgeschoten. Waar we destijds mee begonnen in 2021 is eigenlijk de situatie waar we nu weer staan."

Kuipers is dat met de zorgeconoom eens: "De situatie is onveranderd met het oude. En je kunt straks al die oude rapporten met aanbevelingen om te concentreren er weer bij pakken, want die gelden nog steeds."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord

Heeft het nut als ik geen Amerikaanse producten meer koop? En andere vragen over boycots beantwoord
Amerikaanse Bourbon, beeld ter illustratie
Bron: ANP/AFP

Soms laat je een product in de winkel liggen. Niet om de prijs, maar uit protest tegen het bedrijf of land erachter. Nu Trump importheffingen oplegt, merken we in de chat discussie over Amerikaanse producten. We beantwoorden jullie vragen over boycots.

Jullie vragen worden beantwoord door hoogleraar Internationale Economie Harry Garretsen (Rijksuniversiteit Groningen) en historicus Maartje Janse (Universiteit Leiden).

1. Heeft het nut als ik als consument producten niet meer koop?

"Ja, een spontane consumentenboycot kan bedrijven of landen wel degelijk raken: in reputatie en in de portemonnee", begint hoogleraar Garretsen. "Je ziet dat nu bijvoorbeeld gebeuren met Tesla. Omdat sommige consumenten het niet eens zijn met het gedachtegoed van Elon Musk, keldert de verkoop van Tesla-auto's in Europa."

"Consumenten hebben een bijzonder soort macht", antwoordt historicus Janse. "Als individuele consument heb je niet zoveel invloed, maar als collectief wel. Zeker wanneer een overtuiging om producten niet te kopen breed gedeeld wordt, in Europa of zelfs wereldwijd."

Het idee achter een boycot is simpel, vervolgt ze: "Als wij samen onze krachten bundelen door dit product niet meer kopen, dan kan het bedrijf of land daar zoveel last van hebben dat ze hun strategie wijzigen. Het is een manier om invloed proberen te krijgen op beleid. En de geschiedenis laat zien dat dit kan slagen."

Janse doet als historicus onderzoek naar protesten, waaronder boycots. Ze wijst op het oudste voorbeeld dat bekend is van een grootschalige boycot. "In 1791 besloten een half miljoen Britten geen suiker meer te kopen die afkomstig was van plantages waar tot slaaf gemaakten onder dwang werkten. Mensen realiseerden zich: 'Als ik suiker koop die in zulke omstandigheden is geproduceerd, ben ik medeverantwoordelijk.' Het parlement wilde niet luisteren, dus namen burgers zelf het initiatief," vertelt ze. "Het was best een succesvolle actie: de verkoop van deze suiker daalde met een derde."

info

Waar komt de term 'boycot' vandaan?

"De term komt uit 1880, toen de Ierse Charles Boycott slachtoffer werd van een collectieve actie", weet historicus Janse. "Meneer Boycott moest huren innen, en wilde die niet verlagen. Daarom keerde het hele dorp zich tegen hem, en negeerde hem."

"Tegenwoordig boycotten we niet meer één persoon. Het kan dat iemand geen zaken weer wil doen met een ander, maar dit noemen we geen boycot meer. Een boycot is nu gericht tegen een product of land."

2. Hoeveel consumenten moeten een product boycotten voordat die zinvol is?

"In hoeverre een bedrijf of land precies geraakt wordt, hangt af van het type boycot", zegt econoom Garretsen. "In principe is een boycot een actie vanuit consumenten die het niet eens zijn met beleid, en daarover zeggen: 'Dit willen we niet meer.' Als zij besluiten producten niet meer te kopen, kan dit bedrijven of landen zeker raken."

"Daarvoor is het niet per se nodig dat miljoenen mensen stoppen met het kopen van een bepaald product", zegt hij. "Vaak blijken lagere percentages al genoeg. Net als bij protesten en demonstraties, kunnen kleinere groepen al iets in beweging zetten."

"Een kleinere groep kan de reputatie van een bedrijf of land al beïnvloeden", verklaart de hoogleraar. "Social media spelen hierin natuurlijk een rol. Daar verspreiden acties zich snel. Zelfs wanneer de omzet van een bedrijf nog niet gekelderd is, kan een bedrijf dan toch al angst voelen voor imagoschade. Het voelt zich aangesproken of genoodzaakt om beleid te veranderen, zeker wanneer het bedrijf veel concurrentie heeft."

Toch is een boycot nog effectiever als die niet alleen gebaseerd is op de vrijwilligheid van consumenten, maar ook formeel via politiek en wetgeving wordt afgedwongen, legt Garretsen uit. "Wanneer een overheid zegt: dit product mag het hele land niet meer in. Dat gebeurt bijvoorbeeld met Russische producten. Daar trekt de overheid een grens in hoe we met die producten omgaan. En is er in feite een formele boycot."

Bekijk ook

3. Is een boycot niet gewoon om jezelf beter te voelen?

"Consumenten boycotten inderdaad omdat ze zich daar beter bij voelen. Als je iets doet waarvan jij denkt dat het zin heeft, dan voel je je daar goed over", zegt Janse. Maar dit vindt ze geen reden om boycots af te schrijven. Integendeel.

"Het is wat simplistisch enkel te kijken naar het directe effect van een boycot op beleid. Want het heeft ook een grote waarde voor individuen en groepen, en die is ook belangrijk. In plaats van je machteloos te voelen, heb je het idee dat je gedrag ertoe doet."

"Een boycot gaat ook over ergens voor staan, laten zien wat je waarden zijn. Het is een expressie van wie jij als consument wil zijn", licht ze toe. "Ook kan het het groepsgevoel versterken. Een beweging om meer Europees te kopen, versterkt bijvoorbeeld niet alleen de economie, maar versterkt ook het Europese wij-gevoel."

info

Wat vinden panelleden van Amerikaanse producten?

De importheffingen die de Amerikaanse president Donald Trump wil invoeren, maken dat het imago van de Verenigde Staten een stuk slechter is geworden in Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 24.000 leden van het Opiniepanel, gepubliceerd op 8 april 2025.

De helft (51 procent) kijkt negatiever naar Amerikaanse supermarktproducten dan een jaar geleden. Het boycotten van Amerikaanse producten doen een stuk minder mensen. 1 op de 5 (20 procent) zegt geen Amerikaanse producten meer te kopen.

4. Hoe moeilijk of makkelijk is het om een volledige boycot van de Verenigde Staten te realiseren?

Een volledige boycot lijkt Garretsen moeilijk te realiseren. "Oproepen om te boycotten richten zich vaak op de typisch Amerikaanse producten, zoals whiskey. Maar er zijn natuurlijk heel veel dingen die we uit de Verenigde Staten halen. Bijvoorbeeld halffabrikaten die in producten verwerkt zijn, of diensten van Google of Apple. Een volledige boycot zou ook daarover moeten gaan, maar dat wordt al snel ingewikkelder. En dan rijst de vraag of we dat wel willen."

"Een volledige boycot is bovendien niet alleen economisch, maar gaat ook over sport en cultuur", zegt Janse. Ze geeft het voorbeeld van de anti-apartheidboycots van Zuid-Afrika in de jaren 70 en 80. "Dat waren niet alleen economische acties om bijvoorbeeld geen Zuid-Afrikaanse sinaasappelen meer te consumeren."

Al vanaf 1964 mocht Zuid-Afrika niet meer meedoen aan de Olympische Spelen. "Later drongen de Verenigde Naties erop aan om alle culturele en sportieve banden met het land te verbreken. Artiesten traden er niet meer op."

"Je ziet dat er nu ook zo'n oproep tot culturele boycot is tegen Israël. Mensen zeggen: ook daar is een apartheidsregime aan het ontstaan. Universiteiten moeten niet meer met het land samenwerken. Het land moet niet meer mee mogen doen aan het Songfestival. Dit gaat dus ook verder dan het niet meer kopen van Israëlische producten."

"Ik zie Amerika nog niet zo snel in die hoek van Zuid-Afrika en Israël belanden", vervolgt ze. "Maar Amerika is zichzelf wel aan het isoleren. En de vraag is of dit ook invloed gaat hebben op culturele uitwisseling. Je hoort bijvoorbeeld al wel van mensen dat ze niet meer naar Amerika op vakantie willen gaan. Dat is ook een vorm van boycot."

Bekijk ook

5. Gaan winkels aangeven uit welke landen producten komen, bijvoorbeeld met stickers?

"Traditioneel is een boycot gericht op een product of bedrijf. Maar je ziet ook dat een boycot breder gericht kan zijn op een land: er wordt dan wel een product gekozen, maar het is eigenlijk niet om dat specifieke product te doen. Dat product staat symbool voor iets groters." Dit zie je nu met Amerikaanse producten gebeuren, volgens Garretsen.

"Het is consumenten niet per se te doen om bijvoorbeeld Amerikaanse whiskey, of McDonalds, maar dit soort producten of bedrijven symboliseren hun opvatting over waar Amerika onder Trump mee bezig is", zegt hij. "Consumenten willen een signaal afgeven tégen Trump: 'Er zijn grenzen, we pikken niet alles.'", zegt Janse hierover.

Er zijn landen waar labels op producten worden geplakt om hun herkomst aan te geven. Zo heeft Denemarken stickers die wijzen op Europese herkomst, en wordt in Canada opgeroepen om Canadian First - producten gemaakt in Canada - te kopen. "Dit zijn eigenlijk voorbeelden van een soort omgekeerde boycots, om producten uit eigen regio te kopen."

Een meerderheid van de deelnemers aan het Opiniepanel-onderzoek wil dat Nederlandse supermarkten labels plakken op Europese producten. Twee derde van de deelnemers (68 procent) lijkt dat een goed idee.

Bekijk ook

Supermarktbranche: 'Consument moet weloverwogen kunnen kiezen'

Vermelding van het land van herkomst is niet op elk product verplicht. Volgens Europese en Nederlandse regels moet de herkomst op het etiket staan in een paar situaties, bijvoorbeeld bij onbewerkt vlees, eieren, vis en zeevruchten, groente en fruit, olijfolie en honing. Ook geldt deze verplichting wanneer het ontbreken van herkomstinformatie de consument kan misleiden, bijvoorbeeld bij producten met geografische aanduidingen zoals vlaggen.

Volgens supermarktbranchevereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) moeten consumenten 'weloverwogen kunnen kiezen welk product met welke herkomst zij kopen. Het juist en volledig etiketteren van producten is daarom van belang'.

Het CBL laat weten dat supermarkten zelf verantwoordelijk zijn voor de juiste etikettering van huismerkproducten. Bij A-merken ligt die verantwoordelijkheid bij de fabrikant. Het CBL heeft verder geen informatie over individuele assortimentskeuzes en voorkeuren van consumenten in het koopgedrag wat betreft herkomst van producten.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Hoe raakt een boycot een land anders dan tegenheffingen?

"Importheffingen zijn minder moreel geladen dan een boycot", zegt Garretsen. "Die hoeven niet per se iets goeds of fouts te betekenen. Landen kunnen gewoon blijven handelen. Alleen maakt een van de twee, of beide, het duurder. Het is van een andere orde wanneer een land zegt: 'Ik wil jouw producten helemaal niet meer.'"

"De laatste stand van zaken is dat het voor Europa misschien toch lijkt mee te vallen met de Amerikaanse importheffingen. Maar wat Amerika en China nu onderling doen - steeds hogere en hogere importheffingen - gaat op den duur in de praktijk over in een boycot. Dan kunnen Chinese producten niet meer naar Amerika geëxporteerd worden, en Amerikaanse producten niet meer naar China. Als dat doorgaat, escaleert een handelsoorlog in een handelsboycot."

"De impact van boycotacties tegen Amerika lijkt op de korte termijn misschien gering", zegt Janse. "Maar als je het bredere plaatje bekijkt, dan besef je dat een boycot onderdeel is van het grotere fenomeen dat een land z'n status verliest. Amerika verliest een deel van de invloedsfeer die het na de Tweede Wereldoorlog heeft gekregen. En mensen zien Amerika niet langer vanzelfsprekend als een betrouwbaar land."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant