Een wonder dat ze het hebben overleefd. Politiemensen die ‘de hel van Hoek van Holland’ meemaakten schreven een boek dat vandaag verschijnt. Wij spraken met ze over ‘Kamp Holland’, ‘oorlogsduinen’ en ‘mijn laatste woorden’.

22 augustus 2009, 23.20. Daar stonden ze in die duinen in het aardedonker op dat strand. Met 30 man tegenover een paar honderd relschoppers die van geen wijken wisten. Strandparty Sunset Grooves was volledig uit de hand gelopen. 76 politiekogels vuurden ze af, zonder resultaat. 1 bezoeker wordt geraakt door een politiekogel en komt om het leven. Hoek van Holland werd een dieptepunt, een trauma, een diepe wond.

Zwijgen

Alle beelden zijn bekend, rapporten verschenen, bij de politietop rolden er koppen, lessen werden (op papier) getrokken. Maar de agenten hoorde je niet. Een jaar lang zwegen ze. Voor de buitenwereld. Binnen de politie is oneindig gepraat. Soms teveel zelfs, vinden sommigen. Maar naar buiten treden deden ze niet. Uit angst, om het korps niet in diskrediet te brengen, omdat justitie hun rol onderzocht, uit respect voor de nabestaanden, of gewoon omdat ze het niet wilden of konden. Toch wilden ze voor een keer hun verhaal kwijt. Drie van hen durven het aan, hun verhaal voor de camera. We gaan met ze terug naar het strand. Maanden heeft het geduurd om in gesprek te komen. Verschillende keren mislukt het. Te gevaarlijk. Te gevoelig. Te riskant. Tot op het laatste moment. Als agent kun je blijkbaar tegenwoordig niet meer zonder risico’s je verhaal doen. Het verhaal van Ron, Esther en Annemiek is te zien in EenVandaag.

Boek

Hun verhalen, en dat van 15 andere collega’s, staan in een boek van de politie Rotterdam-Rijnmond. “Spoedassistentie Hoek van Holland. Persoonlijke verhalen van agenten uit het korps Rotterdam-Rijnmond.” Een verslag van een on-Nederlandse, grenzeloze veldslag tussen jonge hooligans en politiemensen:

Surveillant (25):

“Continu bleven die gasten met hele hordes tegelijk op ons afstormen. De afstand tussen mij en die relschoppers was soms maar twee meter. We moesten weg, maakt niet uit waarheen maar weg! De flessen bleven maar op ons afkomen.”

“Collega’s schoten gericht op de menigte, maar de aanvallers bleven komen. Als het zo doorging zaten we straks zonder munitie. Wat dan? Kwam ik nog wel heelhuids thuis? Ik wilde hier weg! Ik wilde hier niet fucking doodgaan!”

“In gedachten heb ik diverse keren mijn ontslagbrief geschreven. Maar ik heb het niet gedaan, ik wil door in het politievak want 99 % van het werk vind ik heerlijk.”

Commandant Regionale Ondersteuningsgroep (40):

“Toen we het terrein opgingen voelde het alsof we in een arena vol wilde leeuwen stapten, klaar om ons op te vreten.”

“Zo voelt het dus als je gaat sterven in het harnas, dacht ik. Ik rook mijn eigen angstzweet.”

“De avond in Hoek van Holland behoort tot de top drie van ernstigste dingen die ik heb meegemaakt in mijn 20 jaar bij de politie. Ik ben me nu extra bewust dat ik vader van twee kinderen ben. Iedere keer als ik ons huis verlaat voor mijn werk, zorg ik ervoor dat ik goed afscheid neem.”

Agent Regionale Ondersteuningsgroep (27):

“Die jongens herkenden ons. Ze keken ons op dat moment strak in de ogen aan. De angst die toen door me heenging heb ik nog nooit eerder gevoeld. Zij waren met veertig man, en wij maar met ons tweeen terwijl we geen contact krengen met onze collega’s. De groep stond te stuiteren en te springen. Het was wachten op de eerste klap die uitgedeeld ging worden. Ik hoorde er een roepen: ‘Maak ze dood, ze gaan eraan!. Ik heb deze avond wonder boven wonder geen lichamelijke verwondingen opgelopen, maar had wel psychische klachten. Ik sliep slecht en zag de beelden van de omsingeling voortdurend voor me. Ik had nergens meer zin in, zelfs niet in sporten terwijl ik dat heel graag doe.”

Wijkagent (33):

“De relschoppers waren kennelijk ook getraind in grootschalig groepsoptreden en dreigende escalatie. Ze vormden een linie en telden af. Ze deden precies hetzelfde als wij, namelijk een charge uitvoeren op ons.”

“Dit was de eerste keer dat ik mijn politievuurwapen in de open lucht gebruikte. Het maakte totaal geen indruk. De mensen tegenover ons waren zo opgezweept door drugs, drank en muziek dat ze het gevaar niet meer zagen. Ze gingen schuimbekkend voor een collega staan en daagden hem uit. Schiet dan!, riepen ze.”

“Er zijn veel wonderen gebeurd die avond. Al blijft het dodelijke slachtoffer betreurenswaardig, het is ongelooflijk dat in de kogelregen niet meer gewonden of doden zijn gevallen.”

Hoofdagent/ME (27):

“Op het moment dat ik door de nooduitgang wilde vluchten, voelde ik een klap tegen mijn hoofd. Ik voelde nattigheid bij mijn oren. Het was warm en droop overal langs. Overal voelde ik glas aan mijn hoofd. Toen ik mijn hand erover haalde zat die onder het bloed. Ik wilde een ambulance zoeken. Maar de menigte trok de hekken omver en kwam weer.”

“Ik krijg soms flashbacks van die avond als ik ergens gejoel hoor. Een harde klap doet me denken aan schoten van die avond. Het salvo aan schoten was bizar. Maar ik sta daar niet lang bij stil. Ik moet mijn mannetje staan en ga gewoon weer verder.”

Buurtagent (30):

“Het was een soort Armaggedon, de science fiction rampenfilm. Ik ben nog nooit eerder zo bang geweest als in Hoek van Holland. Er waren diverse momenten waarop ik dacht dat we het echt niet zouden redden. Ik weet nu dat we met de collega’s toch veel hebben kunnen doen. We zijn alert geweest. We stonden met 6-0 achter maar toch is het ons gelukt daar weg te komen.”

“Het is voor mij een trauma-ervaring die me helemaal terug naar de basis geworpen heeft. Wat wil ik eigenlijk zelf? Wil ik wel bij de politie blijven? Ik ben er nog niet uit. Ik ben bewuster gaan leven. Want het leven is nu.”

“Ik ben niet boos op de relschoppers. Ze zijn net zo bang geweest als wij.”

Moeder

De moeder van Robby van der Leeden, die bij de rellen om het leven kwam door een politiekogel, doet ook haar verhaal. Hoek van Holland is voor de ouders nog lang geen gesloten boek. Ze willen dat de agenten die op hun zoon schoten alsnog worden vervolgd.

“Nog steeds heb ik het gevoel dat dit een boze droom is waar ik uit wil ontwaken. We gaan verder omdat Robby dat zou willen. Hij was positief dus dat houdt ons op de been. Robby was geen hooligan. Wat er precies gebeurd is zullen we nooit weten, want hij kan het niet vertellen. Hij was nieuwsgierig en maakte overal foto’s en filmpjes van. Misschien stond hij bij de rellen ook te filmen. Hij was geen vechtersbaas

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.