Het internationale arrestatiebevel voor drie Nederlandse IS-vrouwen is door de Koerdische autoriteiten nog altijd niet ontvangen. Meer dan twee maanden geleden vroeg minister Grapperhaus van Justitie om uitlevering van het drietal met hun kinderen aan ons land voor berechting. Maar vooralsnog zitten ze nog altijd in een Noord-Syrisch gevangeniskamp te wachten. De vraag is hoe lang de Koerden die situatie nog laten voortduren. 

Zozan Aloush, verantwoordelijk voor de humanitaire zaken in het kamp voor de Syrian Democratic Council, zegt dat er geen contact is geweest met Nederland. “Tot dusver hebben we geen enkel contact gehad, geen telefoontje of bericht. Ze hebben niet eens naar ze gevraagd,” zegt Aloush. Een brief met daarin de arrestatiebevelen is haar en ook haar collega’s niet bekend.

Koerden willen van vrouwen af

De Koerdische autoriteiten, die het lokale gezag hebben in Noord-Syrië, willen graag van de vrouwen af. Maar ze kunnen hen niet zomaar laten gaan. Veel vrouwen beschikken niet over papieren en kunnen de grens niet over. Strafrechtadvocaat André Seebregts staat een aantal Nederlandse IS-vrouwen in het Noord-Syrische Al-Roj kamp bij waarvoor het arrestatiebevel is uitgevaardigd.

Hij zegt dat de vrouwen mogelijk in levensgevaar komen als er niets verandert. "De koerden hebben gezegd dat ze die vrouwen niet eindeloos kunnen houden. Van andere landen is bekend dat de koerden vrouwen weer naar IS-gebied hebben gestuurd”, zegt Seebregts. Omdat de vrouwen op weg waren naar Nederland, zal IS ze zien als verraders en kunnen ze onthoofd of gemarteld worden. Ook worden vrouwen ingezet voor gevangenruil om Koerden ‘terug’ te krijgen. Daarnaast zouden de vrouwen ook ‘onder de radar’ kunnen terugkeren.

‘Op een gegeven moment komen ze toch terug’

Seebregts vindt daarom dat de Nederlandse autoriteiten meer moeten doen om te achterhalen waarom de Koerden zeggen dat ze die brief niet hebben ontvangen. Het ligt volgens de advocaat in ‘de geest’ van de beslissing, dat als je niet hoort dat je er achteraan gaat.

“Kennelijk voelt men daar maar weinig voor”, zegt Seebregts. “Die vrouwen en kinderen gaan op enig moment toch terug komen naar Nederland en die Koerden kunnen ze toch niet eindeloos houden en op enig moment zullen ze linksom of rechtsom naar Nederland terugkomen. Nu, volgend jaar, of het jaar erna”.

Seebregts staat in totaal vijf vrouwen bij die op het moment in het Noord-Syrische Al-Roj kamp verblijven. Ze hebben samen 11 kinderen in een leeftijd variërend tussen de 0 en 4 jaar oud. Om de kinderen gaat het Seebregts uiteindelijk, en juist die zijn de dupe. 

Gecontroleerd laten terugkeren

De discussie over het al dan niet faciliteren van de terugkeer van de IS-vrouwen en hun kinderen houdt al enkele maanden de gemoederen bezig. Grootouders van Syriëgangers deden afgelopen najaar de oproep aan het kabinet om de kinderen en hun moeders terug te halen. In het voorjaar voegde kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer zich hierbij. Het kabinet moet er volgens haar alles aan doen om te regelen dat zij kunnen keren.

Binnen de Haagse politiek heerst veel weerstand om de vrouwen en hun kinderen terug te halen. Ze zouden gevaarlijk zijn en mogelijk aanslagen gaan plegen. De regering voert daarom het beleid dat Syriëgangers op eigen gelegenheid een Nederlands consulaat moeten zien te bereiken. Eenmaal daar zullen vrouwen en kinderen worden opgehaald om in Nederland vastgezet en berecht te worden.

KIJK & LEES OOK:

De laatste tijd keren er mondjesmaat Syriëgangers terug. Volgens de NCTV zijn er 55 terugkeerders. Rond de 35 personen zouden buiten strijdgebied zijn, maar ook niet in Nederland. Ook zijn er zaken bekend waarin (groot-) ouders hun kinderen zelf zijn gaan ophalen. Eind juni keerde Melis A. terug in Nederland. Haar vader heeft zijn dochter en haar baby uit een kamp gehaald.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.