Het is een vergeten hoofdstuk uit de Nederlandse oorlogsgeschiedenis. Vijfduizend Nederlanders, vooral boeren en arbeiders, trokken tussen 1941 en 1944 vrijwillig naar de Oekraine, Wit-Rusland en de Baltische staten. Om nieuwe koloniën te stichten en de arbeidsplekken van afgevoerde Joden op te vullen. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de Nazi’s helemaal niet blij waren met deze ‘witte Joden’ zoals ze hen noemden.

In de ogen van de Nazi's, gingen de Nederlanders te amicaal om met de lokale bevolking, trouwden met vrouwen en ‘handelden als Joden’, zegt onderzoekster Geraldien von Frijtag Drabbe Künzelvan de Universiteit Utrecht.  

Ook waren de Nederlanders al in een vroeg stadium van de oorlog, op de hoogte van de jodenvervolging in dit deel van bezet Europa. Iets waaraan tot nu toe weinig aandacht is besteed in de geschiedschrijving. 

Waarom trokken deze zogenaamde ‘Oostboeren’ naar de Oekraine? En waarom waren het alleen Nederlanders? En wat wisten zij van het lot van de oorspronkelijk Joodse bewoners? In EenVandaag een gesprek met onderzoekster Von Frijtag en Joop de Vries, zoon van Johan de Vries, een boer die in de oorlog naar het Oosten trok en daar in de jaren 80 stierf.

Nieuw licht op vergeten oorlogsgeschiedenis

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.