
Slaapproblemen kosten samenleving miljarden: 'Maar een simpel dutje kan al helpen'
De economische kosten van slapeloosheid lopen op tot in de miljarden. Terwijl de oplossingen voor handen liggen, zoals slaaptherapie. Maar ook een simpel dutje tijdens werktijd kan al helpen.
Onderzoeksbureau SEO zocht uit wat de effecten van slapeloosheid zijn op de arbeidsmarkt. En de uitkomsten waren niet mals: slapeloosheid kost de Nederlandse samenleving namelijk 3 miljard euro per jaar.
1,4 miljoen mensen
Ongeveer 12 procent van de Nederlandse bevolking tussen de 18 en 64 jaar heeft last van slapeloosheid, wat neerkomt op zo'n 1,4 miljoen mensen. De groep die niet meer werkt als gevolg van slapeloosheid schatten de onderzoekers op zo'n 36.000 mensen.
De onderzoekers van SEO keken naar de arbeidsmarkteffecten van een groep mensen die de diagnose slapeloosheid heeft gekregen. Deze effecten vergeleken ze met een zogezegde controlegroep, die geen last heeft van slaapproblemen.
Gevolgen arbeidsmarkt
Bij het onderzoek hielden ze rekening met eerdere psychologische problemen, omdat mensen die daar last van hebben vaak ook slaapproblemen hebben.
"Hen hebben we uit het onderzoek gehaald, zodat we een zo zuiver mogelijk beeld hebben van slapeloosheid", vertelt SEO-onderzoeker Wouter Vermeulen.
Minder productief
"Je ziet dat mensen bij wie slapeloosheid is vastgesteld een grotere kans hebben hun werk te verliezen of minder verdienen dan mensen die geen last van slapeloosheid hebben", zegt Vermeulen. Het gaat om een verschil van 2,5 procentpunt.
De schatting van 3 miljard euro is deels gebaseerd op de grotere kans op verlies van werk, maar ook op het verlies van productiviteit. "Het deel dat wel blijft werken en last heeft van slapeloosheid is minder productief of maakt minder uren."
Vooral bij werkenden is de impact groot. 3 op de 10 werkenden die slecht slapen (30 procent) zeggen daar slecht van te functioneren, blijkt uit onderzoek onder het EenVandaag Opiniepanel. Ze zijn door hun slaapproblemen minder productief (41 procent) en maken fouten (21 procent).
Sommige panelleden moeten een werkdag overslaan: "Ik ben regelmatig een dag afwezig. Niet zozeer omdat ik ziek ben, dat ben ik eigenlijk nooit. Maar gewoon omdat ik stelselmatig te weinig nachtrust heb."
Een grote groep slechte slapers zou dan ook best behoefte hebben om een dutje te doen op werk. 45 procent van de slechte slapers in ons onderzoek zou even gaan liggen als de werkgever dat toestaat.
Maar de vrijheid om over hun slaapproblemen te praten, laat staan te beginnen over een dutje op werk, voelt lang niet iedereen. Een grote groep van de slecht slapende werkenden (42 procent) durft slaapproblemen niet aan te kaarten bij zijn of haar leidinggevende.
Een deelnemer schrijft daarover: "Ik bespreek het niet met mijn werkgever in verband met schaamte en angst voor onbegrip. Tegen collega's vertel ik weleens dat ik slecht slaap."
Als privézaak gezien
Jan Machek herkent wat in het SEO-onderzoek staat. Al jaren werkt hij als psycholoog voor ArboNed en spreekt regelmatig met werknemers die last hebben van slapeloosheid. "Slaap is een vergeten factor, terwijl het een belangrijke factor is voor gezondheid, productiviteit en veiligheid."
Volgens hem wordt slaap door werkgevers nog te vaak gezien als een privézaak. Maar het is juist belangrijk dat werkgevers er met hun personeel over praten. "Als je het hebt over gezondheid, productiviteit, veiligheid, kwaliteit. Slaap grijpt op elke uitkomst daarvan in."
'Hoe heb je geslapen?'
De psycholoog pleit ervoor dat slaapproblemen bespreekbaarder worden op werk. "Dus als je vraagt hoe iemands weekend was kun je ook vragen naar hoe iemand heeft geslapen. Dan is opeens het gesprek over slaap net zo normaal als het gesprek over het weekend."
Daarin is ook een rol weggelegd voor leidinggevenden. Als iemand aangeeft slecht te hebben geslapen, is het volgens Machek belangrijk door te vragen. Maar leidinggevenden moeten ook getraind worden signalen te herkennen: "Vaak zijn die signalen wel zichtbaar: mensen worden kortaf, minder productief, zijn snel afgeleid of raken in conflict met andere collega's."
Powernap op werk
Een andere optie is het toelaten van powernaps, vertelt Machek. Als het werk het toelaat, dan kan het heel nuttig zijn een dutje in te plannen. "Het is een bewezen effectieve manier om mentaal weer te verfrissen."
"Zeker de cognitieve vermogens hebben er baat bij, zoals concentratie, besluitvorming en aandacht", voegt de psycholoog daaraan toe. Maar niet langer dan 15 minuten, benadrukt hij. "Want anders kan het weer moeilijk worden om 's avonds in slaap te komen."
Sleeping pod
IC-verpleegkundige Gideon Paijens weet hoe nuttig het kan zijn af en toe een powernap te doen tijdens werk. In het UMC Utrecht draait hij regelmatig nachtdiensten en sinds een aantal jaar hebben ze een zogenaamde 'sleeping pod' op de afdeling.
Dat is een ligstoel waar de verpleegkundigen gebruik van kunnen maken tijdens bijvoorbeeld een nachtdienst. De stoel kan in verschillende standen worden gezet, heeft een kap om je gezicht af te dekken zodat het donker is en maakt je na 20 minuten weer wakker. De stoel staat sinds een aantal jaar op de afdeling, vertelt Gideon.
Fitter gevoel na dutje
De verpleegkundige maakt er vooral tijdens nachtdiensten gebruik van: "De ene nachtdienst ben ik hartstikke fit en de andere nachtdienst stort ik rond een uurtje of 4 helemaal. Dan heb ik de sleeping pod wel nodig."
Vaak valt hij dan al binnen 5 minuten in slaap. "Na 20 minuten begint de pod te bewegen en geluid te maken. Het is een soort heel relaxte wekker die afgaat. Dan word je wakker, pak je je spullen en ga je de laatste uurtjes van de nachtdienst voortzetten." Niet altijd, maar wel vaak merkt Gideon dat hij zich na de powernap fitter voelt.
Cognitieve gedragstherapie
Maar het zijn niet de powernaps die mensen met slapeloosheid helpen. Volgens zowel onderzoeker Vermeulen als psycholoog Machek hebben mensen met slapeloosheid het meest baat bij cognitieve gedragstherapie. De therapie staat vooral bekend als hulpmiddel voor een depressie of een angststoornis, maar wordt niet vaak ingezet voor slaapproblematiek.
Dat heeft te maken met het feit dat de therapie vanuit de basisverzekering niet wordt vergoed als je alleen last hebt van slaapproblemen. Huisartsen zijn volgens Machek en Vermeulen daarom geneigd eerder medicatie voor te schrijven in plaats van de patiënt door te verwijzen, terwijl dat volgens de richtlijnen voor huisartsen wel hetgeen is wat ze zouden moeten doen.
Winst voor samenleving
Beide deskundigen zijn dan ook van mening dat de cognitieve gedragstherapie ook vergoed zou moeten worden voor slaapproblemen. "Het is de meest bewezen effectieve en langdurige effectieve therapie voor slaapproblemen", weet Machek.
Volgens Vermeulen is het zo dat als je de kosten en baten tegen elkaar opweegt, het de samenleving weinig kost om te therapie te vergoeden tegenover wat het de samenleving oplevert als slapeloosheid op de arbeidsmarkt verholpen is.