
Nederland doet mee aan culturele boycot Israël: hoe het Songfestival als politiek wapen wordt gebruikt
Vier landen dreigen met wegblijven van het Eurovisie Songfestival 2026 als Israël deelneemt. En nu heeft ook Nederland zich aangesloten bij dit statement. De vraag is alleen hoeveel nut heeft om cultuur als politiek wapen te gebruiken.
Slovenië, Spanje, IJsland en Ierland willen dat Israël wordt uitgesloten of zich terugtrekt uit het festival vanwege het genocidale geweld in Gaza. De lijst met landen die dit standpunt innemen wordt steeds groter, want ook Nederland sluit zich hier nu bij aan.
AVROTROS over deelname Songfestival
AVROTROS, die het festival uitzendt, maakte dit nieuws eerder vandaag bekend. In een persbericht schrijft de publieke omroep "de deelname aan het Songfestival aan kernwaarden te koppelen. AVROTROS kan de deelname van Israël in de huidige situatie niet langer verantwoorden gezien het voortdurende en ernstige menselijke leed in Gaza."
Verder schrijft de omroep ook dat er bewijs is dat Israël de afgelopen editie van het Songfestival als politiek instrument heeft ingezet. "Dat druist in tegen het apolitieke karakter van het Songfestival. Deze omstandigheden zijn in strijd met de waarden die AVROTROS als publieke omroep vertegenwoordigt."
'Verbaast me niet'
"Dit verbaast me eigenlijk niet. Maar ja, het heeft toch wel bijna 2 jaar geduurd voor die eerste concrete stappen gezet lijken te worden", merkt historicus Paul Reef op over het standpunt van AVROTROS en andere landen.
"Wel is het effect hiervan lastig te meten", gaat hij verder. Er wordt op dit moment, naast uitsluiting van het Songfestival, geen duidelijk eis gehangen aan de boycot. "Zoals bijvoorbeeld dat Israël moet stoppen met oorlogsvoering of genociden."
Uitgesloten van westerse orde
Toch ziet Reef de culturele boycot van Israël als een goede zet. "Het thema staat nu op de agenda. Het is de eerste sector waarin de band dan wordt verbroken."
Het 'doorsnijden van die symbolische banden met de westere wereld', zoals Reef het noemt, is iets wat mensen in het dagelijks leven echt zullen voelen. En in dit geval dan vooral de Israëliërs. "Ze worden dan echt uitgesloten van die westerse democratische orde waar ze zo graag onderdeel van willen zijn."
Paralellen met Zuid-Afrika
Uitsluiting van culturele evenementen, zoals sport en muziek, wordt door een bevolking van een land vaak als vervelend ervaren, legt de historicus uit. De situatie waar Israël zich nu in bevindt, doet denken aan de periode van Apartheid in Zuid-Afrika.
"Er zijn veel paralellen. Dat een groot deel van de bevolking oneerlijk wordt behandeld of dat gebieden worden bezet", noemt hij als voorbeeld. "Toen had Zuid-Afrika ook geen toegang meer tot de sportwereld. Dat heeft hun heel hard geraakt en ergens ook bijgedragen aan de verandering."
Eerste stap om af te dwingen
Maar kan culturele uitsluiting op het wereldtoneel dan niet worden gezien als 'zielig voor de bevolking', want niet elke Israëliër staat achter de oorlog in Gaza. "Het is lastig om het in dit soort gevallen over het slachtofferschap van de doorsnee Israëlische burger te hebben", zegt Reef.
"Het wordt gedaan omdat Israël zelf ook oneerlijke dingen doet", gaat hij verder. "En een relatief makkelijke boycot zoals deze kan juist een eerste stap zijn om iets af te dwingen voordat je met zwaardere maatregelen komt."
'Zelf politiek gemaakt'
Op de vraag of het Songfestival de juiste plek is om een politieke statement te maken, antwoordt Reef: "Het Eurovisie Songfestival wil vrede en verbroedering brengen, dus in die zin is het ook politiek." Hij noemt dat doel nobel én politiek.
"En de regels van de EBU (European Broadcasting Union), die dit organiseert, zegt ook dat er geen politieke inmenging mag zijn. Maar we zagen bij de vorige editie dat Israël echt een grote campagne opzette om steun te generen." Hiermee hebben ze de regels overtreden, merkt Reef - net als AVROTROS - op. "Dus Israël heeft het eigenlijk zelf politiek gemaakt. Daar is heel lang niet op gehandeld, maar dat lijkt nu te gaan gebeuren."