Na eerdere boerenprotesten in Nederland, Duitsland en Frankrijk zijn deze week ook Belgische boeren met hun trekkers de weg opgegaan om te demonstreren. Voor EenVandaag Vraagt vroegen we wat jullie over de boerenprotesten willen weten.

Emeritus hoogleraar landbouwsociologie aan de Wageningen University Jan Douwe van der Ploeg en emiritus hoogleraar Plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen Dirk Strijker geven antwoord op jullie vragen.

1. Hoe komt het dat juist deze sector veel demonstreert?

Meerdere factoren spelen een rol, zeggen Van der Ploeg en Strijker. "Maar het aanscherpen van allerlei regels vanwege klimaatverandering, natuur en waterkwaliteit, is de rode draad in al die protesten", zegt Strijker.

Van der Ploeg: "Wat je hierbij ziet, is dat er heel precies wordt voorgeschreven wat boeren moeten doen voor hun een bedrijf. Bijvoorbeeld wanneer ze mest op het veld moeten aanbrengen, wanneer ze moeten zaaien en of ze wel of niet een boom mogen aanplanten. Dat wordt allemaal exact voorgeschreven. Al die precieze regeltjes kunnen wringen met het gevoel van eigenwaarde: alsof ze worden behandeld als een klein kind."

Maar ook leiden opgelopen kosten en lage opbrengsten tot onrust, zegt Van der Ploeg. "Dat maakt het voor sommige boeren moeilijk om een fatsoenlijk inkomen te realiseren."

Jan Douwe van der Ploeg en Dirk Strijker

2. Zijn de huidige boerenprotesten in Europa vergelijkbaar met die in Nederland?

Volgens Van der Ploeg liggen de accenten anders. "In Nederland en in sommige delen van Duitsland wil men vooral geen rem op verdere groei en niet krimpen. Boeren willen door kunnen gaan met hun bedrijfsvoering zoals ze gewend zijn. Vaak wordt daarbij stikstof uitgestoten en worden pesticiden gebruikt."

"In andere delen van Europa wordt er meer geprotesteerd tegen globalisering van de voedselindustrie. Dat speelt bijvoorbeeld in Frankrijk, maar ook deels in Italië en Spanje. Zij eisen tot op zekere hoogte bescherming van de eigen markt. Omdat Nederland een open markt nodig heeft om te kunnen doorgroeien, is dit geluid hier minder aanwezig."

3. Zijn er verschillen in de bedragen die Europese landen ontvangen van Brussel?

De zogenoemde hectarepremie - het bedrag dat boeren per hectare ontvangen - kan wel een beetje variëren tussen landen, zegt Van der Ploeg.

Strijker: "De vergoedingen in Oost-Europa zijn lager dan die in West-Europa en zeker veel lager dan in Nederland. Er wordt al heel lang aan gewerkt om die bedragen meer gelijk te trekken."

"De Nederlandse hectaretoeslagen zijn meerdere keren aangepast en die van de Oost-Europese landen zijn verhoogd. Maar er zitten nog steeds verschillen tussen, want je kunt je voorstellen dat West-Europese boeren niet blij zijn als hun hectaretoeslag wordt verlaagd. Het duurt daardoor lang om die bedragen helemaal gelijk te trekken. Nog steeds is wel het streven om de verschillen af te schaffen."

4. Wat gebeurt er als de subsidies worden verlaagd?

Dat hangt van de verlaging af, zegt Van der Ploeg. "Maar bij een forse verlaging komen zeker de grotere boerenbedrijven aardig in de knel. De kleinere boerenbedrijven hebben allang geleerd hoe ze hun kop boven water moeten houden. Die zijn namelijk al gewend om niet veel subsidie te krijgen."

"Vaak hebben zij er bijvoorbeeld al een nevenberoep naast, werken ze met landschapsonderhoud, of runnen er een boerderijcamping naast. Er is van alles mogelijk."

5. Hoe worden Europese boeren beschermd tegen goedkope import van buiten de EU?

Door invoerheffingen of door voorwaarden te stellen aan de producten, zegt Strijker. "Zo moeten sommige producten aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Met name voor Afrikaanse landen is dat een probleem, omdat zij bijvoorbeeld niet bijhouden welke bestrijdingsmiddelen ze gebruiken."

Maar ondanks die voorwaarden, ziet Van der Ploeg dat de Europese grensbescherming steeds verder wegvalt. "In vergelijking met vroeger worden er nu steeds meer vrije handelsverdragen gesloten. Er lopen nu bijvoorbeeld onderhandelingen over het EU-Mercosur handelsverdrag."

Dat is een omstreden vrijhandelsverdrag met landen uit Zuid-Amerika, vertelt Van der Ploeg. "Het argument is dat zij mogen produceren op een manier die hier niet mag, terwijl we het wel importeren. Dat wordt als heel oneerlijk ervaren. Het gaat in toenemende mate over vlees, en steeds meer over groente en fruit."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Hoe wil de Europese Unie onze voedselzekerheid veiligstellen?

Strijker: "Door subsidies, toeslagen, regelgeving over de kwaliteit van voedsel, regels over vrij verkeer van voedingsmiddelen."

Van der Ploeg: "Zowel corona als de oorlog in Oekraïne hebben ons geleerd dat onze voedselzekerheid enorm in de knel kan komen. Problemen op wereldmarktniveau zorgen ervoor dat de export van bepaalde producten stil kan komen te liggen."

Daarom is het volgens Van Der Ploeg belangrijk om meer voedsel in Europa te produceren op een manier die bij Europa past. "Dus dat we de markt minder laten bepalen hoe we ons voedsel produceren en consumeren, maar dat we dat politiek bepalen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.