Mensen die veroordeeld zijn voor terrorisme, vallen maar zelden in herhaling. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Leiden.
Terreuronderzoekers Bart Schuurman en Liesbeth van der Heide bestudeerden de dossiers van 159 veroordeelden in Nederland in de periode 2012-2017. Hamvraag was: hoe effectief is het speciale reïntegratietraject dat Reclassering Nederland heeft voor dit type delinquenten.
'Opmerkelijk laag recidivepercentage'
Van de 159 gevallen verviel ruim 4 procent van de veroordeelden in herhaling: vier veroordeelden reisden uit en drie veroordeelden vervielen in crimineel gedrag. Ter vergelijking: het gemiddelde recidivepercentage voor alle criminele delicten is ongeveer 50 procent.
Daarbij vergeleken is het recidivepercentage van terreurveroordeelden dus opmerkelijk laag, zegt directeur Johan Bac van Reclassering Nederland. Hij benadrukt dat zijn speciale terreurteam goed werk verricht: "Nu blijkt dat het team een waardevolle bijdrage levert aan het toezicht op deze doelgroep en daarmee aan de veiligheid van ons land."
Geen duidelijkheid over langere termijn
De onderzoekers bevestigen dat de werkwijze van het speciale terreurteam van Reclassering Nederland bijdraagt aan een lage recidive, maar plaatsen ook een kanttekening. Het cijfer is gebaseerd op de korte termijn. Het is niet bekend hoeveel veroordeelden op langere termijn weer de fout ingaan.
Schuurman: "Die 4 procent is laag, maar het gaat om mensen die nog aan dat reclasseringstraject deelnemen. En we weten simpelweg niet wat er met ze gebeurt, als ze er uit zijn. Die informatie wordt niet bijgehouden, dus we kunnen niet zien hoe de recidive zich ontwikkelt over 5 of 10 jaar."
Verijdelde aanslag
Ondanks de positieve uitkomsten van het onderzoek, zijn er ook vraagtekens te zetten bij het succes van het speciale reclasseringstraject voor terroristen. Eind september werden zeven mannen gearresteerd. Met de arrestatie is volgens justitie een grote aanslag verijdeld. De verdachten zouden het gemunt hebben op een groot evenement. Opmerkelijk is dat meerdere verdachten al eerder veroordeeld waren en dus in beeld waren bij Reclassering Nederland. Zo ook het kopstuk van de bende, zegt Bart Schuurman.
"Het kopstuk, Hardi M., stond ook onder bijzonder toezicht bij het Team TER. Die zijn dus misleid, het leken mensen met wie het goed ging, die zich aan afspraken hielden, maar ondertussen waren ze toch bezig met het voorbereiden van hele concrete plannen voor een aanslag. En dat gaat vaker gebeuren! Tegenslagen horen er gewoon bij. Maar dat is geen reden om te zeggen dat het reclasseringsprogramma in essentie niet goed zit, dat er een fout in zit. We moeten ons realiseren dat reclassering maar één manier is om terrorisme te voorkomen. Er zijn veel meer middelen, AIVD en politiewerk. Je mag reclassering niet afrekenen op een fout."
LEES OOK:
Speciaal team bij reclassering
Reclassering Nederland werkt al jaren met een speciaal team voor terreurveroordeelden, het zogeheten TER-team (Terrorisme, Extremisme & Radicalisering). Het gaat om veertien mensen met specifieke kennis. Ze hebben een gerichte opleiding doorlopen en hebben meer tijd dan 'gewone' reclasseringsmedewerkers. Ook kunnen ze een beroep doen op andere specialismes, zoals een theoloog.
Schuurman: "Ze krijgen carte blanche qua tijd. Ze kunnen er veel meer tijd aan besteden dan normaal, om de kans op recidive te minimaliseren. Een ander punt is dat deze medewerkers de client eigenlijk vanaf het eerste adviserende gesprek volgen tot en met de uitvoering van de begeleiding zelf. Dat is uitzonderlijk lang en kan soms jaren duren."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.