Gemeenten moeten dit jaar 27.000 statushouders huisvesten. En dat is een probleem, want zoveel huizen zijn er niet. Gemeenten gaan dat dus niet redden. Volgens VluchtelingenWerk krijgen gemeenten nu te maken met problemen van 5 jaar geleden.
Gemeenten zitten met hun handen in het haar, want dit jaar moeten zo'n 27.000 statushouders, erkende vluchtelingen, een woning toegewezen krijgen: het dubbele aantal ten opzichte van vorig jaar. Voor die opvang zouden zo'n 16.000 extra huizen nodig zijn, maar waar moeten die vandaan komen? Paul Verbruggen, wethouder in Alkmaar, uitte vandaag z'n zorgen in De Telegraaf. "De verdubbeling ten opzichte van vorig jaar komt bovenop het tekort aan woonruimte dat we al hebben", zegt hij tegen de krant.
Mindere medewerkers IND
Dat er meer mensen onderdak nodig hebben, heeft te maken met problemen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), zegt Sander Schaap van VluchtelingenWerk. "De oorzaak ligt eigenlijk in de periode 2015-2016, toen veel vluchtelingen vanuit Syrië naar Nederland kwamen. Na die periode heeft de toenmalig staatssecretaris gezegd: we gaan het aantal mensen bij de IND afschalen, ook om aan de samenleving aan te geven: deze periode is voorbij."
Maar daarna kwamen pas de problemen, zegt Schaap. "Toen bleek dat er te weinig mensen waren bij de IND. Daarom hebben vluchtelingen heel lang moeten wachten om überhaupt aan de beurt te komen om hun verhaal bij de IND te doen."
Laat gecommuniceerd
Vanwege de coronacrisis zijn er in het afgelopen jaar minder vluchtelingen naar Nederland gekomen. "En daardoor zie je dat die achterstand dus iets is ingelopen. Maar dat zorgt er wel voor dat er meer mensen vanuit azc's een woning krijgen, veel meer dan de voorgaande jaren", zegt Schaap.
Aan de ene kant viel dit hoge aantal dus te verwachten. "Maar ik vind niet dat we van gemeenten moeten vragen om hierop voorbereid te zijn. Wat wonderlijk is, is dat pas eind vorig jaar aan gemeenten is gecommuniceerd hoeveel mensen ze moeten opvangen dit jaar. En ik snap dat ze daardoor zijn overvallen."
Experimenteren met woonvormen
Waar moeten de 27.000 statushouders terechtkomen? Vanaf 2015 is volop geëxperimenteerd met nieuwe woonvormen. Een voorbeeld is te vinden in de wijk Leidsche Rijn, in Utrecht. Daar wonen bij Place2BU statushouders, studenten en mensen die een nieuwe kans krijgen samen. Met bijna vijfhonderd kamers, verdeeld over vier gebouwen, is er sprake van een mini-maatschappij.
Maar de ervaringen lopen erg uiteen, zo merkt verslaggever Joris Kreugel. "Aan het begin heeft het heel veel leuke kanten, want je leert snel veel nieuwe mensen kennen. Maar al die verschillende groepen zorgen ook voor problemen. Zo hebben we maandenlang beveiliging nodig gehad om het leefbaar te houden", vertelt een bewoner. Graag zou hij verhuizen, maar dat is lastig met deze woningmarkt. En hij is niet de enige, zo zegt hij zelf. "Ik denk dat de groep die weg wil inmiddels groter is dan de groep die wil blijven."
Oplossing in creatieve vormen
Toch zijn er ook mensen heel blij dat ze bij Place2BU wonen. "De studio's zijn klein maar fijn. Er zijn inderdaad leerpunten hier, maar ik denk dat het samen wonen en mengen van bevolkingsgroepen nodig is en leerzaam is. Het is ook goed voor integratie", vertelt een andere bewoner.
Volgens Schaap is Place2BU een goed voorbeeld over hoe het woningtekort aangepakt zou kunnen worden, zelfs als niet alles vlekkeloos verloopt. "Ik denk wel dat de oplossing ligt in creatieve vormen van wonen, waarbij je regulier urgente groepen, dus zowel statushouders als bijvoorbeeld iemand die net gescheiden is, samen laat wonen."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.