Binnen Europa is Nederland een van de voortrekkers in militaire steun aan Oekraïne. En als het aan demissionair minister Kajsa Ollongren van Defensie ligt, blijft dat zo. Ook bij een nieuw kabinet. "Anders brengen we onze eigen veiligheid in het geding."

Bijna 2 jaar na het begin van de oorlog werd afgelopen week pijnlijk duidelijk dat Oekraïne de steun van het Westen nog iedere dag hard nodig heeft. Oekraïense militairen moesten de stad Avdiivka na jarenlange verdediging opgeven in de strijd tegen het Russische leger.

Wapens en munitie

Een van de redenen was het tekort aan munitie waar het Oekraïense leger mee kampt. Demissionair minister Ollogren voelt de verantwoordelijkheid daarvoor: "Ik heb me laten vertellen dat het militair verstandig was om terug te trekken uit Avdiivka, maar voor ons is dit wel een teken dat we alles op alles moeten zetten om meer en sneller munitie die kant op te krijgen."

De productiecapaciteit van de Europese wapenindustrie schiet momenteel tekort om Oekraïne direct te hulp te kunnen schieten. Door generaals en andere experts, maar ook door Tweede Kamerleden wordt al een jaar aangedrongen op het opzetten van een 'oorlogseconomie', waarin de productie van wapens en munitie prioriteit heeft.

Oorlogseconomie

Ollongren zegt dat daar met man en macht aan wordt gewerkt. "Maar kijk, Rusland kan veel makkelijker omschakelen naar een oorlogseconomie dan Nederland of andere NAVO-landen, omdat het gewoon een autocratie is. Dus wat in het Kremlin wordt bepaald, dat wordt gedaan. Ze kunnen met een druk op de knop zeggen: 'Jij gaat nu zoveel wapens produceren voor ons.' Zo werkt het bij ons niet."

Rusland heeft de munitieproductie hierdoor sneller hersteld dan deskundigen hadden verwacht, benadrukt ze. "Wij moeten dat slimmer doen, maar we moeten het wél doen. Dus je moet dat gedachtegoed van die oorlogseconomie gebruiken om te zorgen dat de productieniveaus fors omhoog gaan, in Europa en in de landen waar we op kunnen rekenen voor onze wapens en munitie."

'Productie snel opvoeren'

En het snel uitbreiden van de productiecapaciteit gebeurt volgens haar momenteel ook al. "Door gezamenlijk op te trekken worden in heel Europa momenteel lijnen opgezet om de productie snel op te voeren", ziet de demissionair minister.

Als voorbeeld noemt ze de 155mm-patronen, die onder meer worden gebruikt voor houwitsers. Deze munitiesoort is belangrijk voor het Oekraïense leger. "Voor die 155 mm zitten we aan het eind van dit jaar op wat ik zou noemen het niveau van een oorlogseconomie."

PVV wil geen steun

Sinds het uitbreken van de oorlog heeft Nederland Oekraïne voor 2,81 miljard euro gesteund en dat zal eind dit jaar oplopen tot ruim 6 miljard euro. Als het aan het demissionaire kabinet ligt, blijft ons land ook daarna Oekraïne steunen. Maar er is ondertussen een nieuw kabinet in de maak. De grootste partij in de Tweede Kamer, de PVV, is tegen militaire steun aan Oekraïne.

In het verleden heeft PVV-leider Geert Wilders zich meerdere keren positief uitgelaten over Vladimir Poetin en het gedachtegoed van de Russische president. En in de Tweede Kamer sprak PVV'er Joeri Pool recent nog taal uit die rechtstreeks uit het Kremlin had kunnen komen.

'Echo van het Kremlin'

Ollongren vindt het zorgelijk dat 'in de Tweede Kamer de echo van het Kremlin' klinkt. Toch maakt de demissionair minister maakt zich vooralsnog geen zorgen, zegt ze. "De Tweede Kamer heeft al in twee moties haar steun aan Oekraïne uitgesproken, wat volgens mij ook de wens in de maatschappij weerspiegelt." Ze verwacht dat die meerderheid ervoor zal zorgen dat de steun blijft, 'wat er ook gebeurt in de formatie'.

Wat haar betreft zit er ook 'geen limiet' aan de Nederlandse steun. "Oekraïne niet steunen is voor mij ondenkbaar, want dan brengen we onze eigen veiligheid in het geding. Ons doel moet zijn om de illegale oorlog van Rusland te stoppen. Whatever it takes and as long as it takes", zegt Ollongren tot slot.

audio-play
Defensieminister Kajsa Ollongren stelt 'geen limiet' aan Nederlandse steun aan Oekraïne

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.