"Je kan een miljoen woningen erbij bouwen, maar ook dan blijft er woningnood." Volgens economisch journalist Peter de Waard moeten we bestaande woonruimte veel beter benutten. Maar de overheid heeft moeite met creatieve oplossingen.

De Nederlander woont groot, gemiddeld op meer dan 60 vierkante meter per persoon. Mensen die hun woonruimte beter benutten, of dat willen doen, merken dat de overheid dat moeilijk vindt. Zo ook Amanda Schiltmans. Zij ontwikkelde een concept waarin senioren, die dat willen, hun woning kunnen splitsen. Daarmee maken ze een appartement vrij voor starters.

Duo-wonen

Dit 'duo-wonen' is bijna een win-win situatie te noemen. Ouderen die wonen in een woning waar de kinderen inmiddels zijn uitgevlogen hebben vaak ruimte over. In het concept van Schiltmans wordt naast het huurcontract ook een hulpcontract opgesteld; de starter belooft te helpen bij klusjes in en rond het huis.

Ondanks dat Schiltmans al veel ouderen enthousiast heeft gekregen, treuzelen gemeentes met vergunningen. "Het lijkt wel of gemeenten maar in één oplossing kunnen denken, namelijk: bouwen."

Win-win-situatie

Bram de Jong is mantelzorger voor zijn moeder. Ook hij bedacht een flexibele woonoplossing: met zijn gezin ging hij een paar jaar geleden wonen in het huis waar hij zelf geboren is en alleen zijn moeder nog woonde. Moeder verkocht de ruime woning aan haar zoon en Bram bouwde voor haar een huisje achter op het erf.

Door de verhuizing kwam de woning van Bram vrij en heeft zijn moeder een mantelzorger op steenworpafstand. "Een win-win situatie", volgens De Jong.

Geen woning meer na mantelzorg

De Jong komt dagelijks zijn moeder helpen en ook de kleinkinderen genieten van de aanwezigheid van oma. Toch is er bij de overheid geen duidelijk aanjaagbeleid voor dit soort concepten. Iedere gemeente heeft andere regels als het gaat om tijdelijke huisvesting.

En als de mantelzorg beëindigd wordt, mag het huisje niet meer worden bewoond. "Als mijn moeder er niet meer zou zijn, moet je de keuken eruit halen, moet je de badkamer eruit halen. Je moet het huisje onklaar maken, zodat het niet meer als huis bewoonbaar is."

'Bouwen, bouwen, bouwen' niet de oplossing

De overheid zou dit soort initiatieven juist moeten steunen, vindt economisch journalist Peter de Waard. Bij woonruimte inleveren en herinrichten zit volgens hem de toekomst. Maar een belangrijk streven van het nieuwe kabinet is nog altijd dit: "We versnellen de woningbouw tot rond de 100.000 woningen per jaar." Volgens De Waard is dat dweilen met de kraan open.

In 1962 telde Nederland 3 miljoen woningen; in 50 jaar tijd zijn er 5 miljoen woningen bijgebouwd. En telde Nederland in 1962 bijna 12 miljoen inwoners, het zijn er nu ruim 17 miljoen. Daarmee is het aantal inwoners met bijna 50 procent gestegen en het aantal woningen met ruim 150 procent, berekent De Waard: "En toch is de woningnood nog nooit zo erg geweest."

Economisch journalist Peter de Waard

Liefst allemaal een kasteel

"Je kan nog eens 1 miljoen huizen bijbouwen. En daarna hebben we precies hetzelfde probleem. Zo gaat het iedere keer weer."

"We gaan door totdat we allemaal alleen wonen en dan hebben we 17 miljoen woningen. Tiny houses kunnen nu wel even hip zijn, maar in de werkelijkheid willen we allemaal een middeleeuws kasteel, als het even kan."

Meer mensen te helpen

De Waard begrijpt niet waarom de overheid zoveel moeite heeft met oplossingen waarin woonruimte beter wordt benut: "Ik vind het juist heel goed als huizen worden gesplitst. Als je een heel groot huis hebt en je kan er drie appartementen van maken: waarom niet, als mensen dat willen? Heel veel mensen willen graag een appartement."

Ook Bram de Jong zou het jammer vinden als hij het huisje van zijn moeder later niet meer kan laten bewonen: "Je zou er gewoon mensen mee kunnen helpen. Daardoor komt er ook weer een woning vrij op de woningmarkt. En zo kun je een stukje bijdragen om dat woningtekort op te lossen."

audio-play
Bekijk hier de reportage over dit onderwerp

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.