Bij boeren staat het water - of eigenlijk de mest - aan de lippen. Nu landbouwminister Wiersma (BBB) de vorige kabinetsplannen om de mestcrisis aan te pakken op pauze zet, staan boeren onder druk. "Ik betaal dit jaar 30.000 euro voor mijn mestafvoer."

"De mestkelders zitten vol en de portemonnee van de boer stroomt leeg", vertelt econoom Roel Jongeneel van de Wageningen Universiteit. Hij deed onderzoek naar hoeveel boeren aan inkomen verliezen door de mestcrisis. "Volgens onze berekening is het gemiddelde verlies 25.000 tot 30.000 euro per bedrijf. Dat is een fors bedrag, zeker als je het relateert aan een inkomen per jaar van ongeveer 75.000 euro."

Afvoerprijs drie keer zo hoog

Eerst hadden Nederlandse boeren een uitzonderingspositie, waardoor zij gemiddeld meer mest op hun land mochten uitrijden dan boeren in andere Europese landen. Maar door zorgen om de slechte water- en bodemkwaliteit in Nederland wordt deze zogenoemde derogatieregeling langzaam afgebouwd en vanaf 2026 volledig afgeschaft. Boeren hebben daardoor veel mest over die ze niet meer voor hun eigen land mogen gebruiken, maar juist moeten afvoeren.

En dat kost geld, vertelt Jongeneel: "Vóór de mestcrisis lag de afvoerprijs rond de 10 en 12 euro per kuub. Nu is dat tussen de 30 en 35 euro per kuub. Dit kan voor boeren een inkomensdaling van wel 30 tot 40 procent betekenen."

'Het wordt zo duur'

Ook melkveehouder Rick de Vor merkt het in zijn portemonnee: "Een vracht mest afvoeren kost minimaal 1.000 euro. En ik moet er dit jaar 30 kwijt. Het is gewoon waardetransport." Uiteindelijk kan hij dus rond de 30.000 euro kwijt zijn aan mestafvoer.

De Vor is zich bewust van de problemen met het water en de bodem in Nederland, maar vindt het stoppen van de derogatieregeling geen goede oplossing. "Dan moet ik wel 40 procent van mijn mest gaan afvoeren. Het wordt zo duur allemaal."

Failissementen

CDA-Kamerlid en melkveehouder Eline Vedder is bang voor een golf aan faillissementen onder melkveehouders. "Er is straks fysiek gezien meer mest in Nederland dan we kwijt kunnen. Veel boeren kunnen geen kant op."

De crisis wordt volgens Vedder, die vanwege de crisis al tien koeien weg heeft moeten doen, alleen maar duidelijker. "Het uitrijseizoen stopt op 1 september. Koeien die poepen nogal wat elke dag. En dat kan vanaf 1 september nergens meer naartoe," legt ze uit. "Er is te veel stront en te weinig grond." Er zijn ongeveer 300.000 tankwagens aan mest te veel.

Opnieuw een uitzondering

Om uit de mestcrisis te komen, had het vorige kabinet een plan klaarliggen dat al aangenomen was door de Tweede Kamer. Er zou een nieuwe uitkoopregeling voor veehouders komen, met daarbij een minimum aantal hectare grasland per dier. Dit komt uiteindelijk neer op een inkrimping van de veestapel.

Gedwongen krimp wil de kersverse BBB-minister Wiersma juist voorkomen. Daarom is ze naar eigen zeggen in Brussel al begonnen aan een 'charmeoffensief'. Ze wil opnieuw een uitzonderingspositie, maar kijkt in de tussentijd ook naar tijdelijke oplossingen, zoals opslag van mest in mestzakken.

Mestzak is geen oplossing

Dat vindt De Vor geen goed idee. "Dat is meer het verleggen van het probleem. Daar probeer ik nog vanaf te blijven. Ik kan nog wel een deel van de mest op mijn land kwijt, maar dat kan steeds minder", vertelt hij. "En als de mest zich blijft opstapelen en het zo duur blijft om af te voeren, is de mestzak wel een optie om over na te denken. Maar een langetermijnoplossing is het niet."

Vedder ziet in de mestzak absoluut geen oplossing. "Ik heb het een keer uitgerekend. Er zijn in 2026 400.000 tankwagens te veel. Als je die allemaal achter elkaar zet dan kom je in Moskou uit. Je kunt twee keer op en neer. Zoveel teveel aan mest hebben we", legt ze uit. "Ik weet niet waar die mestzakken allemaal moeten gaan komen."

Geen coulance uit Brussel

Ook Jongeneel ziet weinig in de oplossing van minister Wiersma: "De mestzak is eigenlijk een fopspeen. Uiteindelijk moeten boeren alsnog de mest afvoeren en de prijs betalen. Het draagt niet bij aan een structurele oplossing voor dit urgente probleem", zegt hij. "We praten al tijden over de stikstofcrisis, maar het is op bedrijfsniveau nog nooit zo hard in klinkende euro's neergekomen zoals we nu zien."

CDA-Kamerlid Vedder begrijpt niet waarom het nieuwe kabinet maatregelen voor zich uitschuift. "Als we nu geen stappen zetten, dan kunnen we sowieso niet op coulance uit Brussel rekenen." Als Kamerlid en melkveehouder vindt ze daarom dat alle mogelijke maatregelen genomen moeten worden, zoals bijvoorbeeld het plan van de vorige minister van landbouw Piet Adema.

'Dan is het einde oefening'

Voor Jongeneel komt het plan van Adema het dichtst in de buurt van een oplossing. "Wij hebben onderzocht of dat kan gaan werken. En onze conclusie was positief: het plan kan evenwicht op de mestmarkt te brengen, maar dat hangt erg af van de uitwerking", legt de econoom uit. "Er moeten voldoende boeren meedoen met zo'n uitkoopregeling. Er is ook een innovatieregeling, waarbij dierlijke mest omgezet mag worden in kunstmest. Maar dat moet dan wel gebeuren."

Voor Vedder ziet de toekomst er niet heel rooskleurig uit. "Wij hebben aan het begin van het jaar de keuze gemaakt tien koeien weg te doen. Dat is heel heftig om te doen. Daardoor gaan we dit jaar al rode cijfers draaien. En volgend jaar wordt het nog erger, omdat de derogatie verder wordt afgebouwd. Dan is het misschien wel einde oefening."

audio-play
Voorlopig nog geen uitweg uit mestcrisis, boeren kunnen mest ondertussen niet kwijt

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.