Hoeveel en welke bestrijdingsmiddelen zijn er in hun bloed, plas, poep en om het huis te vinden? Dat wilden de noordelijke boeren Derk en Jan Willem graag weten. Daarom deden ze mee aan het Europese onderzoek naar bestrijdingsmiddelen.

Zowel Derk Gesink uit het Groningse Mensingeweer als Jan Willem Bakker uit het 20 kilometer verderop gelegen Friese Munnekezijl verbouwen aardappelen. Ze ontvangen de afgelopen anderhalf jaar onderzoekers op hun erf, die monsters nemen van hun bloed, ontlasting, huisstof, de bodem en de hele omgeving. Zelfs de poes van Jan Willem doet mee.

Kwaliteit van de bodem

Derk teelt vooral pootaardappelen, waarmee over de hele wereld aardappels geteeld kunnen worden. "Daarvoor gebruik ik gewasbeschermingsmiddelen. Dat is om de teelt te verzorgen dat het aan de eisen kan voldoen die onze afnemers daar aan stellen."

Hij is nieuwsgierig en hoopt van de uitkomsten van het onderzoek te leren en in zijn voordeel te kunnen gebruiken. De akkerbouwer wil onder meer graag weten hoe het met de kwaliteit van zijn bodem is gesteld en met de eigen gezondheid.

'Meten is weten'

"Mijn vrouw en ik hebben allebei hebben besloten mee te doen, omdat wij ook graag willen weten hoe het nou precies zit", vertelt Derk. "Het is een beetje om de emotie uit het verhaal te halen. Meten is weten."

Het stel stak daarmee hun nek uit, want meedoen aan een onderzoek naar de verspreiding van deze middelen zorgt bij sommige andere boeren voor argwaan. "Die zijn bang voor polarisatie."

Minder bestrijdingsmiddelen bij biologische boer

Jan Willem Bakker heeft een biologisch bedrijf. Hij teelt naast aardappelen ook onder meer pompoenen, bloemkolen en knolselderij. Daarvoor gebruikt hij geen gewasbeschermingsmiddelen. Dat is ook een van de voorwaarden om zijn producten biologisch te mogen noemen.

Toch zijn ook bij hem in zijn lichaam en op zijn erf pesticiden gevonden, maar wel minder dan bij niet-biologische boeren. Bepaalde stoffen lijken via de lucht zich ver te kunnen verspreiden en die vonden de onderzoekers dan ook honderden meters verderop. Dat betekent dat je als biologische boer ook afhankelijk bent van het middelgebruik van je omgeving.

'Geeft me niet het beste gevoel'

"Dat vind ik zorgelijk", zegt Jan Willem over de aangetroffen stoffen in zijn bloed en op zijn erf. "De effecten weten we niet. Dat geeft mij niet het beste gevoel zeg maar, omdat ik weet dat chemie wel een bepaalde invloed heeft op je gezondheid."

"Aan de andere kant komt wel naar voren dat reguliere boeren, consumenten en buren van reguliere boeren veel meer in hun lichaam hebben."

info

Wat is het SPRINT-onderzoek?

In de zomer van 2021 hebben wetenschappers van de universiteiten in Wageningen en Nijmegen de monsters genomen. Dat gebeurde bij 24 Groningse en Friese boeren, 23 buren van de boeren en 24 inwoners van de stad Groningen. Bij de deelnemende boerenbedrijven gaat het om 9 gangbare bedrijven die bestrijdingsmiddelen gebruiken en 7 biologische bedrijven.

De studie maakt onderdeel uit van het Europese SPRINT-onderzoek waaraan onderzoekers in 10 Europese landen en Argentinië meedoen. Dat gebeurt in de opdracht van de Europese Commissie, die wil weten hoe er het beste een duurzame transitie kan plaatsvinden die het gebruik van bestrijdingsmiddelen vermindert.

In 2030 moet het aantal chemische bestrijdingsmiddelen gehalveerd zijn. Belangrijk doel van het onderzoek is het achterhalen welke en hoeveel residuen van de bestrijdingsmiddelen in het milieu, dier en mens worden gevonden en welke effecten de combinatie van stoffen op milieu, dier en mens heeft.

In totaal zijn bij het onderzoek in Nederland 170 verschillende middelen aangetroffen. Huisstof springt er als verzamelplek voor resten van bestrijdingsmiddelen uit.

Ook in bloed en ontlasting van boeren en ook in hun omgeving zijn bestrijdingsmiddelen aanwezig. Zowel in huis als in de bodem, in gewassen, in de lucht en in het water zijn bestrijdingsmiddelen gevonden. Bij de biologische boeren zijn de gevonden hoeveelheden gemiddeld lager.

Opluchting bij boer Derk

De eerste resultaten van het onderzoek naar de hoeveelheid gevonden stoffen in het bloed en ontlasting zorgden bij Derk voor opluchting. "Het bleek daaruit dat mijn vrouw en ik daar lager uitkwamen dan de consument."

"Dat viel me mee", zegt hij, "want ik zit natuurlijk in de zomer toch regelmatig op de spuit en wordt aan de stoffen blootgesteld. Ik weet van mezelf dat ik me goed aan de veiligheidsvoorschriften houd."

'Streven om gebruik te reduceren'

Mocht blijken dat hij minder middelen hoeft te gebruiken, dan is hij daar zeker voorstander van. Hij is nu al voortdurend bezig om te kijken hoe middelen nog efficiënter kunnen worden gebruikt. "Het streven is natuurlijk goed om het gebruik van middelen te reduceren. Daar sta ik ook zeker open voor. We spuiten niet voor de lol. Het kost ook gewoon geld en tijd."

"Als ik het op een andere manier zou kunnen doen en daarmee mijn brood zou kunnen verdienen, dan is dat voor mij prima", zegt hij. "Ik hoef niet per se die middelen te gebruiken, maar je kan niet zonder sommige middelen. Dan loop je heel veel risico dat het misgaat in de teelt."

Vervuiling huisstof verontrustend

Dat hun huisstof zo vervuild is, verraste niet alleen de onderzoekers maar ook zeker beide boeren. Op de 16 onderzochte boerenbedrijven zijn 144 verschillende residuen van bestrijdingsmiddelen gevonden en soms in hele hoge concentraties.

"Daar zijn we van geschrokken, want dat wisten we natuurlijk niet", zegt Jan Willem. "Het is wel de plek waar je dagelijkse veel uren verblijft. Dus dat is erg verontrustend voor mij." Op de biologische boerderijen was stof in huis wel aanzienlijk minder verontreinigd dan op de reguliere boerderijen.

Werkkleding uittrekken

Nu Derk de resultaten weet, is hij van plan nog beter op te letten waar hij zijn werkkleding uittrekt als hij heeft gespoten. "Je wordt wel aan het denken gezet. We moeten daar wel voorzichtig mee omgaan." Tegelijkertijd nuanceert hij dit, omdat veel gevonden stoffen niet door hem worden gebruikt.

"Er zijn dus ook andere routes, waardoor stoffen in ons huis komen. Misschien komt het via het katoen van onze kleren wel in huis. Dat is hoogstwaarschijnlijk niet biologisch en komt ergens van ver weg."

Vervolgonderzoek

Beide boeren kijken met belangstelling naar de resultaten naar het vervolgonderzoek, waarin de effecten van de combinatie van bestrijdingsmiddelen op de gezondheid van mensen en het milieu in het laboratorium worden bekeken. "Dat is nooit op deze schaal onderzocht. Niet in de mens, maar zeker niet in de bodems of in de gewassen. Niemand die exact weet wat de risico's zijn. Dat is dus afwachten."

Derk weet ook wel dat de huidige resultaten nog geen definitief antwoord geven op de vraag hoe schadelijk de gevonden stoffen zijn, maar ziet de toekomstige uitkomsten met vertrouwen tegemoet. "Uit de eerste onderzoeken die hier eerder zijn gedaan, is tot nu toe gebleken dat we ons geen zorgen hoeven te maken."

audio-play
Boeren Derk en Willem Jan vertellen waarom ze hebben meegedaan aan het Europese SPRINT-onderzoek

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.