"Als het al iets heeft veranderd, is het negatief. Alle mannen zijn voorzichtiger geworden, waar dat in veel gevallen helemaal niet nodig was. Het menselijke, bijvoorbeeld even een schouderklopje, is weg." Dat zegt een man van het EenVandaag Opiniepanel over de #MeToo-discussie, die een jaar geleden begon. Wat heeft die discussie ons opgeleverd?
Zo lang seksueel geweld nog zo vaak voorkomt, is aandacht nodig voor het voorkomen ervan broodnodig. En aan die aandacht ontbreekt het nog te veel.
Een meerderheid van de vrouwen (57 procent) denkt dat het ons wel wat heeft opgeleverd, vooral omdat er nu aandacht is voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Maar als je dit vraagt aan de mannen, zegt slechts vier op de tien (42 procent) dat we er iets mee opgeschoten zijn. Dat blijkt uit een gewogen peiling van EenVandaag, uitgevoerd onder 21.000 mensen. Een deel van de ondervraagde mannen geeft aan dat ze het niet terecht vinden dat hun gedrag nu onder een vergrootglas ligt.
Moe van #MeToo
Waar mannen en vrouwen elkaar wel vinden, is dat zes op de tien (62 procent) inmiddels een beetje '#MeToo-moe' zijn. De discussie blijft te veel hangen in 'blaming en shaming', zoals iemand zegt: "Het begon positief, maar begint nu voor mij negatief te worden. Het lijkt door te slaan van bespreekbaar maken naar een soort heksenjacht waarvan ik me soms afvraag of er nog wel iets van waar is."
Meer vrouwen (57 procent) dan mannen (42 procent) denken dat de discussie ons iets heeft opgeleverd. Driekwart van de vrouwen (74 procent) geeft ook aan dat het tijd werd dat een dergelijke discussie gevoerd werd tegenover 58 procent van de mannen. Zeven op de tien (70 procent) mannen geeft aan '#MeToo-moe' te zijn, tegenover de helft (55 procent) van de vrouwen.
Nadenken over eigen gedrag
1 op de 5 (20 procent) deelnemers geeft aan dat #MeToo ze heeft aangezet tot nadenken over hun eigen gedrag. Uiteindelijk geeft slechts 7 procent van de ondervraagde mannen en 4 procent van de vrouwen aan dat ze in het afgelopen jaar minimaal 1 keer hun gedrag hebben aangepast naar aanleiding van de #MeToo-discussie.
Ik denk dat er in grote lijnen niets verandert en dat dit een storm in een glas water is. Alleen binnen een kleine groep zal dit een verandering teweeg hebben gebracht.
Als het al iets heeft veranderd, is het negatief. Alle mannen zijn voorzichtiger geworden, waar dat in veel gevallen helemaal niet nodig was. Het menselijke is weg.
#MeToo op de werkvloer
Op de werkvloer is weinig gesproken over waar de grens ligt in het contact met collega's. 77 procent van de werknemers zegt dat dit niet is besproken. Van de vrouwen zegt 53 procent dat mannen zich niet bewuster zijn van hun gedrag, naar aanleiding van de #MeToo-discussie.
Ik geef geen complimentjes meer, ik ben strenger geworden, afstandelijker naar collega's en voer minder persoonlijke gesprekken met collega's.
De volgende twee vragen zijn gesteld aan vrouwelijke werknemers.
Overheid aan zet?
Wie zou dan iets moeten doen om een blijvende verandering teweeg te brengen? De helft (54 procent) ziet hier in ieder geval geen rol in voor de overheid, een derde wel (34 procent). Ze denken dan aan verplichte gedragscode voor bedrijven of een voorlichtingscampagne.
In Zweden is na aanleiding van de #MeToo-discussie dit jaar de Zedenwet aangepast. Als mensen seks willen, moeten ze nu eerst expliciet aan elkaar om toestemming vragen. Als je dit niet doet, kan er sprake zijn van een strafbaar feit. Ook in Spanje wordt deze wet binnenkort ingevoerd. Met deze wetgeving hopen deze landen verkrachting en seksueel misbruik tegen te gaan.
Ook in Nederland is gesproken over een dergelijke wet. Sommige instanties zijn voorstander: "Met zo'n wet stel je de norm en help je slachtoffers in kwetsbare situaties. Denk ook aan 'grijze' gebieden, wanneer er bijvoorbeeld drank in het spel is of als de slachtoffers zich niet voldoende zouden hebben verzet." Anderen vinden het vooral symboolpolitiek en denken niet dat deze wet in de praktijk zal werken.
Deelnemers die aangeven dat het een taak van de overheid is, geven aan dat het vooral een gedeelde taak is van de overheid en de samenleving. Uit zichzelf geven deelnemers aan dat ze een rol voor de overheid weggelegd zien in voorlichting, dat het als grote werkgever zelf bepaald gedrag kan bevorderen, dat de overheid mogelijk bedrijven kan verplichten grenzen te stellen en invloed kan hebben in wat er onderwezen wordt op scholen. Ook zou de overheid ervoor kunnen zorgen dat daders snel gepakt en gestraft worden.
Aan het onderzoek, gehouden van 27 september tot en met 1 oktober,deden 21.267 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onderzoeker Lisette vanVliet via [email protected].
Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 55.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslagvan de peilingen onder het EenVandaag Opiniepanel zijn na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding,burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. Panelleden krijgen ongeveer één keer per week een uitnodiging om aan een peiling mee te doen. Op de meeste onderzoeken respondeert 60 tot 70 procent van de panelleden.
Lees hier het hele onderzoek:
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.