AVROTROSBron: ANP
Koning Willem-Alexander tijdens de viering van Koningsdag in Rotterdam afgelopen jaar

Vertrouwen in koningshuis blijft laag, meningen verdeeld over politieke uitspraken van de koning

Opiniepanel Jelle Fastenau

De stikstofcrisis, steun aan Oekraïne en gendergelijkheid: een aantal zaken waarover koning Willem-Alexander zich de laatste jaren uitliet. Of een koning zulke uitspraken kan doen, daar zijn mensen over verdeeld. Het komt zijn imago nog niet ten goede.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 26.000 leden van het Opiniepanel. In het algemeen vindt 42 procent het een goede zaak als de koning zijn mening deelt over politieke zaken. Een ongeveer even groot deel (40 procent) vindt dat de koning zijn politieke mening voor zichzelf moet houden.

Je hebt onze overige cookies (nog) niet geaccepteerd.

Doet dit onderdeel van deze website het niet? Voor een volledig werkende website accepteer je hier de overige cookies.

'Verbinding door nuance'

Ruim de helft (53 procent) vindt dat de koning door zich uit te spreken over politieke of maatschappelijke thema's kan laten zien dat hij begaan is met de samenleving. "Betrokkenheid tonen bij wat niet goed gaat in Nederland, is een steun voor de burgers", vertelt een panellid.

Ook kan de koning, als persoon die 'boven de partijen staat', volgens sommigen helpen om verschillende groepen dichter bij elkaar te brengen: "Door de nuance te zoeken, kan de koning verbindend werken, in plaats van de polarisering die nu plaatsvindt."

Geen kant kiezen

Zo'n 6 op de 10 panelleden (58 procent) vinden dat de koning vooral neutraal moet blijven over politieke thema's. Wanneer hij zich daar wel over uitspreekt, vinden zowel voor- als tegenstanders dat hij daarmee geen politieke kleur mag bekennen.

Tegenstanders zien liever dat de koning zich helemaal niet uitlaat over zaken in de politiek. Deze groep geeft aan dat het 'zijn taak niet is', of is bang dat hij daarmee 'de regering voor de voeten gaat lopen'.

Je hebt onze overige cookies (nog) niet geaccepteerd.

Doet dit onderdeel van deze website het niet? Voor een volledig werkende website accepteer je hier de overige cookies.

Recente uitspraken wisselend ontvangen

In de afgelopen jaren mengde de koning zich in het publieke debat met wisselend succes. EenVandaag legde het Opiniepanel enkele recente uitspraken van de koning voor over diverse politieke en maatschappelijke onderwerpen.

Minstens de helft vond dat zijn uitlatingen over de stikstofcrisis (59 procent), steun aan Oekraïne (58 procent) en het slavernijverleden (50 procent) prima gedaan konden worden door de koning. Zijn commentaar over gendergelijkheid (42 procent) kon daarentegen op minder goedkeuring rekenen: "Het roept vooral meer negatieve reacties op," denkt een deelnemer daarover.

Niet populairder geworden

In de praktijk blijkt het daarmee toch lastig voor Willem-Alexander om iedereen tevreden te stellen met zijn uitspraken. Een derde van de ondervraagden (33 procent) geeft aan dat deze hun beeld van hem ten goede hebben veranderd.

Tegelijkertijd hadden deze uitspraken voor een kwart (25 procent) vooral een negatief effect op zijn imago. Nog een derde (35 procent) laat weten dat hun beeld van de koning niet is veranderd door zijn toespraken.

Koning terug als verkenner?

Toch zou de koning juist nu een rol van betekenis kunnen spelen in de politiek, vindt een grote groep. Ruim 4 op de 10 (44 procent) panelleden pleiten ervoor om de koning weer een rol te geven als verkenner in de formatie. Onder kiezers van de VVD (58 procent) en BBB (61 procent) is zelfs een meerderheid voor: "De Tweede Kamer heeft laten zien er een rommeltje van te maken, dan is iemand die boven de partijen staat beter", aldus een VVD-stemmer.

Kiezers van PVV (37 procent) en NSC (43 procent) zijn daar minder enthousiast over. Zij betwijfelen bijvoorbeeld of de koning daar 'voldoende politieke kennis' voor heeft, of vinden dat hij 'uitsluitend een ceremoniële functie' zou moeten bekleden.

Steun monarchie neemt langzaam af

Iets meer dan de helft (52 procent) is van mening dat Nederland een constitutionele monarchie moet blijven. Al neemt die groep ieder jaar iets af: in 2021 was nog 58 procent voor het behoud van de monarchie.

Een alternatieve regeringsvorm, een republiek met een gekozen president als staatshoofd, is daarentegen ook niet populair. Ruim een derde (37 procent) ziet dat idee wel zitten, maar tegenstanders benadrukken dat een republiek ook geen garantie is voor succes. "Hangt ervan af wat voor. Zoals in Duitsland: ja. Zoals in Frankrijk of Amerika, met macht voor de president: nee."

Vertrouwen in koning nog niet gestegen

Vooralsnog krijgt de monarchie dus nog het voordeel van de twijfel. Datzelfde geldt voor leden van de koninklijke familie. Het vertrouwen in Willem-Alexander blijft nagenoeg gelijk, op 53 procent. Dat van Máxima neemt iets af, van 61 naar 55 procent. De groep die weinig tot geen vertrouwen heeft wijst daarbij met name naar haar pleidooi voor de invoering van een digitale euro.

In troonopvolger Amalia heeft iets minder dan de helft (47 procent) vertrouwen, maar een vijfde (21 procent) vindt het nog te vroeg om daarover te oordelen. Het beeld dat ze hebben, is wel overwegend positief. "Ze is lief en serieus, maar laat haar eerst van het vrije leven genieten en volwassen worden", pleit een panellid.