2 maanden voor de verkiezingen zijn de VVD en Nieuw Sociaal Contract (NSC) de grootste partijen in de zetelpeiling. Op enige afstand volgen GroenLinks-PvdA en de PVV.
Die laatste partij zit deze maand in de lift. De PVV krijgt er 3 zetels bij en staat op 18. Dat blijkt uit de maandelijkse zetelpeiling van EenVandaag en Ipsos.
VVD en NSC bovenaan
Met nog 8 weken tot de verkiezingen is er een tweestrijd gaande om de koppositie in de peiling. Vergeleken met begin september gaan er bij NSC van Pieter Omtzigt 2 zetels af: die partij komt op 25. De VVD staat op 27 (+1). Vanwege onzekerheidsmarges is niet met zekerheid te zeggen welke van deze partijen nu het grootst is.
Op enige afstand volgt de linkse combinatie GroenLinks-PvdA. Die partij staat op 21 zetels. De PvdA en GroenLinks staan daarmee samen nog altijd op winst vergeleken met de vorige Tweede Kamerverkiezingen. Toen haalden de partijen opgeteld 17 zetels.
Waarom noemen we de VVD niet de grootste?
Soms heeft een partij 1 of 2 zetels meer dan een ander, maar zeggen we toch niet dat die partij 'groter' of 'de grootste' is. Dat zit zo:
In peilingen zit altijd enige onzekerheid. Voor het onderzoek worden door onderzoeksbureau Ipsos zo'n 1000 mensen ondervraagd. We corrigeren die zo goed mogelijk voor de samenstelling van de Nederlandse bevolking. Maar omdat we niet alle Nederlanders ondervragen, blijft een peiling een inschatting. Daarom moet er rekening worden gehouden met onzekerheidsmarges van ongeveer 2 zetels bij grotere partijen.
Dat betekent dat de VVD, die in deze peiling op 27 zetels staat, er eigenlijk ook 25 of 29 kan hebben. En NSC heeft er 25, maar zou zomaar ook op 23 of 27 kunnen staan. We weten dus niet zeker welke van deze partijen het grootste is en daarom zeggen we dat ook niet. Als er 1 of (bij grote partijen) 2 zetels verschil tussen partijen zitten, noemen we die partijen ongeveer even groot.
PVV in de lift
De PVV van Geert Wilders, die de afgelopen week de aandacht op zich wist te vestigen met onder andere een 'mildere' toon in het partijprogramma en zijn optreden tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, boekt deze maand de meeste winst. De partij krijgt er 3 zetels bij en staat nu op 18.
De partij had het afgelopen jaar stevige concurrentie. Een jaar geleden stond de partij er met 21 zetels beter voor dan nu, maar die virtuele winst voor de PVV verdween vervolgens door de stormachtige opkomst van de BoerBurgerBeweging. De maand na de Provinciale Statenverkiezingen stond de PVV nog maar op 11 zetels. Wilders had vorige maand ook even last van de komst van NSC, maar nu krabbelt zijn partij dus weer op.
BBB blijft zakken
De virtuele winst voor de BBB lijkt daarentegen als sneeuw voor de zon te verdwijnen.
Minder dan een halfjaar geleden was de partij van Caroline van der Plas met 30 zetels nog de grootste in de zetelpeiling. Nu zijn daar nog 13 van over. Daarmee staat de partij op een vijfde plek en doen ze bij lange na niet mee om de koppositie.
Partij voor de Dieren
Ook de Partij voor de Dieren verliest licht. Na het conflict tussen partijleider Esther Ouwehand en het inmiddels opgestapte partijbestuur, gaan er 2 zetels af. De partij noteert er nu 7. De kiezers bleven in het conflict als een blok achter Ouwehand staan, maar de helft van hen zei vlak voordat het bestuur aftrad wel dat ze door het conflict meer geneigd zijn om op een andere partij te stemmen.
De SP krijgt er juist wat bij en staat nu op 5 (+2). Vergeleken met de 9 zetels die de partij nu heeft, blijven de socialisten relatief klein.
Bekijk ook
Coalitie op 45 zetels
Dat geldt ook voor het CDA. Daar kan de kersverse leider Henri Bontenbal de partij nog niet op gang brengen. Het CDA blijft steken op een kleine 4 zetels, een ultiem dieptepunt in de zetelpeiling en stukken minder dan de 15 zetels die de partij in 2021 haalde.
Ook D66-voorman Rob Jetten slaagt er niet in om weggelopen kiezers terug te winnen. De partij staat deze maand op 9 zetels. Opgeteld halen coalitiepartijen VVD, D66, CDA en de ChristenUnie nu 45 zetels.
Veel zwevende kiezers
2 maanden voor de verkiezingen zijn er nog veel twijfelende kiezers. Slechts een derde (35 procent) van het electoraat zegt zeker te gaan stemmen, én weet ook al zeker op welke partij. Daarmee lijkt de onzekerheid groter dan in 2021: toen was anderhalve maand voor de verkiezingen 41 procent helemaal zeker van zijn keuze.
De meeste twijfel is er tussen de BBB en NSC: die partijen strijden samen om een groep kiezers ter waarde van 5,5 zetels.
Twijfel op links, zekerheid bij de VVD
Verder is er vooral aan de linkerkant van het spectrum twijfel te zien. Zo strijdt de combinatie GroenLinks-PvdA nog met D66 om dezelfde kiezers, en zijn er mensen die twijfelen tussen het linkse blok en NSC. Anderen twijfelen weer tussen GroenLinks-PvdA en de Partij voor de Dieren of tussen GroenLinks-PvdA en de SP.
VVD-kiezers zijn het meest zeker van hun keuze, de helft (50 procent) van de mensen die op de VVD wil stemmen, overweegt geen andere partijen meer. VVD-stemmers die nog wel twijfelen, hebben ook NSC of PVV in het achterhoofd. In mindere mate worden ook BBB en GroenLinks-PvdA overwogen door mensen die nu geneigd zijn VVD te stemmen.
Over het onderzoek
De zetelverdeling is gebaseerd op onderzoek van Ipsos onder een representatieve steekproef van 1.020 stemgerechtigde Nederlanders. De gegevens zijn verzameld van 22 tot en met 25 september 2023.
Het onderzoek is gewogen op leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid en stemgedrag bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen. Voor de zetels gelden statistische marges van +/- 1 procent bij de kleine partijen en +/- 2,5 procent bij de grootste partijen.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.