radio LIVE tv LIVE
meer NPO start
EenVandaag Opiniepanel

Kwart boeren is bang binnen 10 jaar te moeten stoppen, meerderheid verwacht dat nieuw, rechts kabinet stikstofbeleid terugdraait

Kwart boeren is bang binnen 10 jaar te moeten stoppen, meerderheid verwacht dat nieuw, rechts kabinet stikstofbeleid terugdraait
Boer Hans van Soest
Bron: EenVandaag

Boeren zien hun toekomst somber in: strengere Europese mestregels zijn de volgende klap. Maar de formatie van een nieuw, rechts kabinet biedt een sprankje hoop, want de meeste boeren gaan ervan uit dat die het stikstofbeleid van Rutte IV terugdraait.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag in samenwerking met vakblad Boerderij onder bijna 900 agrariërs met een eigen boerenbedrijf. Door het stikstofbeleid van de afgelopen jaren was hun toekomst al onzeker, maar nieuwe mestregels vanuit de Europese Unie maken hun bestaan, naar eigen zeggen, nog onzekerder. 7 op de 10 veehouders zeggen in het onderzoek dat die nieuwe regels de nekslag kunnen zijn voor hun bedrijf.

Bestaat jouw bedrijf over 10 jaar nog?

Zoveelste bittere pil

Vooral voor veehouders zijn de nieuwe Europese regels een zoveelste bittere pil. Zij mochten meer mest van hun dieren gebruiken op hun eigen land dan boeren in andere EU-landen. Maar die uitzondering vervalt, waardoor zij hun mest tegen betaling moeten laten ophalen.

"Mestafzet gaat me 30.000 tot 50.000 euro extra kosten", zegt een deelnemer. "En dan moeten we ook nog eens kunstmest terugkopen. Op papier is dat beter voor het milieu, in de praktijk vooral voor de grote kunstmestfabrikanten." Niet alleen veehouders hebben het lastig. Door alle problemen in de sector denkt een kwart dat hun bedrijf over 10 jaar waarschijnlijk of zeker niet meer bestaat.

Bekijk ook

'Het perspectief is weg'

Het gebrek aan perspectief, onder andere door steeds veranderend beleid, maakt het lastig voor boeren om een opvolger voor hun bedrijf te vinden. Sommigen raden het hun kinderen zelfs af om het bedrijf later over te nemen.

"Ik ben inmiddels murw geslagen door 6 jaar afbraakbeleid", vertelt een deelnemer aan het onderzoek. "Het perspectief is weg", gaat hij verder. "Mijn vier kinderen raad ik af om boer te worden, dit wil ik ze niet aandoen."

info

Wat is derogatie?

Nederlandse boeren mogen al jaren meer mest uitrijden dan andere Europese boeren, omdat Nederlands gras meer stikstof zou opnemen. Daardoor zou er in Nederland minder milieuschade zijn. In 2006 kreeg Nederland daarom een uitzonderingspositie - ook wel derogatie genoemd.

Maar de Europese Commissie is niet meer van overtuigd van het nut van de uitzondering. Mede door droogte in Nederland is de waterkwaliteit op veel plaatsen volgens de Commissie slecht. In 2026 mogen boeren daarom definitief minder mest uitrijden dan ze nu doen. Het gevolg is dat boeren mest overhouden die ze niet op eigen land kwijt kunnen.

Hoop op rechts kabinet

De hoop van boeren is gevestigd op een nieuw, rechts kabinet met PVV, VVD, NSC en BBB. Zo heeft maar liefst 85 procent er vertrouwen in dat een kabinet tussen die partijen meer opkomt voor boeren dan Rutte IV. "Hoe het vooruitschuiven in de afgelopen jaren ineens omsloeg in kapot maken, was een nachtmerrie", schrijft een boer in het onderzoek.

Een meerderheid van de boeren verwacht dat een nieuw kabinet met deze partijen het stikstofbeleid van de afgelopen jaren terugdraait (58 procent) en het stikstofdoel, de helft minder stikstofuitstoot in 2030, naast zich neerlegt. "Meer begrip, meer realisme, minder dwang. Dat mag je toch wel verwachten met een boerenpartij in het bestuur", schrijft een boer. De nieuwe coalitie moet verder Europese druk op Nederland om klimaatdoelen te halen zoveel mogelijk negeren, aldus de meeste ondervraagde boeren (62 procent).

Verwachtingen van een kabinet tussen PVV, VVD, NSC en BBB

Meer nadelen dan voordelen van EU

Zo hoopvol als boeren zijn over een nieuw kabinet, zo pessimistisch zijn ze over de Europese Unie. In de aanloop naar de Europese verkiezingen van begin juni heeft slechts 18 procent van de ondervraagde boeren vertrouwen in het samenwerkingsverband. Ondanks de subsidie die ze krijgen en de exportkansen die het hen oplevert, ervaren ondervraagde boeren eerder nadelen (43 procent) dan voordelen (27 procent) van de EU.

"Onredelijk beleid, grote mond, weinig daden. Alles zogenaamd voor het klimaat. Het afschaffen van de derogatie is daarvan een goed voorbeeld", vertelt een deelnemende boer. "Mest afvoeren en kunstmest aanvoeren. Hoe achterlijk kun je het bedenken?". Wel wil een meerderheid (66 procent), vooral omdat samenwerking goed zou zijn voor de Nederlandse economie en de landbouw, dat Nederland EU-lid blijft.

Heeft de EU voor boeren meer voor- of nadelen?
Presentator Joyce Boverhuis deelt resultaten van het onderzoek van EenVandaag en vakblad Boerderij onder boeren

Stoppen met subsidies

Een grote groep (45 procent) snapt best dat ze van de Europese Unie moeten verduurzamen, maar noemt de voorwaarden die het stelt voor de subsidie die ze krijgen te streng. Ook na de recente tegemoetkomingen die de Europese Commissie deed na massale protesten van Europese boeren eerder dit jaar.

Sommige boeren pleiten in het onderzoek zelfs voor het afschaffen van dat subsidiesysteem: "Stop met subsidies. Ze zijn niet duurzaam en een zeer onbetrouwbare inkomstenbron. Ik heb liever meer vrijheid en de ruimte om producten te produceren waar de markt om vraagt." De meeste ondervraagde boeren (72 procent) zeggen zonder EU-geld ook rond te kunnen komen; 23 procent denkt van niet.

info

Over dit onderzoek

Aan het onderzoek, gehouden van 3 tot en met 17 april, deden 1.362 mensen mee die in de agrarische sector werken. 879 daarvan hebben, naar eigen zeggen, een eigen boerenbedrijf. Voor dit onderzoek is samengewerkt met landbouwvakblad Boerderij. EenVandaag heeft de vragenlijst opgezet in samenspraak met redacteuren van dit vakblad.

Boerderij heeft het onderzoek verspreid onder het ledenbestand van het tijdschrift. Na respons is de verhouding tussen verschillende soorten bedrijven en bedrijfsgroottes in het onderzoek in lijn met de daadwerkelijke verhoudingen in Nederland.

Agractie, LTO en Farmers Defence Force

Om te protesteren tegen de mestregels trokken boze Nederlandse boeren dinsdag naar Brussel, met steun van 8 op de 10 ondervraagde agrariërs. Hoewel deze actie in vergelijking met eerdere protesten rustig verliep, zei bijna de helft (43 procent) dat harde acties geoorloofd zijn om veranderingen af te dwingen.

Van de grotere boerenbelangenorganisaties krijgt Agractie, die het protest in Brussel organiseerde, het meeste vertrouwen (69 procent) van boeren. De oudste en meest invloedrijke organisatie, LTO Nederland, is met 57 procent vertrouwen iets minder populair. Boeren hebben het idee dat er veel verstand zit, maar LTO nog altijd te veel afhankelijk is van politiek Den Haag. Het fanatieke Farmers Defence Force (FDF) krijgt met 38 procent de minste steun. 'Geen realiteitszin', 'te extreem' en 'roept veel, maar denkt niet na' zijn omschrijvingen die ze voor FDF gebruiken.

Vertrouwen van boeren in belangenorganisaties
Boeren Hans van Soest en Joost Geuijen hopen ook dat een nieuw kabinet hun meer perspectief kan geven

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'

Hoe bendes via nepagenten senioren beroven: 'Ze trekken met zeep de ringen van hun handen'
Nepagenten maken ouderen waardevolle spullen afhandig. Foto ter illustratie
Bron: EenVandaag

Op meedogenloze wijze beroven criminele bendes nepagenten door het hele land ouderen. Met alleen een telefoon, een script en een vlotte babbel laten ze gedupeerden totaal geruïneerd achter. "Vier jaar cel doet geen recht aan de slachtoffers."

Ze spreken over slachtoffers als 'lekkere dikke vis', moedigen elkaar aan om complete woonplaatsen te ruïneren en willen zoveel mogelijk geld verdienen. De politie heeft verschillende bendes in het vizier die op grote schaal ouderen beroven met nepagenten, zegt cyberspecialist bij de Politie Oost-Nederland Yoanne Spoormans, die onderzoek doet naar het fenomeen.

Babbeltruc

"Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", ziet ze. Afgelopen zomer kwam een zaak aan het rollen na een melding van een slachtoffer die gebeld was door nep-politiemensen.

"De mevrouw vertelde dat ze wilden langskomen om waardevolle spullen veilig te stellen, omdat er inbrekers actief zouden zijn in de omgeving", vertelt Spoormans.

Bende opgerold

De vrouw vertrouwde het terecht niet. Het telefoontje werd het startpunt voor de zoektocht naar de personen achter deze belletjes. "Uiteindelijk hebben we bij een nieuw slachtoffer twee nepagenten kunnen onderscheppen."

Tegelijkertijd werd op een andere plek in het land een woning binnengevallen waar mensen op dat moment met het slachtoffer aan de telefoon hingen. De politie wist de hele bende op te rollen.

Bekijk ook

Telefoon, simkaart en een paar mensen

Ze vermoeden dat de groep misschien wel 50 belletjes per dag pleegde. "En dit is nog maar één groepering die zich hiermee bezighoudt. We weten dat het er veel meer zijn", zegt Spoormans. Op het moment lopen er verschillende onderzoeken naar nepagenten. "Hier zullen uiteindelijk meer aanhoudingen uit volgen."

Criminelen hebben niet veel nodig om dit misdrijf te plegen, schetst de specialist. "Je hebt alleen maar een telefoon, een simkaart en een paar mensen die de spullen ophalen nodig."

Volgens script

De nummers van potentiële slachtoffers worden van internet gehaald. Ze worden geselecteerd op kwetsbaarheid en of ze spullen van waarde hebben, maar: "Ze bellen soms ook gewoon op alfabetische volgorde", vertelt Spoormans.

De rollen binnen de groep zijn strak verdeeld. Iemand belt met het slachtoffer en praat op ze in, vrijwel altijd volgens hetzelfde script. "Er zijn inbrekers actief in uw buurt, we hebben er een paar aangehouden, maar een paar wisten te ontsnappen en we vonden een briefje met adressen en uw adres stond daarop, dus we vrezen dat de inbrekers die nog vrij rondlopen het op u gemunt hebben."

Bekijk ook

Strakke rolverdeling

Dat roept natuurlijk direct angst op bij mensen, stelt Spoormans. Als er beet is, moet de chauffeur direct op pad. Een coördinator stuurt de bende aan. "Die zorgt ervoor dat de mensen op straat, een chauffeur en een ophaler (degene die naar de deur gaat), weten waar ze moeten zijn, wanneer ze daar moeten zijn en ook wat ze moeten zeggen."

Daders gebruiken vaak de naam van de plaatselijke wijkagent. Dat wordt allemaal onderling afgesproken, net als wat de buit moet zijn. Als de chauffeur onderweg is, moet de beller aan de lijn blijven met het slachtoffer om de telefoonverbinding bezet te houden. Het slachtoffer moet alvast alle waardevolle spullen klaarleggen voor de nepagent.

Tasje vragen

Aan de deur komt soms iemand (gedeeltelijk) in uniform, maar soms ook in normale kleding. Dan zeggen ze bijvoorbeeld voor de recherche te werken, zegt Spoormans.

Eenmaal binnen willen ze ramen en deuren controleren op inbraakbeveiliging, om te kijken of er meer te halen is. "Vervolgens vragen ze dan een tasje aan het slachtoffer om al die spulletjes netjes in te doen en vertrekken ze met de buit."

Bekijk ook

Misbruik maken van vertrouwen

Deze werkwijze is helaas succesvol. In het afgelopen jaar registreerde de politie in totaal 8.329 incidenten met nepagenten. Dat zijn er vijftien keer meer dan het jaar ervoor. Er werden ruim 350 verdachten aangehouden. "We zien dit jaar dat de aantallen nog absoluut niet aflopen", zegt Spoormans.

Met name ouderen trappen in deze truc, omdat zij veel vertrouwen hebben in de politie, ziet ze. "Dat zorgt ervoor dat je direct al een voet tussen de deur hebt."

Vrijwillig overhandigen

En het is een eenvoudig misdrijf. "Mensen geven vrijwillig hun spullen weg, dus je hoeft er niet eens wapens voor mee te nemen of geweld te gebruiken: mensen doen zelf de deur open en geven al hun spullen aan je mee", ziet Spoormans. "Hoe mooi wil je het hebben als crimineel?"

De nepagenten halen ontzettend veel kostbaarheden op. "We hebben regelmatig mensen die meerdere duizenden euro's overhandigen." En dan gaat het niet alleen om contanten, maar ook om kostbare sieraden. "De oudere generatie heeft natuurlijk ook vaak juwelen, gouden sieraden, waar daders naar op zoek zijn."

Bekijk ook

Urn van de schoorsteenmantel

In sommige gevallen gaat het ook om spullen die ze gewoon mooi vinden. "We hebben zelfs een geval waarbij ze een urn van de schoorsteenmantel meenamen, gewoon omdat ze die er leuk uit vinden zien."

Het is een koelbloedige, geraffineerde vorm van criminaliteit. "Ik hoor soms mensen zeggen: daar trap je toch niet in? Dat wil ik echt uit de wereld halen, want dat is absoluut niet waar."

Schrijnende situaties

Spoormans noemt de situatie waarin de slachtoffers komen schrijnend. Ze moet denken aan een vrouw waarvan de partner net was overleden. "En dat zo'n oplichter dan zegt: god, wat erg voor u, maar dan zult u nu wel extra bang zijn voor inbrekers."

Er zijn slachtoffers waarbij oplichters met zeep de ringen van hun handen halen. "Het maakt ze niet uit hoeveel schade ze aanrichten", vertelt ze. "Ze zijn alleen maar gericht op snel geld verdienen. En dat zie je ook in de manier waarop ze onderling met elkaar communiceren over dit soort criminaliteit: het is laatdunkend en kleinerend richting slachtoffers, echt verschrikkelijk."

Bekijk ook

Recht doen aan slachtofferschap

Nepagenten kunnen worden vervolgd voor oplichting. "Daarvoor staat in de basis maximaal vier jaar gevangenisstraf. Dat doet natuurlijk totaal geen recht aan het slachtofferschap wat dit veroorzaakt", vindt Spoormans. "We zouden eigenlijk die slachtoffers ook daarin veel meer genoegdoening willen geven."

Ze vergelijkt nepagenten liever met een woningoverval, waar negen tot twaalf jaar cel voor staat. "We zien ook dat slachtoffers vergelijkbare klachten melden." Om iemand te vervolgen voor een overval is het gebruik van of dreigen met geweld nodig. "En daar is hier geen sprake van, omdat die slachtoffers zo ingepalmd zijn dat ze zelf de spullen vrijwillig afgeven."

Oproep: praat erover en wees alert

Het fenomeen is lastig te bestrijden, vreest Spoormans. "Ik kan niet verbieden dat iemand een telefoon heeft."

De politievrouw wil waarschuwen. "Wees alert en praat hier ook over met je ouders, grootouders of misschien een buurvrouw op leeftijd. Vertel ze dat dit gebeurt en geef ook aan wat ze kunnen doen."

Bekijk ook

Omgeving beschermen

De politie hoort het graag als iets opvalt in de wijk. "Twee jonge mensen die aan de deur staan bij je seniore buurvrouw: ook voor dit soort situaties mag je 112 bellen als dit ongebruikelijk is."

Ze merkt dat niet iedereen een melding maakt en drukt mensen op het hart dat wel te doen. "Ook als je alleen maar gebeld bent en je zelf al opgehangen hebt. Laat het ons weten. We kunnen je omgeving helpen beschermen door waarschuwingsberichten te versturen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen
Zorgreservist Bart Hilt
Bron: EenVandaag

Bij een crisis of ramp kan medisch personeel schaars zijn. Om dat op te vangen, gaat Defensie samenwerken met de Nationale Zorgreserve. Hoe versterken dit soort initiatieven de weerbaarheid van Nederland? "Overheid kan het niet meer alleen aan."

Zorgreservisten kunnen nu worden ingezet als Defensiepersoneel naar het buitenland moet, bijvoorbeeld bij een oorlogsdreiging. Het zijn gediplomeerde vrijwilligers, vaak oud-zorgmedewerkers, die zichzelf aanmelden en op momenten van crisis worden opgeroepen om bij te springen.

Coronacrisis

Bart Hilt is zo'n zorgreservist. Hilt heeft onder andere bij de brandweer, ambulance en huisartsenpost gewerkt. Hij werd voor het eerst ingezet tijdens de coronacrisis.

"Toen was er een oproep via Facebook en daar heb ik toen op gereageerd", legt hij uit. "Er werd gekeken in welke regio je woonde en welke ziekenhuizen mensen nodig hadden. En toen ben ik ondersteunend geweest aan de verpleging."

'Samenwerking goed idee'

De samenwerking tussen Defensie en de Nationale Zorgreserve is volgens Hilt dan ook een goed idee. "Als je kijkt naar alle brandhaarden die we in de wereld hebben, kan je er op deze manier echt voor elkaar zijn."

Middenin de coronacrisis wordt het Nationale Zorgreserve opgericht, als burgerinitiatief, legt directeur Charlotte de Schepper uit. "Een aantal burgers dacht toen, 'goh, steeds meer mensen worden ziek, maar ook steeds meer hulpverleners worden ziek. Hoe kunnen wij helpen?' En die hebben de handen ineengeslagen." Inmiddels wordt het gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid.

Bekijk ook

Tekort opvullen

Mocht Defensie beroep doen op de zorgreservisten, zijn ze puur bedoeld als achtervang.

"Wij worden dan niet uitgezonden naar het buitenland. Maar de medisch specialisten van het leger wel, waardoor er een tekort is aan medisch personeel in de bases van Defensie. En die plaatsen gaan wij dan opvullen", legt Hilt uit.

Voordelen burgerinitiatief

Ook Jaap Donker, directeur van de veiligheidsregio Utrecht, ziet de voordelen van het initiatief.

"Als Defensie in het buitenland meer moet doen en de situatie hier schaars is, of als we bijvoorbeeld slachtoffers vanuit het buitenland moeten verzorgen, hebben we iedereen keihard nodig."

'Overheid kan het niet meer alleen'

Het is volgens Donker duidelijk waarom dit nu van belang is. Het gaat daarbij ook niet om de zorg alleen, legt hij uit.

"Op dit moment zie je dat de kans op een lange stroomuitval, of een natuurbrand heel reëel is. Dat willen we niet, maar we moeten ons voorbereiden." En dat kan de overheid niet meer alleen. "We staan voor ongekende uitdagingen, daarbij hebben we mensen nodig die initiatief nemen."

Waarom zorgreservisten zoals Bart hard nodig zijn om medische tekorten in tijden van crisis op te vangen

Bekijk ook

Zelfredzaam worden

De samenwerking is één stap richting het verbeteren van onze zelfredzaamheid. Maar er is werk aan de winkel op het gebied van weerbaarheid, ziet Donker.

"We zijn gewend dat als er iets misgaat, dat de overheid komt helpen. Maar we zien dat de risico's die we lopen zo groot zijn, dat kan de overheid niet aan. We moeten zelf en samen redzaam worden."

Onvoldoende voorbereid op crisis

Nederlanders voelen de urgentie nog onvoldoende, volgens Donker. "We zijn opgevoed met het idee dat het nooit meer oorlog zou worden en dat alles goed gaat, maar we moeten ons voorbereiden op andere scenario's."

Vandaag presenteerde de Europese Commissie plannen die ertoe moeten leiden dat de Europese Unie voorbereid is op verschillende soorten crises.

Krachten lokaal bundelen

Maar hoe? Volgens Donker ligt de kracht ook vooral in dit soort initiatieven. "Gelukkig zijn er veel instanties die daarbij helpen. Mochten mensen willen bijdragen, meld je dan, zodat we de initiatieven aan elkaar knopen en ons kunnen voorbereiden op iets wat hopelijk nooit voorkomt."

Donker zet zich vooral op lokaal niveau in. "Als de stroom er bijvoorbeeld lang af ligt, hebben mensen behoefte aan informatie." Dat zou in de vorm van lokale 'noodsteunpunten' gerealiseerd kunnen worden. "We willen op logische plekken in de samenleving, zoals brandweerkazernes, een stemlokaal of een buurthuis, dat mensen daar terecht kunnen in nood."

Bekijk ook

Kijk naar elkaar om

We zullen het uiteindelijk vooral met elkaar moeten doen, zegt zorgreservist Bart Hilt. "Ik zie het als een soort roeping. Elkaar ondersteunen en elkaar helpen. Daar waar het tekort is, moet je elkaar aanvullen."

Ook Jaap Donker zegt: "We moeten ook kijken hoe het met de buurman of kwetsbaren in de straat is. Hoe kunnen we samen de schouders eronder zetten? Hoe kunnen we in donkere periodes elkaar hier doorheen loodsen?"

Beter voorbereid dan achteraf problemen

Toch hoopt Hilt binnenkort nog niet ingezet te worden. "Dat zou het mooiste zijn. Hoe minder dat we nodig zijn, hoe beter het eigenlijk is. Maar ja, je kan beter zorgen dat je iets achter de hand hebt, als dat je te laat bent en je in de problemen raakt."

Tot nu toe hebben 4.000 zorgprofessionals zich gemeld bij de Nationale Zorgreserve. Ze hopen te groeien naar een bestand van zo'n 5.000 mensen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant