Weer gaat het volgens lhbti+'ers slechter met de acceptatie: intolerantie vaker geuit door familie, vrienden en collega's

Dat blijkt uit het jaarlijkse Pride-onderzoek van EenVandaag onder 22.218 leden van het Opiniepanel, onder wie ruim 2.400 mensen uit de lhbti+-gemeenschap (lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, intersekse en queer personen). Het is het zoveelste jaar op rij dat het gevoel van acceptatie daalt. Vijf jaar geleden vond 62 procent van de lhbti+'ers nog dat het goed ging.

Online en offline weerstand

Als reden voor die verslechtering noemen ondervraagden uit de gemeenschap vooral negatieve ontwikkelingen van de afgelopen jaren die hebben doorgezet. Online, maar ook in het openbaar ervaren ondervraagden veel weerstand uit religieuze, conservatieve en biculturele hoek. Zo hebben ze het over toenemende haat op sociale media en rechtse, soms christelijke, conservatieve influencers en politici die volgens deelnemers daarop steeds meer ruimte krijgen.

De negatieve reacties komen ook vaak van jongeren, volgens deelnemers vaak met een biculturele achtergrond, op straat. Zo vertelt een panellid: "Als mijn vriend en ik op straat wat meemaken, is het door jongens met een andere afkomst." Hij wijst naar online video's waarin homo's worden beledigd en soms bedreigd. "Filmpjes waarin ze bijvoorbeeld zonder gêne 'dood aan homo's' roepen. Dat maken wij ook mee."

Intolerantie in eigen omgeving

Opvallend is verder dat lbhti+'ers de intolerantie bij mensen in de eigen omgeving, bijvoorbeeld familie, vrienden of collega's, zien toenemen. Bijna de helft (47 procent) ervaart dat die sneller een onvriendelijke opmerking over de gemeenschap hardop uitspreken dan een paar jaar geleden.

Een deelnemer schrijft daarover: "Op een familieverjaardag kwam een lelijke aap uit de mouw bij mijn neefje van 21. Hij zei dat hij en zijn vrienden homo zijn niet normaal vinden en dat homo's 'niet zo moeten drammen'. Het was altijd zo'n lieve jongen met goede opvoeding."

Bedreigd en bespuugd

In het afgelopen jaar hebben 4 op de 10 lhbti+'ers in het onderzoek (42 procent) iets vervelends meegemaakt. Dan ging het meestal om vervelende opmerkingen of 'grappen', of mensen werden uitgescholden. Nog eens ruim 1 op de 10 (12 procent) kreeg te maken met bedreigingen en een bijna even groot deel (9 procent) werd bespuugd.

Heel vaak gebeurt dat in het openbaar, op straat of in de trein, maar ook op het werk (18 procent) of in privé-situaties (20 procent) maakten deelnemers negatief gedrag mee. "Er werd een heel vervelende denigrerende grap gemaakt over mij waar collega's bij waren. Later ook nog een paar keer mee getreiterd. Ik ben er een paar maanden 'ziek' van geweest. Niet letterlijk - gewoon gewerkt - maar ik sleepte mij die periode zonder energie door de dag heen."

Helft mijdt VS als vakantieland

Niet alleen de ontwikkelingen in het binnenland baren deelnemers zorgen. Door de verkiezing van Donald Trump in november vorig jaar, en het anti-diversiteitbeleid dat hij sindsdien voert, maakt ongeveer driekwart (72 procent) zich ongerust over acceptatie in het buitenland.

En daardoor houden velen rekening met het boeken van een vakantie. Van alle deelnemers uit de gemeenschap zegt 62 procent op te letten of een reisbestemming lhbti+-vriendelijk is; iets meer dan vorig jaar (57 procent). Ook hier zijn de ontwikkelingen in Amerika te zien: ongeveer de helft, 47 procent, van de lhbti+-ers uit het onderzoek zou nu niet naar de Verenigde Staten gaan uit angst voor hun eigen veiligheid.