
Grote kamernood heeft impact op mentale en fysieke gezondheid, zegt kwart van studenten: 'Kan nu geen sociale activiteiten plannen'
Het is dit jaar nog moeilijker geworden voor studenten om een kamer te vinden. Het aantal studentenwoningen is afgelopen jaar hard afgenomen. Sommige studenten reizen urenlang of besluiten zelfs de studie in hun gewenste stad toch maar niet doen.
Eerstejaarsstudent Carlijn Varekamp staat 4 dagen in de week om 5 uur 's ochtends op zodat ze op tijd in de collegezaal in Amsterdam kan zijn. Deze week is ze begonnen aan de studie pedagogische wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Vanaf haar woonplaats Giessendam is het 2 uur reizen naar de hoofdstad. Hoe lang ze dat gaat volhouden, is de vraag. "Het is pittig."
Tekort loopt verder op
De krapte op de studentenhuisvestingsmarkt is flink toegenomen, blijkt uit nieuwe cijfers van de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. Bijna 18.000 studentenkamers verdwenen het afgelopen jaar uit de particuliere verhuursector.
Door de nieuwe wet- en regelgeving is het minder aantrekkelijk geworden voor particulieren om studentenhuizen te verhuren. Het totale tekort studentenkamers loopt daarmee op tot 21.500.
Geen sociaal leven
Het reizen betekent dat Carlijn nauwelijks een sociaal leven kan opbouwen. "Ik kan nu geen sociale activiteiten plannen met vrienden want ik moet de volgende dag om 5 uur mijn bed uit. Het reizen is wel vol te houden, maar het is niet mogelijk om een leven eromheen te bouwen."
Al een half jaar is de nu nog frisse studente op zoek naar een kamer in Amsterdam. "Waar ik het meest tegenaan loopt, is het feit dat er honderden websites zijn die kamers aanbieden maar voor iedere website moet je apart betalen. Dat kost soms 30 of 40 euro per maand."
Te weinig en dure kamers
85 procent van de studenten of net afgestudeerden vindt dan ook dat de studentenwoningmarkt er slecht voor staat. Dat blijkt uit onderzoek van het Jongerenpanel van EenVandaag.
Zij ervaren huurprijzen die te hoog zijn, woningen die slecht worden onderhouden en verhuurders die hun verplichtingen vaak niet nakomen. En voordat studenten hiermee te maken krijgen, wacht hen al een moeizame zoektocht naar een kamer.
Obstakels
Bijna alle studenten die nu of in de afgelopen 5 jaar een kamer zochten, geven aan - net als Carlijn - obstakels te ervaren. De meest genoemde problemen zijn het tekort aan aanbod van kamers, de grote concurrentie, lange wachtlijsten bij woningcorporaties en onbetaalbare huurprijzen.
"Er zijn veel te weinig en vooral te dure kamers", zegt een jongere in het onderzoek. "Het is voor een student niet te betalen, als ze al een kamer vinden." En iemand anders zegt: "Er is te weinig aanbod, en het aanbod dat er is, is vaak slecht."
1 bed voor 700 euro per maand
Dat het aanbod ontzettend duur is, ziet ook Carlijn. "In de praktijk wordt wel 1.300 euro betaald voor zo'n klein kamertje."
Het gekste wat ze is tegengekomen? "Een kamer met drie bedden waarvan je er één kon huren voor 700 euro per maand. Toen ik dat voor het eerst zag, dacht ik dat het een grap was. Maar daarna dacht ik vooral: hoe durf je zoiets te vragen?"
Schimmel, ongedierte en kou
Zelfs als studenten er wel in slagen een kamer te vinden, blijkt uit het onderzoek van het Jongerenpanel dat de woonomstandigheden vaak slecht zijn. 8 op de 10 zeggen te maken te hebben (gehad) met kapotte woonvoorzieningen (51 procent), schimmel (48 procent), ongedierte (46 procent) en/of tocht en kou (44 procent). Als die slechte woonomstandigheden dan worden aangekaart bij huisbazen, geven verschillende studenten aan dat hier weinig mee wordt gedaan.
"Er is in de winter schimmel door rottende kozijnen, dit hebben we meermaals bij de verhuurder gemeld maar die geeft aan dat ik zelf maar dunnere gordijnen moet kopen of het meer moet laten tochten", vertelt iemand. "Er wordt helemaal geen onderhoud gepleegd en ik moet zelf overal voor opdraaien."
Invloed op gezondheid of sociale leven
Die woonomstandigheden hebben invloed op het dagelijks leven van studenten. Van alle mensen die de afgelopen jaren hebben gestudeerd, heeft of had een kwart een slechtere mentale of fysieke gezondheid door slechte woonomstandigheden. Een student uit het onderzoek vertelt: "Ik was vaak ziek door de vochtproblemen in het huis. Durfde geen mensen bij mij thuis uit te nodigen door de slechte kwaliteit van mijn woning. Ik schaamde me echt."
Een derde (32 procent) zegt dan ook dat de slechte woonomstandigheden waarin ze woonden hun sociale contacten beperkten. Dit kan bijvoorbeeld ook te maken hebben met dat ze bij hun ouders wonen, terwijl ze liever op kamers zouden wonen. Ook geeft 14 procent aan dat hun slechte of lastige woonomstandigheden van invloed waren op hun studieresultaten.
Lastige woonsituatie
Naast de slechte kwaliteit van studentenhuizen, heeft bijna de helft (45 procent) van de studenten te maken (gehad) met lastige woonsituaties, blijkt uit het onderzoek van het Jongerenpanel.
Dit gaat over een huurprijs die ze niet konden betalen (18 procent), niet ingeschreven kunnen staan op het adres waar ze eigenlijk woonden (17 procent) of in een andere stad of dorp moeten wonen dan waar ze studeerden, omdat het vinden van een kamer in de studentenstad onmogelijk was (11 procent).
Het hoort erbij
Ondanks de lastige woningmarkt en de slechte woonomstandigheden waar veel studenten mee te maken hebben, blijkt uit het onderzoek van het Jongerenpanel dat de meeste studenten wel tevreden zijn met hun woonomstandigheden (81 procent).
"Ik woonde in een fijn studentenhuis, met alle stereotype studentenhuis dingen die daarbij horen", vertelt iemand. "Er was wel eens een muis, maar daar hadden we vrede mee."
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons een berichtje via de chat.