radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Zijn zoveel toetsen eigenlijk wel nodig? En andere vragen over toetsen op de basisschool beantwoord

Zijn zoveel toetsen eigenlijk wel nodig? En andere vragen over toetsen op de basisschool beantwoord
Bron: ANP

Deze week ontvingen basisscholen de resultaten van de 'doorstroomtoets'. Die toets is een laatste check op vaardigheden zoals taal en rekenen, die Nederlandse kinderen steeds minder goed lijken te beheersen. Wij vroegen wat jullie hierover wilden weten.

De vragen over toetsen op de basisschool worden beantwoord door onderwijssocioloog aan de Universiteit van Amsterdam Thijs Bol. En door zelfstandig toetsexpert Karen Heij, die aan Tilburg University promoveerde op de eindtoets in het basisonderwijs.

1. Is het echt zo dat de prestaties van basisschoolkinderen slechter worden?

Ja, zegt onderwijssocioloog Bol. "Uit alle toetsen en internationale onderzoeken blijkt eigenlijk dat de leeropbrengst terugloopt. Kinderen zijn met name minder goed gaan lezen. Ook zijn ze iets minder goed gaan rekenen."

"Stevig bewijs komt vooral uit het internationale onderzoek PISA, dat wordt geleid door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het onderzoek toetst om de paar jaar de vaardigheden en kennis van 15-jarigen in verschillende landen over lezen, wiskunde en natuurwetenschappen."

PISA laat zien hoe Nederland het doet ten opzichte van andere landen, maar dat vindt Bol niet zo interessant. "Als Nederland zakt in de ranglijstjes, betekent dat niet per se dat onze leerlingen slechter zijn geworden. Het kan ook dat leerlingen in andere landen beter zijn geworden."

Wat hij wel interessant vindt, zijn de verschillen binnen Nederland door de tijd heen. "Daar zien we heel duidelijk een dalende trend en niet alleen in PISA. We zien het ook aan de resultaten van de Cito-toetsen waarmee we leerlingen door hun hele basisschooltijd heen volgen. Daarin was bijvoorbeeld de invloed van corona op leerprestaties zichtbaar."

Thijs Bol en Karen Heij
Bron: EenVandaag
Thijs Bol en Karen Heij

2. Moeten kinderen aan dezelfde eisen voldoen als 'vroeger'?

"Het lijkt misschien alsof taal taal is, en rekenen rekenen, maar dat is niet zo", zegt toetsexpert Heij. "PISA besteedt via open vragen aandacht aan 'diep lezen'. Dat test of leerlingen voor een langere tijd geconcentreerd kunnen lezen en of ze de samenhang en verbanden in een tekst kunnen begrijpen. "Dit soort leesvaardigheid wordt met de eindtoets in groep 8 niet getoetst."

"Dit soort veranderingen maken het onderzoek enerzijds waardevoller, want zo sluit het beter aan bij wat er op het moment gaande is in de wereld. Maar anderzijds maakt het het moeilijker om vergelijkingen door de tijd heen te maken", zegt Heij.

We hebben op basis van de eindtoets geen idee of Nederlandse leerlingen op de lange termijn, in vergelijking met 20, 30 of 40 jaar geleden, écht slechter zijn geworden, vervolgt Heij. "Als dat toch gezegd wordt, moet je je dus afvragen: over wie hebben we het precies, over welke vaardigheid, en volgens welke toets of welk onderzoek?"

Wat een vergelijking over de langere termijn volgens haar lastig maakt, is dat Nederlandse toetsen daar niet voor zijn bedoeld. "We toetsen basisschoolkinderen al met Cito vanaf 1966, maar de resultaten zeggen iets over kinderen ten opzichte van elkaar, niet ten opzichte van leeftijdsgenoten in eerdere jaren."

Heij verduidelijkt: "De eindtoets werkt al sinds het begin zo uit, dat ongeveer 20 procent van de leerlingen een vwo-advies krijgt. Hij is bedoeld om te selecteren, door kinderen met elkaar te vergelijken. De toets kijkt dus niet naar wat kinderen kunnen ten opzichte van een onafhankelijk criterium, maar bevat opgaven op basis waarvan een onderscheid kan worden gemaakt tussen de 'slimme' en 'minder slimme' kinderen."

3. Wie bepaalt wat we toetsen en op basis waarvan worden toetsen gevalideerd?

Toetsexpert Heij weet hoe toetsen in het basisonderwijs tot stand komen. Voordat ze als zelfstandig adviseur ging werken, werkte ze ruim 20 jaar als toetsontwikkelaar. Ze ontwikkelde onder andere de IEP-eindtoets, een alternatief op de bekende Cito-eindtoets.

"Ik had echt de ambitie en de hoop een hele andere eindtoets te maken. Maar helaas moeten alle eindtoetsen in hetzelfde stramien marcheren. Het College voor Toetsen en Examens ontwikkelt een toetswijzer, waarin staat aan welke eisen de toetsen moeten voldoen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) geeft daar een klap op, en daarna moeten alle toetsaanbieders zich eraan houden."

Heij heeft de ervaring dat scholen en toetsontwikkelaars vanwege de strikte toetswijzer weinig ruimte hebben om eigen inhoudelijke keuzes te maken. "Dat kun je iets goeds vinden, maar het werkt ook beperkend in het stimuleren van een brede leerontwikkeling. We hebben nu eindtoetsen met dezelfde soort vragen, en het onderwijs stuurt aan op het kunnen beantwoorden van dat type vragen. Er is geen methode-ontwikkelaar die iets ontwikkelt wat niet aansluit bij de eindtoetsen, want die methoden worden niet gekozen door de basisscholen."

Teaching to the test, noemen we dit probleem. Heij denkt dat dat mede verklaart waarom Nederlandse jongeren laag scoren op de internationale PISA-toets: "Dat jongeren volgens PISA moeite hebben met 'diep lezen', komt ook doordat ze daar niet op worden voorbereid, omdat het in de eindtoets niet wordt getoetst. Alle aandacht gaat naar het kunnen beantwoorden van een ander type vragen. En wat je niet zaait, kun je niet oogsten."

info

'Eindtoets' is sinds dit jaar 'doorstroomtoets'

Eigenlijk is er niks wezenlijks veranderd, zeggen Bol en Heij. "Het is een hoop poeha, maar de toets heeft nog steeds dezelfde functie", volgens Heij. "De naam van de toets is veranderd, om minder nadruk te leggen op het einde van de basisschooltijd. En in plaats daarvan duidelijk te maken dat kinderen hun leerontwikkeling zullen voortzetten op de middelbare school waar zij naar doorstromen", verklaart Bol.

Wat wel is veranderd: de toets is qua moment naar voren gehaald. "Dat is gedaan, zodat kinderen de toetsuitslag en het advies van de leerkracht op hetzelfde moment krijgen", verklaart Bol. "Vooral in steden waar geloot wordt voor middelbare scholen, leidde het ongelijke moment van toetsuitslag en schooladvies tot problemen."

4. Waarom is er naast alle toetsen voor het leerlingvolgsysteem ook nog een eindtoets in groep 8 nodig?

"Voor het onderwijs is het handig dat je kinderen via toetsen kunt voorsorteren, zodat we precies weten hoeveel klassen we over vijf jaar nodig hebben, en hoeveel docenten op welke niveaus", verklaart Heij. "Maar voor dat doel zou je eigenlijk kunnen zeggen dat een eindtoets niet zo veel toevoegt, want we volgen kinderen al jarenlang via het leerlingvolgsysteem."

Toch benoemt Bol een nut van de eindtoets: "We weten dat leerkrachten vooroordelen hebben. Dat is heel menselijk, maar wat we eraan kunnen doen is meer objectieve instrumenten zoals toetsen inbouwen, die kunnen helpen bij een zo onbevooroordeeld mogelijke beoordeling van een kind."

"Tijdens corona was er één jaar geen eindtoets, en in dat jaar zagen we dat veel minder kinderen uit 'lagere' sociale milieus naar de havo of het vwo gingen. We weten dus dat de eindtoets in het bijzonder goed is voor kinderen uit lagere sociale milieus. Zij krijgen ermee nog een keer de kans om te laten zien wat ze kunnen, waardoor het schooladvies hoger uit kan vallen dan de leerkracht eerst dacht."

5. Waarom toetsen we eigenlijk zoveel, is dat nodig?

Bol en Heij zijn in principe groot voorstander van toetsen. "Vooral omdat een toets kan dienen als hulpmiddel voor de docent", zegt Bol. "Docenten kunnen niet goed zicht houden op alle 25 of 30 kinderen in een klas, en op wie precies wat leert. Een toets halverwege en aan het einde van het schooljaar, kan daarom behulpzaam zijn."

Heij pleit voor andersoortige toetsen, want de toetsen nu vergelijken leerlingen met elkaar. Hoe jonger we dat doen, hoe schadelijker
het is voor een kind. "Een kind in groep 3 weet al van zichzelf dat het een zwakke scoorder is. Dat doet wat met het zelfvertrouwen. Hij of zij denkt bijvoorbeeld te dom te zijn om te kunnen leren lezen."

"Ik vergelijk het met een sjoelbak: als we eenmaal een kind in een van de vakjes hebben geschoven, komt-ie daar niet meer zo snel uit. Het hele systeem waarin we kinderen in een mal duwen, vind ik kwalijk."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

6. Hoe kunnen we kinderen toetsen zonder ze te veel stress en druk op te leggen?

Bol benadrukt dat het niet alleen de toetsen zijn die voor stress en druk zorgen. "Er is vrij weinig bewijs dat toetsen an sich stressvol zijn. Wat veel belangrijker is, is dat het hele onderwijs stressvoller is geworden. Het is belangrijker geworden waar je terechtkomt in de samenleving, en daardoor is de druk op het schooladvies ook zo groot. Maar dat komt niet per se door de toetsen. Ook als we die afschaffen, zullen kinderen nog steeds gestresst zijn over hoe ze het doen op school."

"Die stress en druk komt bovendien misschien soms meer vanuit de ouders, dan vanuit de kinderen zelf. Sommige ouders denken 'oh jee, is mijn kind wel on track voor het vwo-advies, zullen we toch geen bijles regelen?', terwijl het kind zelf het niets uitmaakt."

Toch zou Bol het goed vinden als er minder druk komt te liggen op de eindtoets. "Ergens vind ik het ook wel goed dat er druk achter die eindtoets zit, want daardoor leren kinderen daarmee om te gaan. Een belangrijke vaardigheid, ook richting de middelbareschooltijd waarin veel getoetst zal worden", zegt Bol. "Maar er ligt nu wel érg veel nadruk op dat ene moment dat de selectie bepaalt."

Ook Heij heeft daar moeite mee. "We hechten zoveel waarde aan die eindtoets als selectiemoment, dat ons hele onderwijs erop is ingericht. Daar zou echt verandering in moeten komen, bijvoorbeeld door te beginnen met een meerjarige burgklas waardoor we kinderen niet zo strikt hoeven te voorsorteren. Daarmee is echt een wereld te winnen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Tweede Kamer wil niet wachten op minister, NSC en GroenLinks-PvdA komen zelf met plannen om WIA-fouten te herstellen

Tweede Kamer wil niet wachten op minister, NSC en GroenLinks-PvdA komen zelf met plannen om WIA-fouten te herstellen
Minister Van Hijum tijdens een debat in de Tweede Kamer over onjuiste berekeningen van WIA-uitkeringen door het UWV
Bron: ANP

De herstelactie voor fouten bij het UWV schiet tekort, vinden NSC en GroenLinks-PvdA. Beide partijen presenteren vandaag een uitgebreider plan om de problemen met arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan te pakken.

"De eerste stap is nu gezet, maar dat is voor mij echt onvoldoende", zegt NSC-Tweede Kamerlid Ilse Saris. "Mensen moeten krijgen waar ze recht op hebben. Dat betekent dat gemaakte fouten moeten worden hersteld."

Alle fouten herstellen

En dan niet alleen de administratieve fouten, benadrukt Saris. "Ook de sociaal-medische beoordelingen. Niet alleen over de periode 2020 tot 2024, maar ook fouten van daarvoor." Daarnaast moet volgens haar de schade die mensen hebben geleden, worden gecompenseerd.

De partij is dan ook van plan om deze uitbreiding bij de voorjaarsnota-onderhandelingen te bespreken met de andere coalitiepartijen. "Wij willen hier echt voor strijden." Om hoeveel mensen het gaat en hoeveel extra geld het kost om het plan te realiseren, is onduidelijk, zegt het NSC-Kamerlid.

info

Problemen bij het UWV

Sinds vorig jaar onderzoeken EenVandaag en het AD problemen bij het UWV. Het gaat onder andere om fouten bij de sociaal-medische beoordelingen en rekenfouten bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.

De onthullingen leidden tot ingrijpen door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum (NSC). Hij was verrast door de berichtgeving en kondigde onderzoeken aan naar het functioneren van de uitkeringsinstantie. En een herstelactie voor gedupeerden.

Maar die herstelactie blijft beperkt. Alleen fouten bij daglonen bij de WIA tussen 2020 en 2024 worden meegenomen. Andere fouten, bijvoorbeeld bij medische beoordelingen of bij andere uitkeringen zoals de Wajong, worden niet bekeken en dus ook niet hersteld.

Snelle compensatie: 5.000 euro

"Wij willen dat mensen nu zo snel mogelijk zekerheid krijgen", zegt Kamerlid voor GroenLinks-PvdA Mariëtte Patijn. "Dat betekent dat er voor mensen die te weinig hebben gekregen een goede compensatieregeling moet komen."

Die compensatieregeling zou volgens haar uit een keuze moeten bestaan: het UWV rekent het hele dossier door, óf iemand kiest voor een snellere optie van 5.000 euro uitbetaling. "En mensen die juist te veel hebben gekregen, moeten de zekerheid hebben dat ze geen terugvordering krijgen."

'Mensen hebben er recht op'

En dat is niet het enige. Ook als iemands uitkering in de toekomst naar beneden wordt bijgesteld, moet volgens GroenLinks-PvdA rekening worden gehouden met de persoonlijke situatie. Daarnaast moeten mensen van voor 2020 aanspraak kunnen maken op de 5.000 euro als er fouten zijn gemaakt.

"Maar we moeten niet beloven dat we voor hen alles in detail gaan uitrekenen. Want dat lukt misschien helemaal niet", zegt Patijn. Wel moeten geconstateerde fouten in de periode van voor 2020 worden rechtgezet. "Dat gaat lang duren, maar mensen hebben er recht op."

Bekijk ook

Tienduizenden dossiers wachten nog

Met hun plannen pleiten NSC en GroenLinks-PvdA voor een bredere herstelactie die sneller én zorgvuldig wordt afgehandeld. Maar de minister en het UWV lieten eerder weten dat elke uitbreiding ten koste zou gaan van de reguliere werkzaamheden.

Voor de huidige herstelactie worden namelijk al zo'n 43.000 dossiers opnieuw bekeken door een speciaal opgericht team.

Heel veel extra dossiers

Vorige week bleek bovendien uit de bijlagen van een Kamerbrief dat er nog 8.000 dossiers bij zouden kunnen komen van arbeidsongeschikten van wie de uitkering is beëindigd of toegekend tussen 2020 en 2024.

Daarnaast zijn er nog 28.000 dossiers met vastgestelde fouten, bijvoorbeeld bij de indexering, die nog gecorrigeerd moeten worden, blijkt uit hetzelfde document.

Bekijk ook

'Werkdruk geen excuus'

Maar volgens NSC-Kamerlid Saris is de werkdruk bij het UWV geen excuus om mensen niet te helpen. "De overheid dient zich aan de wet te houden, mensen dienen zich aan de wet te houden en fouten moeten gewoon worden hersteld."

Ook GroenLinks-PvdA-Kamerlid Patijn denkt dat haar plan uitvoerbaar is. "Wij denken dat het minder complex is, want je hoeft niet helemaal uit te gaan rekenen wat mensen krijgen. Dit komt in de plaats van wat het UWV nu aan het doen is. En mensen kunnen daardoor sneller geholpen worden en dus uit die onzekerheid komen."

Minister onder druk van eigen partij

De plannen van beide partijen kosten geld, mogelijk heel veel geld. De verantwoordelijk minister Van Hijum is zelf NSC'er en krijgt van zijn eigen partij een stevige opdracht mee. Hij moet op zoek naar het geld om de plannen uit te voeren, maar waar dat vandaan moet komen is onduidelijk.

Wat Saris betreft hoort het bij de gemaakte afspraken dat dit geregeld wordt. "Er moet heel veel gebeuren, maar in het regeerakkoord hebben we afgesproken dat wij het wel willen. En daar houd ik mijn regeringspartijen aan. Ook mijn minister."

De Tweede Kamer wil niet wachten op de minister, NSC en GroenLinks-PvdA komen zelf met WIA-herstelplannen

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Meer maatregelen, of is de zwaar beveiligde EBI in Vught al streng genoeg? Jullie vragen beantwoord

Meer maatregelen, of is de zwaar beveiligde EBI in Vught al streng genoeg? Jullie vragen beantwoord
Beveiliging bij de extra beveiligde inrichting (EBI) in Vught
Bron: ANP

Taghi, Holleeder, Razzouki: de gevaarlijkste Nederlandse criminelen verblijven allemaal in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, oftewel de EBI. De inrichting heeft het hoogste beveiligingsniveau. We vroegen wat jullie erover willen weten.

Vlakbij de zwaar beveiligde gevangenis in Vught is afgelopen vrijdag een zittingszaal geopend voor strafzaken. Het is een maatregel om vluchtgevaarlijke gedetineerden minder vaak te hoeven vervoeren, want dat is peperduur en heeft grote risico's voor de veiligheid.

Beveiliging aanscherpen

"Tijdens een verplaatsing is er het risico dat een gedetineerde een ontsnappingsmogelijkheid vindt, meer dan wanneer iemand binnen de gevangenismuren blijft", verklaart woordvoerder Charlotte Hees van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

De opening van de zittingszaal past in een bredere politieke beweging om de beveiliging rond zware criminelen verder aan te scherpen. Het is onder meer een reactie op incidenten waarbij criminelen ondanks hun detentie vermoedelijk toch contact onderhielden met de buitenwereld.

Is er wel personeel voor een nieuwe EBI?

Tweede EBI in Vlissingen

De afgelopen jaren hebben we gemerkt dat er meer hoogrisico-gedetineerden zijn die hun criminele handelen proberen voort te zetten vanuit hun cel, zegt de woordvoerder van de Dienst Justiële Inrichtingen. Het is ook de reden dat er een extra EBI wordt gerealiseerd op het nieuwe Justitieel Complex in Vlissingen, dat naar verwachting in 2030 klaar is.

Advocaat Geert-Jan Knoops, die vaak in de EBI is geweest, stelt vast: "Er is in de samenleving een toenemende toestroom aan georganiseerde criminaliteit, de aard van het strafrecht is veranderd. Er is daardoor meer behoefte ontstaan aan een tweede EBI."

Druk op capaciteit

Op dit moment is er één EBI in Nederland, in de Penitentiaire Inrichting (PI) in Vught. Die heeft plek voor 24 gedetineerden, verdeeld over verschillende afdelingen. Naast de geplande bouw van een nieuwe EBI in Vlissingen wordt ook de capaciteit in Vught uitgebreid, met twaalf extra cellen.

Er is veel druk op de capaciteit in het gevangeniswezen, zowel wat betreft personeelstekorten als celtekorten, maar op deze groep wordt niet bezuinigd, laat de woordvoerder van de DJI weten.

Wat maakt de EBI anders dan een gewone gevangenis?

Afgezonderd van elkaar

Wat maakt zo'n EBI nu anders dan andere plekken waar gedetineerden verblijven? Het belangrijkste verschil is de doelgroep die erin zit, legt de woordvoerder uit. In de EBI komen vooral gedetineerden terecht die een grote rol speelden in georganiseerde criminaliteit, en die bijvoorbeeld een crimineel netwerk aanstuurden.

"Hierdoor zijn we er in de EBI niet alleen mee bezig dat deze gedetineerden - plat gezegd - achter slot en grendel blijven, maar willen we ook voorkomen dat ze hun criminele netwerk vanuit de gevangenis blijven aansturen."

Volledig afgezonderd

Om dat te voorkomen, is er strenge controle op de gedetineerden. "Het meest essentiële verschil is dat een gedetineerde in de EBI volledig afgezonderd is van andere gedetineerden", vertelt Knoops.

"In gewone gevangenissen mogen gedetineerden met elkaar socialiseren. Bijvoorbeeld gezamenlijk naar de luchtplaats gaan of sporten. Dat is in de EBI vrijwel niet het geval."

Hoe wordt hulp van buitenaf tegengegaan?

Contact met buitenwereld

Woordvoerder Hees legt verder uit dat gedetineerden in de EBI absoluut niet samen in één cel geplaatst worden, zoals dat in andere gevangenissen soms wel gebeurt. De gedetineerden in de EBI kunnen heel soms even samen koken of tegelijkertijd sporten. Maar dan wordt er goed gekeken wie met wie mag, en wie zeker niet.

De afgelopen jaren is er ook meer afstand gekomen in het contact tussen de bewaarders en de gedetineerden. Om bewaarders zelf beter te beschermen.

Controle bij telefoongesprekken

Telefoongesprekken met de buitenwereld zijn bovendien streng geregeld. In andere gevangenissen is er vaak een grotere belzaal en algemenere controle. Maar bij de EBI is die controle één-op-één: om te bellen met een gedetineerde in de EBI, moet de beller onder begeleid toezicht naar een andere gevangenis komen. Zodat nauw in de gaten kan worden gehouden wie met wie belt.

Ook zijn de bezoekregels streng: je kunt niet zomaar even op bezoek bij iemand in de EBI.

Bekijk ook

'Bizar streng'

Volgens Hees is de EBI 'bizar streng'. Ze zegt: "Niemand wordt een momentje losgelaten. De gedetineerden zijn helemaal in hun eentje. En hoewel het natuurlijk terecht is dat ze daar verblijven, is het een heel naar regime om in te zitten."

In 2023 stelde het anti-foltercomité van de Raad van Europa dat de veiligheidsmaatregelen in de EBI 'buitensporig' streng waren.

Ieder jaar opnieuw beoordeeld

De woordvoerder benadrukt dat goed verantwoord moet blijven waarom maatregelen in de EBI nodig zijn. "Dienst Justitiële Inrichtingen staat ook voor een humaan detentiebeleid. Dus bij zo'n streng regime als in de EBI moet je verantwoorden of het noodzakelijk is dat iemand daar verblijft. En als iemand er al langer verblijft: of het niet afgebouwd kan worden. Soms kunnen gedetineerden naar een iets minder zwaar beveiligde inrichting, de Afdeling Intensief Toezicht (AIT)."

Ieder jaar worden de gedetineerden daarom opnieuw beoordeeld. Dat gebeurt onder meer op basis van adviezen van de gevangenisdirecteur.

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Cameratoezicht op advocaten

Dan zijn er nog de advocaten die contact hebben met gedetineerden. Ook op dat contact is het toezicht strenger geregeld dan in andere gevangenissen. "In een gewone gevangenis kun je als advocaat gewoon met je cliënt aan een tafeltje zitten, kun je dossiers over en weer uitwisselen, zodat de gedetineerde kan meelezen", weet Knoops uit eigen ervaring.

"In de EBI wordt een gesprek streng gemonitord", zegt Knoops. "Dat is ook altijd zo geweest, voor zover ik weet. Toen ik ruim 10 jaar geleden iemand in de EBI als cliënt had, was dit ook al zo."

Naar de Eerste Kamer

Onder het vorige kabinet stelde minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) nog scherpere maatregelen in de EBI voor. Hieronder was ook het voorstel om cameratoezicht in te stellen bij gesprekken tussen gedetineerden en advocaten.

In februari 2025 stemde de Tweede Kamer in met de wetswijziging die hiervoor nodig was. Het voorstel moet nu nog langs de Eerste Kamer.

Bekijk ook

Verdediging moeilijker

Eerder stemde de Tweede Kamer in met wijzigingen die verder gingen dan enkel cameratoezicht, en ook auditief toezicht mogelijk maakte. Na een spoedadvies van de Raad van State werd hiervan afgezien.

"Het scherpe toezicht in de EBI maakt het werk van de verdediging al een stuk moeilijker", zegt Knoops hierover. "Als het toezicht óók nog eens gepaard zou gaan met geluid opnemen en kunnen terugluisteren. Dan zou een advocaat nooit vertrouwelijk informatie kunnen uitwisselen."

'Grenzen van toelaatbare zijn bereikt'

"Dat zou in strijd zijn met het Europese Mensenrechtenverdrag. Zelfs het belang van de veiligheid van de samenleving kan niet opwegen tegen het grote belang dat de wetgever heeft gecreëerd voor ongestoord vrij verkeer tussen advocaat en cliënt", zegt hij.

"Ik denk dat de grenzen van het toelaatbare nu al zijn bereikt met het huidige EBI-regime."

Nog strenger?

De Dienst Justitiële Inrichtingen ziet in principe geen heil in een nog strengere beveiliging in de EBI. "Bij incidenten moet je natuurlijk kijken: hoe wil je dit voorkomen in de toekomst?", zegt de woordvoerder. "En het is goed dat er voor de capaciteit een tweede EBI-vestiging gepland staat. Maar wij zitten niet op de route dat het dagelijks regime van de gedetineerden nu nog strenger moet."

"Het is in de EBI echt al heel streng. Dus de indruk die mensen soms hebben van 'het kan nog wel wat strenger', die klopt niet", zegt ze. "Bovendien moet je ook denken aan wat zo'n extreem streng beleid doet met mensen, wat voor mensen je daarmee maakt. Daar los je niks mee op, zeg maar. Het baat niet."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant