radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Zijn er Israëli's die vernietiging van Gaza te ver vinden gaan? Antwoorden op vragen aan het team van EenVandaag in Israël

Zijn er Israëli's die vernietiging van Gaza te ver vinden gaan? Antwoorden op vragen aan het team van EenVandaag in Israël
Bart Hettema en Peter Huting in Tel Aviv
Bron: EenVandaag

Een paar dagen na de aanval van Hamas op Israël is een team van EenVandaag naar Israël gereisd om verslag te doen van het conflict en de gevolgen ervan. Verslaggever Bart Hettema en redacteur Peter Huting geven antwoord op vragen die jullie instuurden.

1. Waarom hebben jullie die mensen daar naartoe gestuurd? Het is daar toch levensgevaarlijk met die oorlog? Hoe bepalen jullie wat veilig is en wat niet?

"Je kunt zeggen dat het extreem gevaarlijk is, maar het is net zo gevaarlijk als je het zelf maakt", zegt Bart. "Ik doe het niet voor de eerste keer. We hebben een cameraman bij ons, Eric Feijten, die doet het werk ook al 40 jaar. En we zoeken ook de gevaarlijke situaties nooit op. Als je naar een gevecht toe gaat, dan kun je voor je raap worden geschoten. Dat moet je dus ook niet doen."

Hij gaat verder: "We hebben kogelvrije vesten bij ons, mocht het onze kant op komen. Maar als er iets deze kant op komt, dan zorg ik echt wel dat ik aan het schuilen ben. En voor de rest gedraag je je een beetje low key. Er komen af en toe wat raketten hier overheen, maar die worden uitgeschakeld door het Iron Dome-systeem. Dat systeem dat raketten onschadelijk maakt. Dat zijn vaak ook ongerichte raketten."

Bart en Peter geven antwoord op de eerste vraag.

Ook Peter voelt zich niet onveilig: "We zijn vandaag naar Ramallah geweest, een stad in bezet gebied: Westelijke Jordaanoever. Als je vanuit Nederland kijkt, zou je denken dat het heel spannend is. Daar zitten de Palestijnen, er wordt gevochten. Maar dat is niet zo. Het is een stad die gewoon leeft. We reden wel in een Israëlische auto, maar we hebben geen vervelende opmerking gehad. We hebben een biertje gedronken met een bron, we hebben gegeten, we hebben rondgelopen. Ik heb me geen moment onveilig gevoeld."

Bekijk ook

2. Wat vinden de Israëlische mensen nu van hun eigen aandeel in deze onmenselijke oorlog? Zijn er Israëli's die geen vernietiging van Gaza willen omdat ze dat te ver vinden gaan?

"Dat ligt er een beetje aan wie je het vraagt", zegt Bart. "Maar door de bank genomen is de sfeer wel zo, dat heel veel mensen vinden dat er wat moet gebeuren. Dat er wraak moet worden genomen op Hamas voor de slachtpartij van vorige week zaterdag. Hoe ver dat gaat, daar bestaan verschillende interpretaties over. Het ligt ook aan de politieke kleur die je hebt. Mensen rechts in het spectrum, de partij van premier Benjamin Netanyahu, vinden dat er hard moet worden opgetreden, ook in de Gazastrook. De meningen verschillen wel over hoe ver ze moeten gaan."

Bart en Peter geven antwoord op de tweede vraag.

Peter vult aan: "We hebben ook linkse mensen gesproken die zeggen: 'Voor de aanslag was ik voor een tweestatenoplossing. Nu vind ik dat Hamas echt uitgeschakeld moet worden in de Gazastrook. Maar misschien kunnen we daarna wel weer praten over zo'n tweestatenoplossing.' Dus de meningen gaan echt alle kanten op."

3. Wat zien mensen in Israël als oplossing voor het 75 jaar durende conflict en is er in die oplossing ook plaats voor Palestijnen om in vrede en met zelfbeschikking te leven?

"Ook hierover verschillen de meningen", zegt Bart. "Wat er momenteel staat te gebeuren, misschien een invasie van de Gazastrook, is het verlengde van wat veel Israëliërs denken: 'We moeten klaar zijn met Hamas, we gaan het uitroeien daar. Hoeveel mensenlevens dat kost, dat zien we wel, maar ze moeten daar weg.' Er zijn mensen die vinden dat er plek is voor Palestijnen, maar of het een eenstaatoplossing wordt of een tweestatenoplossing, dat is wel eens diffuus."

Bart en Peter geven antwoord op de derde vraag.

"Die eenstaatoplossing hoor ik vaak vanuit de Palestijnse kant", zegt Peter. "Dat betekent dat de Israëli en de Palestijnen allebei evenveel rechten krijgen, dus ook stemrecht. Daarmee verandert de Tweede Kamer van Israël - de Knesset. Dat zou betekenen dat Israël geen Joodse democratie meer is, maar over een langere periode een Arabische democratie zou worden. Of gemengd. Dat zien de Israëli zelf niet zitten. Die eenstaatoplossing lijkt me niet voor de hand liggen."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

4. Hoe groot Is de kans dat de Islamitische landen om Israël heen zich militair met het conflict gaan bemoeien om de mensen in de Gazastrook te beschermen?

"Er is al één land van waaruit een partij zich bemoeit met het conflict, dat is Libanon," vertelt Bart. "Daar schieten strijders van Hezbollah, een fundamentalistische strijdgroep, raketten deze kant op. Die komen in het noorden terecht en daar reageert Israël op. Jordanië zal er niet bij betrokken raken en Egypte heeft vrede met Israël, dat gaat ook niet gebeuren."

Bart en Peter geven antwoord op de vierde vraag.
Bart en Peter geven antwoord op de vierde vraag.

"Vanuit Syrië is een kleine beschieting geweest", gaat Peter verder. "De Israëliërs hebben toen het vliegveld van Aleppo gebombardeerd. En natuurlijk Iran en Qatar. Iran is de grote vijand, daar zitten de leiders van Hamas. Die twee landen bemoeien zich er zeker mee."

"Israël heeft in het verleden al vaak aanvallen uitgevoerd op Iran, bijvoorbeeld voor het ontmantelen van een atoomprogramma. Ik weet dat er altijd plannen zullen blijven bestaan in Israël om opnieuw hele zware acties uit te voeren in Iran. Al was het alleen maar om bijvoorbeeld de ontwikkeling van die atoombom die ze willen maken tegen te gaan."

5. Hoe zorgen jullie ervoor de verslaggeving zo objectief mogelijk te houden vanuit de complexe situatie in het gebied (omdat alleen Israël toegankelijk is)?

Bart zegt daarover: "Ja de vraag zegt het eigenlijk al: zo objectief mogelijk. Echte objectiviteit bestaat niet, zeker in dit land niet. Het is vaak heel moeilijk om alle partijen voor één verhaal bij elkaar te krijgen of in één verhaal te stoppen. Alleen al in Israël moet je soms ook voor een tegenreactie naar de Palestijnse gebieden. En dan mag je daar van het Israëlische leger niet in."

"Ik zou ook best graag naar de Gazastrook willen gaan, maar ook daar kom ik dus niet in. En dat is levensgevaarlijk. Dus wat we vaak doen is op één dag een bepaalde partij volgen en dan wijden we één verhaal aan die partij en de volgende dag wijden we weer een verhaal aan de andere partij. Dan moet je ook beide verhalen kijken, maar we proberen het echt te doen."

Bart en Peter geven antwoord op de vijfde vraag.

"Zoals vandaag zijn we de Westelijke Jordaanoever ingegaan", gaat Peter verder. "Daar hebben we gesproken met vier Palestijnse vrouwen om het vrouwelijke perspectief te laten horen. Dat betekent dat in deze reportage alleen maar Palestijnen zitten en geen Israëli."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Staat haperende Zeesluis IJmuiden symbool voor breder probleem? 'Rijkswaterstaat is in technisch opzicht verwaarloosd'

Staat haperende Zeesluis IJmuiden symbool voor breder probleem? 'Rijkswaterstaat is in technisch opzicht verwaarloosd'
Zeesluis IJmuiden kan niet op volle capaciteit draaien door een ontwerpfout van Rijkswaterstaat
Bron: EenVandaag

De nieuwe zeesluis in IJmuiden, de grootste ter wereld, kampt met een hardnekkige technische fout: een zoutdam die niet goed werkt. De moeilijkheden staan voor structurele problemen bij Rijkswaterstaat, vermoeden experts.

De zeesluis bij IJmuiden moet tegelijkertijd zorgen voor een veilige en efficiënte toegang tot de haven van Amsterdam, en voor de scheiding van zoet- en zoutwater. Daarvoor werd een 'zoutdam' ontworpen: een obstakel in het spuikanaal van de sluis, dat moet zorgen dat alleen zoutwater wordt afgevoerd richting zee, en dat het zoete water binnendijks blijft.

Zout zwaarder dan zoet

Hoogleraar experimentele hydraulica Wim Uijttewaal, verbonden aan de TU Delft, legt uit hoe de dam moet werken: "Omdat zoutwater zwaarder is dan zoetwater, zakt het naar de bodem van het kanaal, waar het een zoute onderlaag vormt."

"Het lichtere zoete water blijft erboven drijven. De dam houdt het zoete water tegen, terwijl het zoute water via een opening onderin naar het gemaal stroomt, waar enorme pompen het vervolgens naar zee afvoeren", legt hij uit.

Rekenfout

In de praktijk doken kort na de opening van de zeesluis problemen op. De pompen in het gemaal kregen zodra ze op volle kracht draaiden te maken met een onverwacht snel dalend waterpeil in het binnenspuikanaal.

De oorzaak volgens specialisten: het zoute water is niet alleen zwaarder, maar daarom ook compacter dan zoetwater, waardoor het waterpeil bij de pompen sneller kan dalen dan waar rekening mee is gehouden.

Bekijk ook

Slijtende pompen

Als het waterpeil te laag wordt, zuigen de pompen lucht aan. Hoogleraar Uijttewaal: "Daarmee kunnen er belletjes in de pompen komen die imploderen. Dit kan trillingen veroorzaken. Dat is heel slecht voor de pomp. Daar slijten ze van."

Het gevolg is dat de sluis niet op volle capaciteit kan draaien. Dat is niet goed voor de haven, en niet goed voor de veiligheid. "Als er een zware regenbui valt, moet je volop kunnen voormalen om het water binnendijks weg te krijgen", vertelt Uijttewaal.

Alternatieven

De hoogleraar benadrukt dat de waterveiligheid op dit moment niet in gevaar is. Onderzoeksinstituut Deltares heeft de complicatie door de zoutdam onderzocht. Op basis daarvan zijn direct verschillende tijdelijke maatregelen genomen, zoals het toelaten van extra zoet water in het spuikanaal. Hierdoor blijft het waterpeil hoog genoeg en wordt schade aan de pompen voorkomen.

Een bijkomend voordeel is dat het gemaal al op de planning stond voor vernieuwing. Bij de nieuwbouw zullen de pompen dieper worden geplaatst, waardoor een laag waterpeil in de toekomst geen probleem meer is. Deze structurele oplossing laat wel nog enkele jaren op zich wachten.

Zeesluis IJmuiden kan niet op volle capaciteit draaien door een ontwerpfout

Meer tegenvallers

De problemen rond de zeesluis staan volgens experts niet op zichzelf. Rijkswaterstaat kampt al jaren met flinke technische en financiële problemen bij grote bouwprojecten. Zo liep de renovatie van de Stevin sluizen in Afsluitdijk fors uit de planning door een rekenfout, met veel hogere kosten als gevolg.

Ook de verbreding van de A10 Zuid bij Amsterdam gaat moeizaam, door een combinatie van technische en organisatorische knelpunten. En bij de Van Brienenoordbrug durven aannemers het herstel simpelweg niet aan, omdat het risico te groot is. Ook in het verleden ging het mis, zoals bij het achterstallig onderhoud aan de Oosterscheldekering.

Kennis uitbesteed

Volgens emeritus hoogleraar constructieleer Rob Nijsse, ook van de TU Delft, is dit allemaal geen toeval. "Rijkswaterstaat heeft de kennis om dit soort projecten zelf goed door te rekenen grotendeels verloren. Alles wordt uitbesteed. Maar bij zulke grote werken moet je als opdrachtgever wel de kernaspecten kunnen controleren."

Zijn advies? Investeer weer in robuust bouwen én in interne innovatie. "Zorg dat je weer technisch kunt nadenken, niet alleen juridisch of economisch. Zet een organisatie neer die weet hoe je bouwt voor de eeuwigheid, niet voor 40 jaar."

Bekijk ook

Bestuurlijke versnippering

De kritiek op Rijkswaterstaat klinkt ook bij Willem van der Ham, sociaal geograaf en auteur van verschillende boeken over de Nederlandse waterbouw. Hij ziet een organisatie die 'verwaarloosd' is. "Het grote probleem is dat beleid en uitvoering niet meer in één hand zitten. Het ministerie bepaalt, Rijkswaterstaat voert uit."

"Daar zit geen samenhang meer tussen. Je krijgt versnippering en niemand die het geheel overziet." Die structuur leidde volgens Van der Ham eerder tot vergelijkbare problemen, bijvoorbeeld bij de Stevinsluizen. "Er was wel kennis in huis, maar die kwam niet op de juiste plek terecht."

Cultuurverschil

Wat vooral opvalt, zegt Van der Ham, is het cultuurverschil met vroeger. "Er was trots, er was debat, en er was ruimte voor discussie tussen ingenieurs." Nu zie je vooral een applausmachine, vindt hij. Alles moet veilig, voorspelbaar, en onder controle zijn. "Maar juist grote projecten hebben tegenspraak en visie nodig."

Nijsse sluit zich daarbij aan. Toch is er hoop bij de hoogleraar. "Er wordt binnen RWS echt gekeken hoe het beter kan. Maar dan moet er wel weer ruimte komen voor technische denkkracht, lef, en robuust vakmanschap."

Bekijk ook

'Risico's beter verdelen'

"Zeesluis IJmuiden kampt kort na de opening al met technische problemen, maar het is niet het enige grote project waar Rijkswaterstaat tegen tegenslagen aanloopt. Ook bij andere infrastructurele projecten waren er flinke vertragingen en kostenoverschrijdingen", zegt een woordvoerder van Rijkswaterstaat. Volgens Rijkswaterstaat zijn deze 'deels te verklaren door complexiteit, onverwachte technische risico's en capaciteitsproblemen in de markt'.

De woordvoerder vervolgt: "Om herhaling te voorkomen, kiest de organisatie voortaan voor beter passende contractvormen, nauwere samenwerking met marktpartijen en het bundelen van onderhoudsprojecten. Zo moeten risico's beter worden verdeeld, ervaringen beter worden gedeeld en projecten beheersbaarder worden in tijd en geld."

De volledige reactie van Rijkswaterstaat is hier te lezen.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten
Gesloten winkels op zondag
Bron: ANP

Koning Willem-Alexander is jarig op 27 april, maar die datum valt dit jaar op een zondag. Vanwege de zondagsrust vieren we Koningsdag daarom op zaterdag. We vroegen wat jullie wilden weten over de zondagsrust.

Jullie vragen worden beantwoord door universitair docent staats- en bestuursrecht Lisanne Groen (Vrije Universiteit), die onderzocht hoe de zondagsrust wettelijk is geregeld en hoe daar discussie over wordt gevoerd. En door bijzonder hoogleraar Recht en Religie Paul van Sasse van IJsselt (Rijksuniversiteit Groningen).

1. Waarom is Koningsdag verplaatst van zondag naar zaterdag?

Als de verjaardag van de Nederlandse vorst op een zondag valt, verplaatsen we de viering naar zaterdag. "Dat besloot koningin Juliana al in 1980", vertelt Groen. "Zij schreef dat we Koninginnedag vieren op 30 april 'behoudens uitzonderingen in verband met zondagen'."

"Een reden gaf ze eigenlijk niet. Maar ik kan me voorstellen dat dit samenhangt met het 'rustdagkarakter' van de zondag." Dat idee van zondag als dag van rust, zonder werk of drukke activiteiten, komt uit het christendom. Zondag wordt in die religie gezien als de dag waarop God rustte na de schepping van de aarde.

Het besluit van Juliana om geen Koninginnedag te vieren op een zondag, geldt voor de huidige Koningsdag nog steeds. "Een gedeelte van in elk geval de gelovige bevolking hecht er waarde aan dat zondag een rustdag is", verklaart hoogleraar Van Sasse van IJsselt. "En de zondagsrust is nauw verbonden met de Nederlandse geschiedenis. Het zou tot rumoer en gedoe leiden wanneer je deze regel van Juliana aanpast."

Daarnaast geeft hij aan dat er ontheffingen aangevraagd moeten worden voor evenementen die op zondag vóór 13 uur 's middags plaatsvinden. "Voor Koningsdag zouden de meeste gemeenten zo'n ontheffing waarschijnlijk wel verlenen, maar het is makkelijker om de dag gewoon collectief te verplaatsen."

2. Wie heeft bepaald dat er zondagsrust voor iedereen moest komen?

"Het principe van zondagsrust wordt sinds 1815 beschermd in een heuse Zondagswet", weet Groen. "De toenmalige Koning Willem I merkte dat de zondagsrust niet in alle gemeenten even goed werd gerespecteerd. Daarom initieerde hij één centrale wet die dit in heel Nederland moest verzekeren."

"Die wet verbood het om op zondag openbare arbeid uit te oefenen en koopwaren te verkopen. Ook moesten herbergen sluiten en waren sport en spel verboden, net zoals 'openbare vermakelijkheden' als concerten en danspartijen", legt ze uit.

De komst van die Zondagswet moet je plaatsen in de tijd, vervolgt Van Sasse van IJsselt. "Na een periode van Franse overheersing werd de centralisering van het landsbestuur in Nederland voortgezet onder Koning Willem I. Landelijke wetgeving droeg daaraan bij, in elk geval op het punt van de zondagsrust. Ook wilde de koning het christendom bevorderen. De overheid kreeg zelfs de grondwettelijke opdracht dat te doen. Dit waren mede de drijfveren achter de Zondagswet."

De wet uit 1815 werd meerdere keren geprobeerd aan te passen, vertelt Groen verder. "Er stonden allerlei verboden in die niet te handhaven waren. Zo was het voeren van dieren in de wei strikt genomen verboden, terwijl dit in de praktijk wel gedaan moest worden." Pas in 1953 werd de wet daadwerkelijk aangepast. "De wet werd toen verbeterd en ook meer toegespitst op het moderne leven."

Bekijk ook

3. In hoeverre bestaat de zondagsrust nog in onze 24-uurs-economie?

De Zondagswet uit 1953 bestaat nog altijd. Ook al is het aantal christelijke Nederlanders afgenomen, en noemde in 2024 nog slechts 17 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder zichzelf rooms-katholiek. 14 procent noemde zichzelf protestants.

"Volgens de Zondagswet is het verboden om op zondag in de buurt van kerken veel lawaai te maken. De wet beschermt tegen lawaai en onrust die het gevolg is van openbare vermakelijkheden, samenkomsten, of de uitoefening van arbeid", legt Groen uit.

In de oorspronkelijke Zondagswet stonden bepalingen over werken en bedrijvigheid. "Later zijn daar aparte wetten voor gekomen: de Arbeidstijdenwet regelt het recht op rustdagen van werknemers, de Winkeltijdenwet regelt de openingstijden van winkels", vervolgt ze. Werken en winkelen op zondag worden dus niet geregeld volgens de huidige Zondagswet, maar hoogleraar Van Sasse van IJsselt vermoedt dat die wetten wel zijn voortgekomen uit de gedachte dat zondag een collectief moment van rust moet zijn.

Groen licht toe wat er in de Arbeidstijdenwet en Winkeltijdenwet staat over zondagen: "In de Arbeidstijdenwet staat dat je recht hebt op in ieder geval 13 vrije zondagen per jaar. Verder moet de werkgever het werk in principe zo organiseren dat het niet op zondag hoeft, tenzij het noodzakelijk wordt geacht vanuit uit de aard van het werk; als je bijvoorbeeld in de zorg of horeca werkt", zegt ze. "In de Winkeltijdenwet staat dat winkels in principe gesloten zijn op zon- en feestdagen, maar dat gemeenten zelf mogen beslissen of ze zich hieraan willen houden of dat ze dit toch anders willen inrichten."

info

Werken op zondag

Volgens de meest recente cijfers werkte 39,2 procent van de werknemers in 2021 regelmatig of soms op een zondag. In de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden wordt vanaf 2022 niet meer apart gevraagd naar werken op zondag, maar alleen naar werken in het weekend.

4. Steeds meer mensen moeten ook op zondag werken. Welke rechten hebben werknemers als zij zich aan de zondagsrust willen houden?

Groen: "In principe geldt dat werknemers niet op zondag hoeven te werken. Het kan zijn dat bepaalde soorten werk meebrengen dat ook op zondag moet worden gewerkt, zoals in de zorg of in het openbaar vervoer. Maar ook dan geldt dat je er als werknemer steeds met je werkgever samen uit moet komen. Overigens geldt dit ook als de werknemer liever niet op zondag wil werken om redenen die niets met religie te maken."

5. Hoe kunnen gemeenten de zondagsrust 'afdwingen', en hoeveel gemeenten doen dat?

"De Zondagswet stelt een kader voor wat wel en wat niet mag op zondag. Maar daarbinnen kunnen gemeenten verfijningen aanbrengen", zegt Van Sasse van IJsselt. "Dat is zo geregeld omdat er in Nederland veel verschillen zijn tussen gemeenten: in de ene gemeente speelt de kerk een grotere rol en is er meer behoefte aan het beschermen van de zondagsrust, dan in de andere", zegt Groen.

Zo kan het dat gemeenten verschillen in het aantal ontheffingen voor activiteiten dat zij goedkeuren. "Wat gemeenten niet mogen verbieden in het kader van de zondagsrust is sport en ontspanning", vertelt Groen. "Er is dus een zekere ondergrens. De Zondagswet beschermt zo juist ook dat je bepaalde dingen wél mag doen."

Het verlenen van ontheffingen is niet alleen een theoretische constructie, maar gebeurt in de praktijk ook wel. "In die zin is de Zondagswet een werkende wet, die nog altijd wordt gebruikt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Maar dat gebruik moet ook weer niet worden overschat: 45 procent van de gemeenten maakt helemaal geen gebruik van de wet." Dat bleek uit een onderzoek dat tien jaar geleden werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ook zijn er, voor zover Groen en Van Sasse van IJsselt weten, geen actuele voorbeelden bekend van rechtszaken op basis van handhaving van de Zondagswet.

6. Waarom wordt de zondagsrust ingeleid met luide kerkklokken? Dat is geen rust te noemen.

"Gemeenten mogen geluid van kerkklokken niet verbieden", antwoordt Groen. Het luiden van klokken voor een kerkdienst is aangemerkt als uiting van een godsdienst, en wordt dus beschermd door de Grondwet. Dat geldt ook voor andere vormen van het oproepen tot het belijden van godsdienst.

Wel mag een gemeenteraad regels instellen met betrekking tot de duur en het geluidsniveau. "Je mag dus niet heel hard en middenin de nacht klokken luiden", verduidelijkt Groen. "Klokgelui en andere gebedsoproepen mogen plaatsvinden binnen redelijke grenzen. Maar het verschilt per gemeente wat de precieze regels hiervoor zijn."

Bekijk ook

7. We hebben vrijheid van godsdienst, maar óók zondagsrust: hoe zit dat?

Volgens het principe van 'scheiding van kerk en staat' mag de overheid zich niet bemoeien met wat er in de kerk gebeurt. "Maar dat is een institutioneel beginsel: een instantie van de overheid mag zich niet bemoeien met een kerkelijke instantie. De overheid mag wél een rol spelen in de manier waarop religie zich manifesteert in de samenleving en in de manier waarop de samenleving omgaat met het respecteren van godsdienstige gevoelens van medeburgers", legt Van Sasse van IJsselt uit.

De zondagsrust is zo'n voorbeeld van omgang met religie in het publieke domein. De overheid mag zich daarom bemoeien met de zondagsrust. "Die bemoeienis is onder andere gericht op het beschermen van godsdienstvrijheid, in elk geval voor zover het gaat om bescherming van ongehinderde doorgang van de kerkdienst", vervolgt de hoogleraar. "Want dat is een grondrecht: iedereen moet vrij kunnen zijn om ook in gezamenlijkheid een religie uit te oefenen."

Het is niet zo dat de Zondagswet de godsdienstvrijheid van niet-christenen juist beperkt, zeggen Van Sasse van IJsselt en Groen. "De wet heeft expliciet niet tot doel om de 'heiliging van de zondag af te dwingen', maar om die mogelijk te maken voor degenen die daaraan behoefte hebben, door de rust op deze dag zoveel mogelijk te garanderen", zegt Groen.

"Natuurlijk komt de wet tegemoet aan gelovigen, maar de wet is er niet alleen voor hen", zegt Van Sasse van IJsselt. "De wet is nadrukkelijk niet bedoeld om kerkelijkheid te bevorderen, maar om een collectief moment van rust en ontspanning mogelijk te maken voor iedereen die daar behoefte aan heeft."

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

8. Is de zondagsrust niet een beetje achterhaald, nu minder mensen gelovig zijn?

"Je ziet dat de Zondagswet een stuk erfenis is, en dat er om die reden in de modernere tijd telkens opnieuw aan gepulkt wordt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Juridisch en praktisch gezien lijkt er niet echt een reden om de wet aan te passen."

"Een wet om de zondagsrust te beschermen is niet verplicht vanuit het recht op godsdienstvrijheid. De wens van gelovigen om op zondag te rusten verdient het gerespecteerd te worden; het houden en volgen van een eredienst moet je vanuit godsdienstvrijheid sowieso respecteren, of er nou wel of geen aparte Zondagswet is", legt de hoogleraar uit.

"Aan de andere kant is het in juridische zin ook niet erg dat er wél een aparte Zondagswet is: die wet is niet in strijd met andere wetgeving of het grondrecht op godsdienstvrijheid, dus kan prima bestaan."

Ook is in 2015 onderzocht of gemeentes in de praktijk tegen problemen met de wet aanliepen. "Daar bleek geen sprake van. Gemeenten ervaarden genoeg ruimte om beslissingen te nemen. Waarschijnlijk werd er mede daarom in coalities na 2015 geen prioriteit meer gegeven aan het afschaffen van de Zondagswet."

In die periode werd er wel flink over gediscussieerd. "Er werden zelfs een motie en wetsvoorstellen ingediend om de Zondagswet in te trekken. De zondagsrust zou dan niet langer vanuit het Rijk moeten worden geregeld, maar door gemeenten", weet Groen.

"Het heikele punt was dat er dan geen ondergrens meer zou zijn", vervolgt ze. "Gemeenten die dat willen, zouden dan veel strengere regels kunnen instellen voor wat niet mag op zondag. Uiteindelijk is daarom gezegd: we trekken 'm toch niet in, want de Zondagswet beschermt verschillende groepen mensen in wat ze op de zondag willen doen. Hij voorziet dus toch in een behoefte."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant